MENEER BEENTJES
EN ZIJN TYPISTE
EDGAR
WALLACE
EEN FILM
DOOR
22
De heer August Tibbetts, bijgenaamd Beentjes,
verdiende geld door puur geluk, maar nog
meer door de wendingen van een zuiver
artistieken geest. Dit feit werd al heel
spoedig door een ouden vriend aangevoeld, nadat
hij zijn kennismaking met den voormaligen onder
geschikte had hernieuwd.
Toch placht Beentjes op een heel andere manier
geld te verdienen dan zijn bedoeling was geweest
zoo bijvoorbeeld bij de groote petroleum-fusie. In
deze eeuw van het vliegtuig, waarin het ongeveer
onmogelijk is, de gangen van belangrijke persoonlijk
heden na te gaan, of zelfs maar de lucht te krijgen
van directeurs-vergaderingen, kan de City nogal
schrikachtig doen, kan zij op losse geruchten rea-
geeren op een manier, die zeer schadelijk is voor de
zenuwen van be-
j- daarde makelaars.
Er liepen geruch-
ten betreffende een
j te sluiten belangen-
gemeenschap tus-
schen de Franco-
Perzische Petroleum Mij. en de Vereenigde Petro
leum sgeruchten, die de aandeelen van beide
ondernemingen op en neer deden springen als een
slecht danspaar. De directoria van beide maatschap
pijen spraken hun verbazing uit, dat het lichtgeloo-
vig publiek zich van zulke praatjes iets' aantrok
zoowel Jorris, de keizer van 't Franco-Perzische
blok, als George Y. Walters, de prins-regent van de
„Petro", ontkenden verontwaardigd, dat er aan
samensmelting gedacht werd.
Vóór die tegenspraak kwam, had Beentjes zich
op de petroleum-markt geworpen, en daar een der
weinige gokjes begaan, die als vraagteelcens op
komen tegen zijn wijsheid en doorzicht.
Hij verloor niethij ging er zelfs op vooruit. Het
bedrag van zijn directe winst schreef hij in zijn privé-
grootboekzijn latere, meer omvattende balans
kwam terecht onder een hoofd, dat niets met petro-
leum-speculatie te maken had echt iets voor Been
tjes, zooals Hamilton achteraf opmerkte.
Hamilton logeerde bij Sanders, gewezen koloniaal
bestuursambtenaar, en op een ochtend aan het ont
bijt was Beentjes het onderwerp van gesprek. De
derde aan tafel w as een buitengewoon knap meisje,
dat door de dienstbode „madame" werd genoemd,
en dat brieven openmaakte, geadresseerd aan „me
vrouw Sanders", maar in nog slechts kort verleden
dageu den naam Patricia Hamilton had gedragen.
„Beentjes is een genie," zei Sanders. „Een kennis
van me in de City beweert, dat hij succes heeft met
al wat hij doet. En dat komt heusch niet door ge
luk of toeval. Hij blijkt een zeer bijzonderen kijk op
zaken te hebben."
Hamilton knikte.
„Die zit in zijn romantisch gevoel," zei hij. „Been
tjes heeft nergens oog voor, als er geen fantastisch
kantje aan zit. Hij heeft niet veel verstand van zaken,
maar hij is gek op avontuur. Ik heb hem den laatsten
tijd bestudeerd, ik krijg zoetjesaan een beetje oog
op zijn methode. Als hij aan een zaakje, van den
romantischen kant bekeken, een gelukkige oplossing
ziet, dan pakt hij dat zaakje. En dan werkt hij 't af
op een sprookjesmanier."
Het jonge vrouwtje keek op onder 't koffie-
inschenken door.
„Heb je al iets besloten
„Over een compagnonschap met Beentjes
Hamilton glimlachte. „Nee, nog niet. Hij dringt ge
weldig aan, hij heeft al een prachtig bureau voor me
neer laten zetten, zoo iemand als ik ontbrak hem
precies, zegt hij, maar.
Hij schudde het hoofd.
„Ik geloof, dat ik 't begrijp," zei Sanders. „Je
hebt het gevoel, dat hij 't alleen voor joh doet. Dat
zou echt iets voor hèm zijn. Maar 't kan toch wel
waar "zijn, wat hij zegt dat hij iemand wil hebben,
die hem een beetje in 't spoor houdt V'
,,'t Zou kunnen," zei Hamilton twijfelachtig. „Maar
ten tweede is er de geldkwestie. Ik wil mijn kapi-
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE
Mr. August Tibbetts, oud-luitenant van de Houssa-
jagers in Afrikaheeft van z'n oom een enorm, ver
mogen geërfddat hij op zoo voordeelig mogelijke
wijze tracht te beleggen. Hij opent te Londen een
kantoor, de NV. Plannen, en geniet aanstonds de
twijfelachtige belangstelling van een troep uitvinders,
die hem z'n geld afhandig probeeren te maken. Hoewel
hij van zakendoen heel weinig verstand heeft, slaagt
hij er ondanks z'n goedgeloovigheid in telkenmale uit
hun strikken te ontsnappen en weet z'n kapitaal zelfs
te vergrooten. Hij staat om z'n magere gestalte bekend
onder den naam mijnheer Beentjes", een naam,
dien hij zich reeds gedurende z'n militaire loopbaan
in Afrika verworven heeft. Z'n typiste op wie
hij hals-over-kop verliefd geraakt heet Marguerite
Whüland. Het eigenaardige van dit verhaal is wel,
dat elk hoofdstuk een afzonderlijk geheel vormt, zoodat
u zonder bezwaar nu met, de lezing kunt aanvangen.
taaltje er graag insteken, maar Beentjes zou be
weren, dat alle verliezen op zijn rekening hoorden,
en van de winsten zou hij een flinke portie op de
mijne schuiven en dat zou ik niet kunnen heb
ben."
„Wees daar maar niet hang voor," zei zijn zuster
kalm. „Zooiets grofs dóét Beentjes niet. Jouw geld
is natuurlijk niemendal bij het vermogen van Been
tjes vergeleken, maar jullie kunnen 't toch zóó rege
len, dat 't kapitaal van de firma. Hpeveel zou
je er in steken V'
„Vier mille."
„Goed, dan nemen jullie een kapitaal van acht
mille. Beentjes zou de firma natuurlijk altijd iets
kunnen léénen 3p obligatie heet 't zoo niet f"
Sanders keek haar glimlachend aan.
„Wat een talent voor financiën zei hij. „Hoe
kom je daar aan V'
Zij kreeg een kleur.
„Ik heb gisteren met Beentjes geluncht," zei ze.
„En hier is de post."
Er was een brief bij, geadresseerd aan „kapten
Hamilton".
„Van Beentjes," zei Hamilton, totaal onnoodig.
En Beentjes' brief werd 't eerst gelezen. Het was een
opgewonden, een geestdriftig epistel, druk ver
sierd met onderstrepingen en uitroepteekens.
„Betste Hamkerel," luidde het, „je moet absoluut
met me meedoen ik heb een nieuw plachtpran
plan prachtidee Kolosalle whisten Ongeloolijk
mooie kans om rijk te worden.
„Hè Wat staat daar t" vroeg Hamilton, en hij
gaf don brief aan zijn zuster en wees op een onlees
baar regeltje, „'t Lijkt wel of er staat snuit je
neus.
Mevrouw Sanders keek hem snel verwijtend aan
en ging het slechte schrift bestudeeren. „Ik kan er
ook niet anders van maken," bekende zij toen.
„WachtNeus hoort bij wijs neuswijs En dat
eerste „snuit je" telt niet.
„Neuswijs Snuitje is de titel van het stnk verver-
haal senario." (Beentjes haalde nooit iets door.) „Er
is een studijo in Tunbridge en twee camera's en een
knaap vreeselek geschikte knaap, die er mee om kan
sprigen. Handen geld 't verhaal kan nog reusachtig
verbeet verbeterd worden. Doe mee jongeling
pragtkans 1 Kom me zoo gau gouw gauw mogelijk
op kantoortijd onderz onder kantoortijd opzoeken.
Je broeder in de kunst
„Beentjes schijnt een duik in de film-industrie te
willen nemen," zei Sanders. „Wat zeg je er van,
Hamilton
Hamilton dacht na.
„Ik zal er even heengaan," zei hij.
Hij kwam kort na tienen in stad, maar Beentjes
had al twee uur op zijn kantoor gezeten, want koort
sige drift bezielde hem, en zijn bureau lag volge
laden met aanteekeningen, briefjes, prijscouranten
en vakbladen.
Toen Hamilton binnenkwam, keek Beentjes op.
„Een stoel," zei de jongeman gebiedend. „Geen
tijd te verliezen, schoone kunstenaar. De tijd ver
vliegt, het licht verbleekt, en willen we ons dierbaar
land laten meemareheeren in de voorste gelede
ren.
Beentjes legde zijn pen neer en ging achteruit
zitten.
„Ham," zei hij, „ik heb een soort krijgsraad ge
houden met je achtenswaardig en verheven zusje,
de engel, en toen is 't idee opgekomen. Doe je mee V'
„Ik doe mee," zei Hamilton, en er volgde een ont
roerend tooneel. Beentjes drukte en schudde zijn
handen en sprak gebroken Engelseh.
„Daar heb je een schatje van een lessenaartje,
gewezen held," zei hij, naar een massief oud meubel
stuk tegenover zijn eigen bureau wijzend. „We hoe
ven nu nog maar één ding te regelen."
Hij voelde zich blijkbaar op zijn ongemak, en
Hamilton zou naar zijn chèque-boek gegrepen heb
ben, als hij Beentjes niet heter gekend had zooiets
modderigs als gèld kon nooit de oorzaak zijn van zijn
zenuwachtigheid.
„Ham," zei Beentjes, kuchend en met moeite
sprekend, „oude trouwe vriend en lotgenoot in
duizend gevaarlijke gevaren
„Wat voer je in 't schild vroeg Hamilton wan
trouwig.
„Ik hèb niet eens een schild," zei Beentjes ge
drukt. „We doen kalm en ernstig zaken, mijn broe
der. Als hooggeëerd deelgenoot in de zaak heb je
recht, om hier te doen wat je verkiest je komt als
je ziu hebt en je gaat- naar huis als je zin hebt. Als
je pijn in 't buukske hebt, kruip dan gauw in bed,
vrind, en laat Beentjes 't werk maar opknappen. Je
pakt maar papier, en je zoekt maar een pen uit
er liggen keurige pennen in die kast kortom, je
gaat je gang maar. Alleen
.Alleen t" herhaalde Hamilton.
„In één enkel opzicht, beste kerel," sprak Been
tjes, heldhaftig in het ongeluk, „blijft er een slag
boom tusschen ons."
„Namelijk zei Hamilton, niet zonder nieuws
gierigheid.
„Mijn schrijfmachine is mijn schrijfmachine," zei
Beentjes kordaat, en Hamilton lachte.
„Gek zei hij. „Ik zal heusch niet met jouw
schrijfmachine spelen."
„Precies, dót bedoel ik," zei Beentjes. „Je had 't
nooit beter kunnen uitdrukken, vriend der vrienden.
Dank je."
Hij liep zijn bureau om, greep Hamilton's hand
en wrong die.
„Klein ding veel te jong," zei hij gebroken,
„'n Hard bestaan. ontzettende ervaringen.
Met haar jeugdige gevoelens spelen Nooit
„Waar heb je 't toch over Je zei schrijfmachine."
„Ik zei schrijfmachine," beaamde Beentjes ern
stig. „Ik bedoel mijn
Er ging Hamilton een licht op.
„Je secretaresse t"
„Inderdaad," zei Beentjes.
„Nou zeg smaalde Hamilton. „Ik zal haar na
tuurlijk met rust laten, 't Is jouw privé-secretaresse
die heb ik geen werk te geven."
„En geen orders," zei Beentjes vriendelijk. „Daar
sta ik op, kameraad. Ik zou 't gewoon niet aan kun
nen hooren, als je haar orders gaf. Ik zou gaan gillen.