Geneesmiddelen en Geneeswijzen De bron zouten van 15 badplaatseri: Vichy, Karlsbad, enzr.zynin "Trannosan Bruisend Voetbad p \verwerkt Bruisend Voetbad- Aldelui van kantoor gebruiken het en het is alsof alles vee Jwieker^-^y Voeten pijn? Last er van? Trannosan! Denk er aan Annonces betreffende Trannosan Een Genot voor de Voeten CHAUFFEUR-MONTEUR DIESEL-MONTEUR RADIO-MONTEUR 31 Dompel Uw voeten in een Bruisend Trannosan Bad, schuimend als champagne. U voelt hoe alle vermoeidheid weg trekt, hoe weldadig de opwekkende kracht van 15 minerale zouten in Uw voeten stroomt. Voor allen die lijden aan pijnlijke, opgezette, brandende, transpireerende, dikke, loome, schrijnende en doorge- loopen voeten is Trannosan Bruisend Voetbad een heer lijke weldaad. Zuivert het bloed van schadelijke stoffen, regelt den bloedsomloop, maakt U fit, versterkt spieren en pezen en hergeeft Uw voeten jeugd en veerkracht. Doos voor 6 Baden 48 ets. TRANNOSAN COMPANY Rotterdam, Parijs, Brussel, Londen. Zurich, Batavia, Singapore worden in dit blad slechts opgenomen, indien zij vooraf voorzien zijn van het stempel „Geen bezwaar" tegen de plaatsing, afgegeven door de Commissie van Controle op de Aanprijzing van Geneesmiddelen en Geneeswijzen, waar van het Secretariaat is gevestigdSegbroek- laan 33, 's-Gravenhage. muurtjes van den kanselier heen te brekenWie staat er het land borg voor, dat een overijld besluit van mijn zoon alle kansen op een bondgenoot schap niet verijdelt vandaag of morgen, en ons overlevert aan oproer en andere gevaren „Ik, Majesteit „Jij, Maegrita De koningin-moeder slaat verwonderd de oogen op naar het lachende vrouwengezicht, dat zich over haar heen buigt. „Als Uwe Majesteit me de vrije hand laat, zal ik middelen weten te vinden, om verdere ontmoetingen tusschen den koning en Ebba Brahe te voorkomen." Engelachtig is het lachje van Maegrita Zanteres. Wie zou vermoeden, dat daar achter haat en jaloezie, geweld en ver nietiging op de loer liggen De koningin-moeder knikt bedaard. „Je weet, wat ik wensch en wen- schen moét, Maegrita." Een smalle, koude hand wordt de Hollandsehe toegestoken IWan ik u helpen, schoone dame V' - Maegrita Zanteres, die uit 't ver trok der koningin-moeder door de wacht kamer komt, ziet met een lachenden blik neer' op de kleine gestalte, gekromd als een hondenrug, die onhoorbaar naast haar voortsluipt. Zoo sluipt hij steeds achter haar aan, dat schrale mannetje, magister Scho- velius, secretaris van kanselier Oxen-, stierna, ijverig werker, geleerde en tevens een halve nar aan dat hof van groote, blonde mannen en vrouwen. Er is een tijd geweest, dat de mooie Maegrita Zanteres er niet tegen opzag, zicli genadig neer te buigen naar die schamele, hopelooste liefde. Scliovelius was immers de secretaris van den almachtigen kanselier. Als hij praten wou, kon men veel belangrijks van hem te weten komen. Maar magister Sclio velius verkoopt zijn heer en meester niet voor wat liefde, en Maegrita Zan teres keek weer trots over hem heen. Sindsdien heeft zij er pleizier in, het. kromme mannetje nu eens belachelijk te maken met zijn stillen hartstocht, en hem dan weer door schijn van min zaamheid te martelen. Vandaag echter heeft Maegrita Zanteres geen tijd voor haar nar. „Jij me helpen hoont zij, den dwerg verachtelijk aanziend. „Daar ben je me nèt de rechte voor. Nee. Zij richt zicli levendig op en kijkt met. spanning naar luitenant Liljefors, die juist met snelle schreden aan komt ioopen van het kabinet des konings. Ilaar oogen lachen den knappen, welgebouwden man toe, over den nederig wegsluipenden nar heen. „Is er nieuws, Erik „Groot nieuws Op voorstel van den kanselier heeft, de koning .Jacob de la Gardie tot opperbevelhebber in Rusland benoemd. Hij vertrekt overmorgen met de Aeran naar Beval!" „Stil laten gaan." Maegrita Zanteres kijkt snel rond en trekt den jongen officier mee naar een nis. „Ik heb je noodig, Erik. In dienst der koningin en in den mijnen. We moeten Ebba Brahe. Haar stem wordt een snel, opge wonden fluisteren. Erik Liljefors luistert in ademlooze spanning. Zeer bedenkelijk staat zijn gezicht. „De koningin wil het, Erik," besluit Maegrita, haar stem weer verheffend. Erik Liljefors buigt, het hoofd. „Ik kari 't me indenken, maar 't blijft een gewaagde zet, en als de koning er achter komt. De mooie vrouw kijkt hem vleiend aan, en hij voelt haar hand op zijn schouder. Haar gezicht komt dichter bij het zijne, en zijn handen beginnen te heven. „Als 't lukt, Erik," fluistert zij hem in het gezicht, „laat 't me dan weten.... ik zal je morgenavond op de gewone plaats opwachten." Maegrita's donkere oogen zien hem aan met een lokkenden blik. Erik Liljefors schijnt in de diepte van die oogen weg te zinken, willoos. „Alles. alias voor jou, Maegrita." De kleine, gebochelde Schoveliusstaat bij de trap en ziet het tweetal heen gaan een wondermooie, levendige jonge vrouw en een trotsclien, jongen ridder, in wiens duizelende oogen een wilde hoop te lezen staat. „Misschien zul je me toch nog noo dig hebben, mooi, mooi kind," fluistert de dwerg, en krom loopt liij door met een stekende pijn in zijn arme borst. DERDE HOOFDSTUK I y.n heelen dag trekken er onweers- wolken over de Malarsee. Ook als de maan al gerezen is, spoken ze nog als zwarte flarden om haar bleeke gezicht. De weg ligt donker en eenzaam. Als troostende oogen kijken de helder ver lichte ramen der spinkamer uit de oude muren van den burcht der Bralies. Ebba Brahe is niet zuinig met liclit. Binnen snorren zacht de wielen. Wit linnen knistert en kraakt in de handen der dienstmaagden. Verhalen doen de ronde. Spookverhalen. Sprookjes over duivels en griezelige dwergen en kabou ters, over het gedrocht in den Jamta- val en den watergeest in de Klar-elv. Over geheimzinnige voorgevoelens en waarschuwingen Maar het wil vandaag niet best lukken met griezelen. Ondanks den donkeren onweersnacht, die buiten aan komt trek - ken. Het is hier te licht, te knus. Het stille lachje van geluk op het gezicht der meesteres verjaagt het gespook en de blikken van monsters. Ebba gaat met langzame, wiegelende schreden rond en snuit met haar schaar de kaarsen. Nu en dan gaat zij aan haar spinrokken zitten en laat zij een poosje den draad door haar handen glijden. Een paar der jongere meisjes zitten heime lijk te giechelen, want 't vlot vandaag niet best met het werk van de juffer. Telkens laat zijna een minuut of tien, de handen zakken en het wiel stilstaan Karin, die een mooie altstem heeft, begint te zingen „Spin, spin, mijn dochterlijn, morgen komt de vrijer dijn...." De vrouwen kijken schuins naar Ebba. .Maar haar gezicht betrekt niet bij het oude, droefgeestige spinsterslied. In haar klare trekken staat de zekerheid van haar gelukkige liefde. Dan slaat de stemming 0111, men wordt weer vroolijk. Er klinken zoiner- sche liederen op. Midden in 't opgewekte snorren der wielen heft Ebba luisterend het hoofd. Er klopt iemand huiten aan het raam. Geklop in den donkeren avond Gewoonlijk dringen de meisjes er schichtig en huiverend door bijeen op de lange haardbank. Maar vandaag niet. Zij zien hun jonge meesteres op staan en niet een blij vooruitzicht in 't gelaat naar de deur gaan. Vroolijk zingen de anderen door. Ebba's hart klopt wild, als zij door de kamer loopt. Gösta is er den heelen dag nog niet geweest. Zou hij het zijn Tj^en zwarte gedaante treedt buiten op Ebba toe en trekt beleefd de muts af. „Boodschap van heer Gustaaf." Ebba kent den man niet. Zij vraagt ook niet, wie hij is. „Gösta, Gösta zingt haar jonge ziel. Word! vervolgd. Regelmatig worden vele Cursisten van ons in deze steeds vooruitgaande be roepen geplaatst. Onze praktische lessen geven U vakkennis en zelf vertrouwen. Schrijf eens een brief om inlichtingen; het verplicht U tot niets. Ieder, die de lagere school heeft be zocht, kan de cursussen volgen en met onze hulp zijn doel bereiken. Ook hebben wij goede cursussen voor hen, die de ambachtsschool door liepen. LeiderH. Kramer, ingenieur. A Q Q r\ INSTITUUT voor MOOL/ BRIEFONOERWIJS ERNST CASIMIRLAAN 26 - ARNHEM Oir. J. VAN DER BIJ - HOOFDONDERWIJZER

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 31