ZEILEN EN ZWALKEN op de Friesche QyVteren Het Pampusjachlje no. 2. Doch u zult het met mij eens zijn, dat hier van een akelige drijfpartij kan gesproken worden. nog als de grootvaders, en de dochters als de moeders. Weken wordt er gewoond op het prachtige, betrek kelijk ruime boeiertje, of koken vader en zoon om beurt o]» het PrimusStel, en slapen fijn onder het gespannen zeil van hun tjotter. En ongestoord, wij in zon en wind, dobbert de schouw, met het vroolijk toegewuifde jonge, stel, dat zoojuist een stapeltje wittebrood voor de komende weken heeft ingeslagen Een paar kiekendieven zweven, kieviten vliegen om het hardst, waterhoentjes duikelen af en aan, de eenden rondom hebben geen haast. Maar het kan er ook spoken De stoeiende golfjes kunnen ook hoog opgezwiept worden De meren en meertjes kunnen gevaarlijk zijn. De beurtschippers zeilen dan zwaar gereefd, de boeiers en tjotters blijven kalm liggen, of er wordt een apart mannetje bij de groote schoot gezet. Dan wordt er „storm" gezeild en tintelt het bloed en gloeien de knoken van het vieren of halen der selioo- ten. Dan wordt het rak opgekruist, tientallen malen „ree", overstag net als het zijzwaard schuurt De vlugge 7.10 meter klasse, mei de rechte streep boven het nummer, is 'n flink stuk achter bij no. 19. De man bovenop zou hem wel terug willen trekken. Men ziet het 16 m* jacht no. 145 en de schouw met sprietzeil en bolgeblazen fok en ds vele zeilen en zeiltjes, en hoort het klotsen van het water, geen staclsgetoeter, en proeft de opwaaiende spatten: dan roept 't leven, 't vacantieleven, met wat voor scheepje dan ook, om water, wind en zon, op de Friesche meren door C. F. N. Hin Friesland, het land met de vele meren en meer tjes, tochten, poelen, rakken en slooten is en blijft het ideaal voor de kleinzeilerij. Niet Loosdrecht of de Kaag, noch het Alkmaar - dermeer of de Westeinder- piassen kunnen wedijveren met het Sneekermeer, Ber- gumermeer, Hegermeer, Slotermeer, Paterswolder- ineer, het Pikmeer, de Pluessen bij de Polle, de groote Wielen, de groote Brekken, het Nannewijd enz. Jammer eigenlijk, wordt de Friesche hardzeilerij gemoderniseerd, hoewel ge lukkig de zeilers en zeilsters zich het moderne, mon daine gedoe, zooals op en kele Hollandsche plassen, nooit eigen zullen maken. En gelukkig zal de familie- zeilerij nog lang blijven als van ouds, en zullen de sierlijke boeiers en tjotters de Friesche wateren tooien. Op de Friesche meren wordt nog „gezeild", en leven de dag- en week- vacantiehouders heerlijk primitief doen de vaders

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 2