cDe Heili£e Stad m A LS het de tijd was, dat de huiden der slacht- dieren waren gedroogd en de vruchten ge l rijpt, de olie gewonnen en de zalven bereid, als boomen en struiken hun geurende harsen en prikkelende kruiden, reukwerk, balsem en wierook hadden geleverd dan trokken van allen kant weer de jaariijksche kara vanen door heete zon en dorre landen. Gebruinde Arabieren met priemende, zwarte oogen, met ruige, puntige baarden en trotsche haviks neuzen leidden de onafzienbare, trage stoeten van honderden en honderden hooge, zwaarbeladen lastdieren door de woestijnen, een voor een, kameel na dromedaris, langs de bij overlevering bekende, maar na iederen zandstorm opnieuw onherkenbare sporen en kronkelige wegen. Uit alle windstreken van Arabië, uit Syrië en Gaza, vérderuit Indië, Irak en Khorasan stroomden de golvende optochten aan en waar hun wegen kruisten en samentroffen, in het hart van Arabië, in het centrum van den Hedzjas. daar werd ver poosd en gerust, daar hielden zij marktdan werden de kostbare waren geruild, er werd geld gewonnen en er werd gefeestin Okaz, in Majaima en Dhul- Sheikh Hafez Wahba de Saoedi - Arabische gezant bij het Engel- sehe hof, in gesprek met zijn dokter. in Arafa en Koza en in het weldra tot een stad van handelaren aangroeiende Mekka, welks bewoners de beheerschers werden van den Ooster- schen wereldhandel, die voor eigen rekening de karavanen, de duizenden deinende kameelen uit zonden om koopwaar uit te voeren en ruilwaren terug te brengen. Neen, zelf bezat of verschafte de woestijngrond niets en nog in den Koran kunnen wij lezen, dat de heilige stad gebouwd is in een onvruchtbare, dorre heuvelkom, en in heel haar omgeving groeit geen koren en geen dadelpalm alleen het feit, dat hier een knooppunt van karavaanwegen ontstond, gaf, lang voor Mohammed's tijden, het aanzien aan Mekka, Makkah, zooals de Arabieren het spelden, Makoraba, zooals Ptolemaeus het schijnt te hebben verstaan. Reeds aan boord van het schip wordt door het lezen van den Koran de bedegang voorbereid. Rechts Het gebed van een Saoedi-soldaat. BMÉ Weinig is bewaard van Mekka's oude poorten en murendie overigens slechts op enkele punten noodig waren, voorzoover de natuurlijke bescher ming door de steile heuvels ontbrak.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 6