DE DOCHTER VAN DEN STAALKONINC
13
UIT HET
nieuwe premieboek van de
Hoilandsche Bibliotheek
weg te nemen en de schuld uit te wissehen. Hij zag
slechts één middel om dit drieledig doel te hereiken
zijn schuld bekennen en het ontvreemde bedrag
teruggeven. Zelf bezat hij vijftig pond en er was
hem een weg gewezen, waarlangs hij zich liet ont
brekende kon verschaffen. Een sergeantsbaan aan
het Depot Zéphyrs kon hij niet eens een recht
vaardige straf vinden voor het verdriet en de ellende,
die hij Kathleen Hespes had aangedaan
Vastbesloten alleen een beetje suf na een slape-
loozen nacht en veel ingespannen denken ver
scheen hij 's morgens op het Werfbureau.
„Wat nu nog bromde de kapitein.
„Ik kwam bijteekeiien, kapitein," zei Owen.
„Als het kon nam ik graag dadelijk mijn premie op.
En ik reken natuurlijk op uw belofte van gisteren."
I)e officier keek hem eens aan. Zoozoo, geboe
meld en alles verbrast grinnikte hij. „Ja, ja,
zóó gaat het muizen, die het spek eenmaal
geproefd hebben, laten er maar moeilijk van af.
Owen dacht aan ,,het. spek" en rilde. Maar hij
béét erin zette met forsche hand zijn naam.
Dienzelfden dag zond hij aan het adres van den
ouden Keitli een bekentenis van zijn misdrijf,
verzocht hein aan het slot Kathleen te willen reliabi-
liteeren en sloot er honderd pond bij in. Toen hij den
brief aan den Algerijnschen postambtenaar had
afgegeven, leek de last van de zes lange jaren, die
hij tegemoet ging, hem plotseling veel lichter, en
bijna vroolijk keerde hij naar de kazerne terug.
Twee dagen later pas vond hij den moed ook
Kathleen een brief te schrijven, liet waren slechts
een paar regels een korte bekentenis en de mede-
deeling, dat hij Keitli het geld had teruggezonden.
In het post-scriptuin verzocht hij haar om vergeving
en eindelijk maakte hij er nog melding van, dat hij
voor zes. jaar had bijgeteekend. Met gemengde
gevoelens zag hij den brief in de bus verdwijnen.
Maar daaraan was de hóóp vreemd geen oogenblik
dacht hij, dat hij nog iets van Kathleen hooren zou.
Zij zou woedend zijn, verontwaardigd, en met
verachting aan hem denken dat zij hem nog
dankbaar kon zijn voor deze daad, na al wat zij te
verduren had gehad, kon hij zich niet voorstellen.
Twee weken later vertrok hij met een detachement
recruten en een honderdtal dwangarbeiders naar
Gli ar da ja waar het Depot van het Bataljon
Zéphyrs gevestigd was
ÏAe commandant van het Depot in Gliardaja bleek
de officier te zijn, dien Owen twee jaar geleden,
bij liet Plateau van Tademaït uit een hinderlaag had
gered.
..Parbleu, je komt als geroepen," zei hij, toen Owen
zich kwam presenteeren. ,,x\ls ik me goed herinner,
spreek je nog wat anders dan je moedertaal en vlot
Fransch."
„Duitscli en een paar Arabische stamdialecten,
kapitein," antwoordde Owren.
„Prachtig voel je er iets voor naar Europa terug
te keeren Ik heb een aanvraag uit Marseille er
is daar een plaats open voor een onderofficier, die
in staat is de vreemde recruten zoo'n beetje bidwijs
te maken aangaande de toestanden liier...."
Europa was in 't broeierig denken van de legion-
nairs zooiets als de horizont waarde hemel begon,
en drie dagen later maakte Owen rechtsomkeert,
naar Oran. Daar scheepte hij zich in naar Marseille
liet Algemeen Depot van het Legioen. En op al
die reizen volgden hem met een tussclienpoos van
twee weken een paar brieven, waarvan het adres
onleesbaar dreigde te worden door het groot aantal
stempels, dat erop aangebracht werd.
Owen was drie weken in Marseille, toen hij de
brieven eindelijk in handen kreeg. De een was
afkomstig van Keith, de andere van Kathleen hij
verbleekte, toen hij den naam las van het meisje
De brief van Keith bevatte de aanmaning, hem ten
spoedigste zeven en twintig pond rente over te
maken benevens de verzuchting, dat de hemel den
dief liet zware misdrijf, aan een armen man begaan,
eens zou mogen vergeven. Owen glimlachte en
scheurde hel moois in kleine snippers iets anders
had hij van een woekeraar als Keith niet verwacht.
Toen strekte hij een bevende hand uit naar den
anderen brief. Het papier was bedekt met een fijn,
regelmatig schrift hier en daar wat vlekkerig,
alsof het bevochtigd was door tranen.
Het meisje in Patterbury, dat nog in sprookjes
prinsen geloofde, bleek iets te hebben geleerd in
deze zes jaren. De toon van haar brief was ernstig,
evenals haar kijk op de harde realiteit van het leven.
Nergens brak er ook maar het minste verwijt in
haar brief door zelfs geen bitterheid viel erin te
bespeuren. Zij was hem dankbaar, schreef ze,
oneindig dankbaar het leven in Patterbury had
plotseling weer eenige bekoring voor haar gekregen.
En eindelijk, aan het slot, waar liet schrift niet meer
zoo vastloopend, maar beverig geworden was:
„Ik meen te hebben begrepen, ten koste van welk
offer je mijn rehabilitatie bewerkt hebt. Owen.
Zes jaren is een lange tijd, maar er is dóórkomen
aan vergeet dat vooral niet. Vaak heb ik de
laatste jaren, als ik me zoo alleen voelde, het. ant
woord betreurd, dat ik je indertijd gegeven heb
ondoordachte daden wreken zich soms nog zwa&rder
dan men wel eens vreezen kan. Maar als ik je soms
helpen kan, den last van die jaren te dragen, schrijf
het me dan spoedig. Wij beiden zqn nog jong, Owen,
en ik heb geleerd te wachten. Dit zijn mijn laatste
woorden ik wacht.
HET was in den zomer
van 1912. In de
haven van Liver
pool was' voor een mach
tigen oceaan -stoomer het
oogenblik van vertrek
aangebrokenAan boord
en op de kade heerschte
de gebruikelijke, zenuwachtige be- één enkele hoofdbeweging van hem
drijvigheid, die steeds liet losgooien en hij zag dat zelfde meisje vlak achter
van de trossen voorafgaat. De eerste- zich staan
klas-passagiers, die op het laatste Ze was lieftallig, ze was enfin, we
moment aan boord gingen, verdron- behoeven waarschijnlijk niet toe te
gen zich op de loopplank met de lichten, dat er eigenlijk geen woorden
bezoekers, voor wie het. bevel had hestonden. die de eigenschappen van
geklonken het schip te verlaten. Waar- de betreffende jonge dame juist konden
schijnlijk doordat iemand voor in de vertolken.
rq iets liet vallen, ontstond er een kleine Ze werd zich niet bewust van den
opstopping. Een jongeman werd onge- bewondërenden blik, die op haar was
duldig en probeerde, zonder dat hij gevestigd. De bewonderaar zelf aarzelde
hierin echter slaagde, over de hoofden niet haar het „meisje met de gouden
heen de oorzaak van de vertraging oogen" te noemen. We doen er echter
vast- te stellen. De geur van zacht verstandig aan, deze omschrijving op
parfum deed hem even later lichtelijk te vatten als een dichterlijke vrijheid,
nieuwsgierig het hoofd omdraaien. want in w erkelijkheid waren haar oogen
Wij moeten nu eerst een verklaring diepblauw,
geven van den gemoedstoestand, wraar- Het diiurde niet lang. of er kwam wreer
in deze jongeman verkeerde. Hij was beweging in de rij. De jongeman had
namelijk diep onderden indruk gekomen natuurlijk nog geen gelegenheid gekre-
van 'n meisje, flat hij den vorigen avond gen om zich af te vragen, hoe hij verder
tijdens liet diner, in de groote eetzaal zou handelen. Hij achtte eenige uren
van een voornaam hotel, had gezien, van diep nadenken noodzakelijk, om
Hij had haar niet meer kunnen ver- het hierover met zichzelf eens te worden,
geten. Integendeel, allerlei romantische Dit alleen stond bij hem vast het
gedachten hadden zich van hem meester slot zou zijn, dat hij met haar trouwde,
gemaakt. Hij zag zich zelf als een held. En haar eigen opvatting liet liij lieel
die haar uit een zeer gevaarlijke positie wijselijk voorloopig maar buiten be-
wist te redde; 1. verliefd op haar wrerd schouwing.
en met haar trouwde. Het ligt dus Hij haastte zich naar zijn eerste-klas-
voor de hand. dat liij de rest Van den hut, borg zijn bagage op, verkleedde
avond in een zeer neerslachtige stem- zich en betrok toen een kwartier in de
ming had rondgedoold. Het meisje derde klas. Evenals alle andere luxe-
wras hem geheel vreemd en na het hut-bewoners zou hij zijn tijd in ledig-
diner verloor hij haar uit het oog. heid hebben kunnen doorbrengen, maar
Welke kans bestond er dus. dat hij haar hij moest of liever, hij wilde werken,
ooit terug zou zien t Mismoedig had Hij had besloten de zes dagen van den
hij zich dan ook afgevraagd, waarom overtocht door te brengen onder de
het lot hem zulk een onbereikbaar derde-klas-passagiers. Voor de gegevens,
ideaal voor oogen tooverde. En nu die hij wdlde verzamelen, was het van
belang, dat hij dagelijks met deze
menschen in aanraking kwam.
Toen hij dien avond tegen de ver
schansing stond geleund, waren hem
reeds tallooze uitvoerbare plannen door
het hoofd gegaan. Eensklaps schoot
hem iets te binnen, dat hij van alle
kanten overwoog. Hij begon te glim
lachen. Waarom niet f Waarom zou
hij niet recht op zijn doel afgaan en
allerlei omwegen buiten beschouwing
laten Het idee^ dat hem bezighield,
trok hem meer en meer aan. Hij was
er echter van overtuigd, dat het hem
niet gemakkelijk zou wrorden gemaakt.
Door de passagierslijst was Iiij te
weten gekomen, dat zij het meisje
Elizabeth Mansfield heette waarschijn
lijk noemden ze haar dus kortweg Betty.
Maar ze was de dochter van Dunleigh
Mansfield en dit beteekende. dat ze
werd omringd door een muur van
millioenen dollars en van maatschappe
lijk aanzien. Doch eigenaardig genoeg
Het hij zich hierdoor niet afschrikken,
integendeel, het bezielde hem met
ongekende energie.
Toen hij in zijn niet al te ruime kooi
klom. stond dit besluit bij hem vast
hij zou probeeren den voorpost haar
vader stormenderhand ,,in te nemen".
Twee dingen waren nu mogelijk. Ofwel
Mansfield zou naar hem luisteren, ofwel
hij riep een matroos. Hoe de afloop
ook mocht zijn het was in ieder geval
de moeite waard om dit risico te aan
vaarden
Dunleigh Mansfield behoorde niet
tot het geijkte type der millionnairs.
Hij kon niet worden gerekend tot hen,
die onder aan de maatschappelijke
ladder zijn begonnen en omhoog klom
men tot een duizehngwekkende hoogte.
Zijn vader, grootvader en overgroot
vader waren reeds bekende persoonlijk
heden. Ais de eenige erfgenaam kwam
hij in het bezit van een aantal erts-
mijnen en staalfabrieken en onder zijn
leiding was 't bedrijfskapitaal honderd
voudig toegenomen. Zijn kaarsrechte
figuur paste volkomen bij de koele,
zakelijke uitdrukking van zijn gezicht.
En niettegenstaande hij de vijftig
reeds gepasseerd wras, had hij nog geen
enkel grijs haartje.
Op dien zonnigen morgen was hij
alleen op het zijdek aan bakboordzijde.
Hij rookte een heerlijk geurende sigaar.
„Mr. Mansfield
De staalkoning draaide zich om en
zag een jongeman zonder lioed. gekleed
in een blauwe broek en met een wit
sporthemd aan. dat aan den hals open
stond.
..Ik ben Mansfield," klonk het koele
antwoord.
„Mag ik om de eer verzoeken met uw
dochter kennis te maken
Mansfield wil den jongeman, Brandon
Cathewe genaamd, op één voorwaarde
met zijn dochter in kennis brengen en
deze is. dat hij eerst in de industrie-stad
Bannister carrière tracht te maken.
Naderhand blijkt, flat dit bijna onmoge
lijk is, daar deze stad geheel door den
staalkoning wordt geregeerd.
Op welke wijze Cathewe de conditie
toch vervult en een van de grootste
tegenstanders van Mansfield wordt
hoe hij van den groven Mansfield een
geheel ander mensch weet te maken
en tenslotte zijn belooning daarvoor
krijgt, kunt u lezen in ons nieuwste
premieboek van de Hoilandsche Biblio
theek. getiteld DE DOCHTER VAN
DEN STAALKONING. door Harold
MacGrath,
Het is verkrijgbaar bij onze bezorgers,
agenten en aan ons hoofdkantoor. De
prijs in gewope uitvoering bedraagt
17 ent. en in luxe-prachtband 70 ent.