Ati/lll/M I Jhct&ts ir de atfeineptyfCcffie /imml fat,Heitiedeks faedct SANKA-TWEE Slot volgt De zakenwijk van Shanghai heep niet het voorkanten, dat wij van een Chineesche stad zonden verwachten. ik slenterde aan boord, ging naast den steward staan, die bij de loopplank toezicht hield en nam vandaar kalm eenige foto's van de drukte op de kade. Zooals ik verwacht had, vroeg hij niet naar mijn passagebiljet, terwijl mijn gedrag mogelijken Argwaan wel zou wegnemen want een verstekeling is niet gewoon, rustig aan boord te fotografeeren, naast een steward nog wel. Zoodra de trossen waren losgegooid, liep ik naar de eerste klasse ik was van plan mij niet als ver stekeling bekend te maken vóór het absoluut noodig was, en brutaalweg mijn rol als passagier te blijven spelen. In de hoop, dat niet alle hutten bezet waren, ging ik op zoek naar een leege cabine, en ik vond die werkelijk spoediger waren geen koffers, het bed was niet opgemaakt hier zou ik, de eerste uren althans, wel veilig zijn. Ik ging op het bed liggen en begon mijn reis naar liet Verre Oosten met enkele uren van onbezorgden slaap. De gong voor het diner wekte mij daar ik ver wachtte, dat de passagiers eerste klasse in avond- kleeding zouden dineeren, vond ik het verstandiger naar de tweede klasse te sluipen ook daar zag ik in de eetzaal enkele dames en heeren in avondjapon en smoking, maar mijn colbertje zou hier niet op vallen. Maar waar moest ik nu zitten i Een Chinees loste dat probleem voor mij op. Bij de deur van de eetzaal liep ik terug met de bedoeling om later terug te komen, wanneer alle passagiers hun plaatsen zouden hebben ingenomen, om dan af te wachten, of er een stoel onbezet was. Dan zou het nog een gewaagde onderneming zijn Ik draaide mij om -en trapte op de voeten van een Chinees. Blozend stamelde ik in half Duitsch, half Engelsch een excuus. De man keek mij eenige ©ogenblikken onder zoekend aan, glimlachte en antwoordde in het Engelsch ,,0, maar 't heeft niets te beteekenen" en met een buiging„Hai Fu, uit Shanghai. Bent u in Colombo aan boord gekomen Ik heb u nog niet gezien." Ik stelde mij ook voor en antwoordde natuurlijk bevestigend op zijn vraag. „Maar dan moeten we de kennismaking voort zetten, mr. Popfinger Hebt u al een plaats aan tafel Nee? Wilt u me dan het plezier doen naast mij te zitten Er zijn nog enkele stoelen vrij." 't Geluk is voor de brutalen, dacht ik, terwijl ik den Chinees volgde. Hij schoof gedienstig een stoel aan voor mij en wenkte den steward, ,,'n Couvert voor mr. Popfinger. De chef heeft zeker vergeten je te waarschuwen, want er is niet voor meneer gedekt, zie ik." „Ik heb tenminste niets gehoord, meneer," antwoordde de steward. „Ik zal er dadelijk voor zorgen." „Toch is het vreemd," wendde Hai Fn zich tot mij. „Zóóiets mag niet vergeten worden," en hij keek mij weer zoo onderzoekend en doordringend aan, dat ik mij afvroeg, of zijn vriendelijke glimlach een masker was, waarachter hij nieuwsgierigheid, zelfs achterdocht verborg. Zou het niet 't beste zijn, overlegde ik vlug, om hem de waarheid te vertellen Ik had nu wel een hut en een plaats aan tafel, maar lang zou de comedie niet kunnen duren; de kans bestond, dat in een der tusschenliggende havens „mijn" hut besproken werd, of dat de steward een onderzoek zou instellen, als hij van den administra teur of van wien ook, geen mededeelingen kreeg over passagier Seppl Popfinger. En hoe moest 't met de douane gaan in Shanghai Ik had zelfs geen pas Ik besloot tot eerlijkheid. „Zoo vreemd is het niet," zei ik, toen ik geproefd had hoe heerlijk de soep was. „Voor verstekelingen worden meestal geen plaatsen aan tafel gereserveerd." Hij keek me vragend aan. ,,'t Is volkomen waar," legde ik uit. „Ik ben eigenlijk 'n blinde passagier." „Dan toch niet voor den eersten keer infor meerde hij. ,,'n Beginneling zou 't niet zoo brutaal aangelegd hebben." Ik vertelde hem in 't kort enkele van de vele avonturen sinds mijn vertrek uit Beieren, maar hij onderbrak mij spoedig. „Wilt u mij een groot plezier doen, mr. Popfinger vroeg hij zachtjes. „Ik ben journalist. Als u mij na tafel in mijn hut alles uitvoerig wilt vertellen, kan ik er 'n prachtig interview uithalen. De krant zal 't graag willen hebben. „De avonturen van den koning der verstekelingenWant dat bent u En ofschoon het geen gewoonte is om honorarium aan een geïnterviewde te geven, zou ik graag de passage tot Shanghai voor u betalen." „Dat kan ik niet aannemen," protesteerde ik, denkend aan den hoogen passagiersprijs. „Ik zou al heel blij zijn, als u lederen dag wat eten voor me kunt smokkelen." ,,'k Zal 't me tot '11 eer rekenen, als u mijn gast wilt zijn. Mag ik het met den administrateur in orde maken De interessante stof is 't ons ruim schoots waard." „Zoo vriendelijk is nog nooit een verstekeling behandeld," dacht ik vroolijk. „Mooier kan het al niet." Met enkele mooie woorden ik had vroeger eens gelezen, dat Chineezen zich erg eerbiedig en overdreven beleefd uitdrukken uitte ik mijn vreugde over de uitnoodiging van een zoo hoogver heven en geleerden schrijver en over zijn onover troffen goedheid voor een armen, nietswaardigen verstekeling en na het diner praatte ik urenlang over mijn reizen en avonturen Fai Hu schreef zich blauwe vingers aan z'n aanteekeningen, onderbrak mijn verhaal nu en dan met opgetogen uitroepen, en verzekerde mij, dat hij voor het geringe offer van een passageprijs naar «Shanghai niet op zulke kostelijke copie had durven hopen. Ik vond zijn geestdrift lichtelijk overdreven, maar herinnerde mij weer, dat de Chineezen graag uitbundige woor* den gebruiken en dacht er verder niet over na ik reisde zoo comfortabel mogelijk en kwam op deze gemakkelijke manier in China, hetgeen een van mijn vurigste verlangens was. Ik zou reeds tevreden zijn geweest, als ik dat vreemde land desnoods met een smerige Chineesche jonk had bereikt, en nu ging het zóó jC*ai Hu scheen in zijn vaderland meer invloed te hebben dan men van 'n journalist zou verwachten, want na aankomst te Shanghai voerde hij een kort gesprek met een der douanebeambten, waarna ik ongehinderd de boot kon verlaten. Een paspoort was niet noodig, en niemand vond het verdacht, dat ik zonder bagage het Hemelsche Rijk binnen ging. Ik maakte mij gereed om afscheid van Fai Hu te nemen, want welke groote diensten hij mij ook had bewezen, zijn buitengewone vriendelijkheid en beleefdhejd werden eenigszins vermoeiendik verlangde er naar China, te leeren kennen op mijn gewone manier, zwervend en levend naar de omstan digheden van het oogenblik, en zonder den glim lach en eeuwige hoffelijkheden van Fai Hu, die niet scheen te kunnen leven zonder iedere vijf minuten te informeeren naar mijn welstand en mogelijke verlangens. Fai Hu keek werkelijk bedroefd, toen ik hem duidelijk maakte, dat ik niet langer misbruik wilde maken van zijn alles overtreffende gastvrijheid. Ik mocht zijn vader en moeder en andere familie leden niet berooven van het genoegen, met mij kennis te maken zij zouden het hem nooit vergeven, dat hij mij had laten gaan ik mocht niet zoo plot seling vertrekken, enz. De man huilde bjjna. Ondanks mijn tegenzin voelde ik mij gevleid ik was er jong en onervaren genoeg voor en liet mij dadelijk overhalen, met de gedachte, dat ik baas over m\jn eigen tijd was en later nog genoeg gelegenheid zou hebben om door Shanghai te dwalen. Ik liet mij dus met Fai Hu naar diens ouderlijk huis ryden, waar ik plechtstatig ontvangen werd en dadelijk naar een groote kamer geleid werd, waar iedereen op den grond hurkte om thee te drinken. de goedkoope en voordeelige coffeïnevrije koffie, maakt het thans Iedereen mogelijk, hart en zenuwen te sparen en van de onvolprezen voor- deelen van gegarandeerd coffeïnevrije koffie volop te profiteeren. SANKA-TWEE kost slechts 40 ct. per pakje. In de super-vacuum-verpakking wordt thans ge leverd Sanka-W, de heerlijke Wiener-Mocca-melange, prijs 60 ct. Hag, de van ouds bekende superieure kwaliteit, prijs 70 ct. Deze luchtledige en luchtdichte super-vacuum- verpakking brengt 100 0 o koffiegeur kersversch uit de branderij in Uw koffiepot, een voordeel, dat elke fijnproever zal weten te waardeeren. HAG

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 32