VIKINGERVAART OP HET STRAND 'tm&m SSasfï v te -r-scv -C' --Jts-" De strijd van de V ikinger-snek tegen de zeeslang, het meesterwerk van den jongen strandteekenaar Fran1 Stelzner, uit Lübeck. Als <le zee zich teruggetrokken heeft en zij zich gewillig gaat voegen naar de zachte, milde temperatuur van den zomer, als de wind langszij gestreken is en zijn moede hoofd in de blonde duinen te rusten legt, dan trekt het strand de vele en de dikke plooien uit zijn lijf, rekt het zich, zet het zich uit en maakt het zijn pad zoo effen als een biljartlaken. Dat is de meta morphose van de kust, van de wintersche kust in een zomersche, van een grillige in een blijde, een lachende. een leelijke tooverkol die ontwaakt, zich in den spiegel bekijkt, van haarzelve schrikt en zich, met den gulden, magischen staf, in een glanzende, praalvolle fee omtoovert. En niet, zoodra ziet het strand er weer aanlokkelijk uit of van heinde en verre komen er reeds mensohen heen. Menschen uit de groote steden, waar men ge bakken wordt tusschen gloeiende muren en geroos terd op sehroeiheete straten en pleinen. Is de kust behoorlijk „afgeladen", dat wil zeggen zijn er verlofgangers, wandelaars en nog meer van dit soort bezoekers genoegzaam voorhanden, dan treedt het gilde der strandteekenaars in werking, t' Onzent treft men ze niet in groot aantal aan, het i Op de voorplecht staat de speerwerpen, straks zal Itij den onverhiddelijken kamp met de slang aanbinden. Ih t monster sist iierviuniijk.de lange,gesplitste tongsehiet driftig op en neer uit den van woede vertrokken muil. ateek toe, steek toezoo maand de hoofdman den speerwerper aan. buitenland speciaal de Scandinavische landen daarentegen kan op een belangrijke en talrijke ver tegenwoordiging dezer artisten bogen. De bekendste onder hen is Franz Stelzner, een eenvoudige jongen uit Lübeck. Deze Franz heeft onlangs nog op het strand van Travemünde een prachtig tafereel geschapen „de strijd van een Vikinger-snek tegen een zeeslang". Het materiaal waarmede deze artist zijn oeuvre „optrok" i Mossel schelpen, sierschelpen en zand. Ziedaar alles, eenvoudiger kon het al niet. Mosselschelpen en sierschelpen Maar dan zóó uitgekozen en gezocht, dan zoo gezift, gesorteerd kleur bij kleur, klein bij klein en groot bij groot - en later deze uitgebreide verzameling zóó door elkaar gemengd, zoo bedachtzaam gearrangeerd en in gril lige houding in het zand gelegd, dat er een geheel uit kon groeien, ja, dat er een geheel uit moest groeien dat wel treffend en kleurvol moest zijn en niet zou nalaten indruk te maken op den voorbij ganger, den kuierenden vacantiegenieter, die, als hij zichzelf respecteert, bedankt voor het schoone tableau en het gezicht en den nederigen maker ervan een muntstuk in de hand stopt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 25