I
R
CiRvfet een Rijksdaalder
\AIRV tr xs ort
IDER D Ej
j VERVOLG i
DOOR SERPL POPFINGER
OP WERELD-
REIS
WAAR ging ik heen na de angstige en meer
dan avontuurlijke luchtreis van de Noord-
Afrikaansehe kust naar Timhoektoe f
Terug naar Noord-Afrika
Ook een wereldreiziger als ik heeft soms geluk.
Op de markt ontmoette ik, toen ik drie dagen
het leven in een woestijnstad had meegemaakt, een
Arabier, die waarschijnlijk nieuwsgierig was, hoe
een jonge Duitscher op dit warme plekje der aarde
was gekomen want men kan alles gemakkelijker
bereiken dan een plaats, die door een woestijn van
de overige wereld is gescheiden. Om kapitein André
niet in moeilijkheden te brengen, herhaalde ik het
verhaaltje, dat deze voor den commandant ver
zonnen had, waarop wij nader in gesprek met elkaar
kwamen hij vroeg me, of ik lang in Timboektoe
dacht te blijven en of hij me een dienst bewees,
indien hij mij opnam in zijn karavaan. Ik nam het
graag aan, want hoe moest ik anders uit deze stad
komen t Door de wildernis kan men nog loopen,
maar aan een voettocht door de woestijn waagt zich
alleen een idioot. Dat de reis weer naar Noord-Afrika
ging, was geen bezwaar het was te verkiezen boven
een lang verblijf in Timboektoe en boven de geringe
kans, dat ik te eeniger tijd hier vandaan in andere
richting kon trekken, naar het Zuiden of Oosten.
De vliegtocht had, het gevaarlijke oponthoud in
de woestqn meegerekend, drie dagen geduurd
de terugreis van Timboektoe naar de kust, Algiers,
vroeg drie weken. Het was geen onplezierige tocht
ik hielp de Arabieren zoo dikwijls ik kon, om een
tegenprestatie voor de gastvrijheid te leveren,
en schommelde overigens op den rug van een kameel,
lui en droomerighet voedsel was goed, op het
water behoefden we niet zuinig te zijn, maar drie
weken woestijn en oasen vond ik meer dan genoeg,
zoodat ik toch blij was, toen wij Algiers bereikten.
Wat nu Het was mij nog niet gelukt verder
Oostelijk te komen dan Egypte, en ik wilde graag
naar Perzië, Britseh-Indië of de Nederlandsche
kolonies, had zelfs vage plannen om China en Japan
te' bezoeken. En ik zat nu pas in Noord-Afrika,
naast de deur van Europa als 't ware. In de haven
van Algiers koos ik daarom niet een willekeurige
boot, maar ik zocht vier dagen, tot ik een schip
vond, dat naar Jaffa in het Heilig land zou vertrek
ken. Het was weer een Griek 's avonds omstreeks
middernacht zouden de kabels losgegooid w orden
beproefde ik met een
flinken mondvoorraad
mijn verstekelingen -
geluk, klom langs een
overhangenden kabel
aan boord en verborg
mij tusschen 'n stapel
kisten met dadels. Pas na vier dagen moest ik te
voorschijn komen, omdat de lading door het ruwe
weer begon te werken. De stuurman schold, de
kapitein vloekte en de kok bracht mij aan het ver
stand, dat ik niettemin vriendelijk was ontvangen,
omdat dit schip buitengewoon aantrekkelijk voor
verstekelingen scheen te zijn de laatste vier maan
den waren er zeven gevonden, en de kapitein had
gezworen, dat hij den achtsten levend zon villen. Het
bleef echter bij een serie Griekse he woorden van een
minder beschaafd soort, en bij hard werken, wat
mij onverschillig liet, vooral toen ik hoorde, dat
de boot geen enkele haven zou aandoen. Ik zou dus
Jaffa werkelijk bereiken.
Ik weet niet, of het in deze havenstad altijd warm
is, maar toen ik er kwam. was het er veel te heet naar
mijn zin. De tocht naar Jerusalem werd moeilijk
en zwraar, en duurde lang. Ik dorst een groot gedeelte
van den dag een plekje met schadirw niet te verlaten
uit vrees voor zonnesteek, kreeg slechts zelden een
gratis ritje in een auto en verkocht weinig kaarten,
omdat ik slechts weinig menschen ontmoette.
Maar toen ik Jerusalem bereikte, was ik blij, dat ik
onderweg niet den moed had opgegeven, want ik
wilde deze wereld-historische stad op mijn reis
niet missen. Ik voegde mij nu en dan ongemerkt
bij een troepje toeristen, die ondeT leiding van een
gids de stad bezichtigden, totdat ik den weg kende
en op m'n eentje door de achterbuurtjes kon dwalen
en de plaatsen bezocht, waar Christus heeft geleefd en
geleden. Ik liep zelfs nog een klap van een gummi
stok op bij een onvriendschappelijke ontmoeting
tusschen de politie en Mohammedanen, waarna ik
meende genoeg gezien te hebben van het leven in
Jerusalem en plannen maakte om mijn reis voort
te zetten.
De politie zette kracht bij aan dit voornemen.
Op den dag van het opstootje werd ik door een agent
aangehouden mijn uiterlijk was weer tamelijk
haveloos geworden die mij iets vroeg wat ik niet
kon geven een pas. Het kostte mij vier dagen in een
benauwde cel. waaruit ik vies en onbehaaglijk werd
vrijgelaten door twee agenten, die mij begeleidden
tot den rand der stad en mij daar alleen lieten met de
krachtige vermaning, geen uur langer in Jerusalem
te blijven. Deze vermaning werd mij gegeven op den
weg naar Damascus waarom zou ik dus niet naar
Damascus gaan
Zware autobussen onderhouden tegen woordig een ge-
regelden dxensf tusschen Damascus en Bagdad door
de Syrische woestijnTijdens de reiswelke IS uur
duurtworden de maaltijden in den bus geserveerd.
En ik ging naar Damascus, rijdend en loopend,
bleef er nauwelijks een halven dag, vond er werk als
hulp-chauffeur op een vrachtwagen naar Bagdad
ik vertelde niet, dat ik nauwelijks kon rijden, maar
ik vertrouwde op m'n geluk en brutaliteit en hoopte,
dat ik den auto wel in het goede spoor zou houden,
als ik het stuur in handen kreeg. Ik keek dus goed
toe, hoe de chauffeur schakelde om den zwaren wagen
zonder schokken op gang te krijgen, en nam met
een onbewogen gezicht achter het stuur plaats,
toen de man mij vroeg, het werk enkele uren over te
nemen. Ik kraakte geducht bij het schakelen, maar
de chauffeur mompelde ,,je moet altijd wennen aan
een vreemden wagen" en viel naast mij in slaap.
De gelegenheid, om de auto-lessen van enkele jaren
geleden in Beieren hier voort te zetten, was te goed
om ze ongebruikt te laten ik gaf meer gas, remde,
nam meer snelheid, stopte en startte enkele keeren
en voelde mij al spoedig geheel meester van den auto.
De chauffeur bleef slapen, totdat ik hem wekte,
omdat de ongewone, vooral geestelijke inspanning mij
moe had gemaakt.
Dit ritje was een buitenkansje het maakte mij
meer vertrouwd met het rijden van zware vracht
wagens en verschafte mij de mogelijkheid, om
voortaan vaker als hulp-chauffeur op lange expeditie
routes te reizen. Ik probeerde het om terug te gaan
naar Damascus, of nog verder, als het mogelijk was
(een oogenblik had ik nog gedacht te Bagdad een
verstekelingenplaatsje te zoeken in een vliegtuig
der Nederlandsche Indië-lijn, maar ik bemerkte al
gauw, dat de controle dit onmogelijk maakte), en
het gelukte mij ook een expediteur nam mij voor
één rit naar Beiroet via Damascus als laadknecht
en plaatsvervangend chauffeur. Op mijn latere
tochten heb ik dikwijls voordeel gehad van mijn
plotseling opgedane rij-ervaringchauffeurs van
vrachtauto's waren eerder bereid mij te laten mee
rijden, wanneer zij begrepen, dat ik hen enkele
uren op een dikwijls even vervelende als lange
route achter het stuur kon vervangen. Toen ik in
Beieren voor het eerst op het gaspedaal van een
wrakken auto trapte, kon ik niet vermoeden, dat
ik mijn lessen in Syrië zou voortzetten.
I n Beiroet nam ik voor een zacht prijsje passage
op een onmogelijk sehoenertje ik had nog wat
geld overgehouden van mijn reis op het mailschip
naar Cairo en de tijdelijke chauffeursbetrekking
had natuurlijk ook iets opgeleverd bovendien
was het 't eenige sehip, dat niet naar een Euro-
peesche haven vertrok, terwijl de schipper-eigenaar
er zoo ongunstig uitzag, dat ik me bij hem „niet als
verstekeling waagde. In vier dagen bracht hij me
het Suezkanaal door naar Suez, waar ik vanaf de
kade op de brug van een Nederlandsche vrachtboot
een kapitein zag staan met een even vriendelijk
en vertrouwenwekkend uiterlijk, als de eigenaar
van het sehoenertje op een slavenjager geleek.
Bij hem waagde ik myn geluk ik vertelde hem. dat
ik reeds dikwijls als verstekeling had gereisd, maar
dat ik ook in velerlei hoedanigheid nuttig werk
kon doen op een schip of hij me niet gebruiken kon
tegen een kleine vergoeding Ik denk, dat hij niet