„Laat ons maar loopen." De veteranen kijken een tikje ernstiger. Het weer f Een frissche, pittige wind, die den wandelaars moed en energie toezwaait, een zon, die straalt, zonder een oogenblik te steken. Zóó werkt alles mee, om dezen eersten dag van het wandelfeest te doen slagen Of liet lukt 1 Let maar eens op do troepjes, die daar aankomen Hoor, hoe zo zingen „Wij loopen de vierdaagsche mee, vol levenslust en moed. Als goede loopers blijven wij altijd op goeden voet." Zóó is het. En zóó trekt aan het einde van don eersten dag het zegevierende wandel- leger Nijmegen binnen. „Zegevierend." Want vol vreugde vertelt de leider der marschen mij 's avonds, dat deze geheele eerste wandeldag slechts vier uit vallers heeft opgeleverd het laagste percentage, dat ooit werd bereikt 2e dag. Wijehen, het wandelparadijs. Niet ver van Nijmegen ligt een vriendelijk dorpje, Wijchen ge naamd, met een gezellig, door boomen omzoomd marktplein. Het is daar, dat de tippelvreugd op het midden van den tweeden dag haar hoogtepunt bereikt. Juist als ik aankom, zet de marinekapel onder leiding van kapelmeester Leistikow er een pittigen marsch in. Onmiddellijk vliegt een troepje „rustende" wandelmeisjes overeind, een vroolijk stel soldaten volgt het goede voorbeeld.en in een ommezien is deze hoek van het marktplein één fleurig tafereel van tippelaars, die hand in hand in bonte rij een rondedansje maken. Ziedaar Wijchen in vierdaagsche-stemming, ten voeten uitIk zie hier vele oude bekenden. Daar is de meisjes-groep van „de Haagsehe vierdaagsche", monter, pittig en goed gehumeurd als steeds. Daar zijn onze grenadiers, ook al in een voortreffelijk humeur. (Hoort u maar wat ze zingen ,,'t Zij in voor- of tegenspoed, 'n grenadier gaat 't altijd goed!"). Daar is Da-di-do uit Den Haag, een klein, maar keurig marcheerend damesgroepje, met een onuitputtelijk repertoire van origineele wandelliedjes. Later komen de vijfenvijf tigers. Eén groep valt daar bijzonder op, de bijna zestig man sterke heorenafdeeling van een Amster- damsehe wandelsportvereeniging. Vol trots wijst hun leider ze mij aan, en ik moet hem volkomen gelijk geven deze niet-militaire groep heeft de kracht en de marsclitucht van een gardebataillon De stemming is en blijft voortreffelijk, zóó, dat zelfs de booze weergoden er blijkbaar niets tegen vermogen. Want een aandrijvende bui, die er uit ziet, alsof zij heel Wijchen onder water zou kunnen zetten, laat twee of drie druppels vallen.... en deinst af, zonder verder eenig kwaad te doen He. daa. Waalbrug- en Arnhemtocht. Vandaag zijn 1Sa 25 kilometer tijrpelen werd bij den I'lasmolen hel eerste dansje gemaakt. hen geoejende hand verbandgaas en een lik jodium voor blaren onder den voet. wij, persmensclien, de gasten van den Bond, die ons in auto's het parcours langs laat rijden. Kapitein P. G. Diirst Britt, die namens den Bond als gastheer optreedt, vervult, zijn taak op voortreffelijke wijze. Wij zien achtereen volgens den rijksweg NijmegenArnhem, die de waarheid dient gezegd geheel schaduwloos en overvol met auto's den tippelaars nu niet bepaald genot oplevert, het tweede gedeelte van het parcours der vijfenvijftigers, dat door de bosclirijke streek rond Bozendaalschen en Schelmschen weg voert; verder Arnhem met „Musis", altijd al een brandpunt van gezellig heid, en nu, met de vele tippelaars en belangstellenden, meer nog dan ooitTot slot onthaalt onze gastheer ons op een voortreffelijke lunch in het Nijmeegsche hotel „Metropol". de dag. De kroon o'p het werk. „De laatste loodjes wegen het zwaarst." Deze algemeene waarheid gaat voor de vierdaagsche niet op Hoe het wél is, hoort u van het troepje soldaten, dat daar juist langs trekt. „We hebben er drie gehad, en de vierde zal ons niet nemen." Inderdaad Wie tot aan den vierden dag is gekomen, is vrijwel zeker, dat hij de reis haalt. Vanmorgen ben ik nog een paar uur in Grave geweest, het mooie oude vestingstadje, dat voor den vierden wandeldag is, wat Wijchen is voor de tweedehet centrum van wandelgezelligheid. Ik zag er een aardig tafereeltjeDe vijf oudste vierdaagsche loopers (leeftijden tusschen 52 en 75 jaarhadden zich voor dezen laatsten dag tot een groep aaneengesloten en marcheerden onder een Oranje-banier, door den „Benjamin" van het gezelschap als vaandrig getorst, vol moed op het einddoel aan. En nn. de kroon op het werk Vanmiddag do intocht der duizenden, onder de toejuichingen der tienduizenden aan den kant van den weg. Bloemen en nog eens bloemen voor de dappere wandelsoldaten. Vanavondhet grandioze slotfeest, waarbij alle vermoeidheid van vier dagen loopen plotseling is verdwenen. Méér kan ik u niet vertellen, mijn tijd is om, en mijn copie ligt voor verzending klaar. Maar ik heb nog één goeden raad Komt in 1937 naar de Keizerstad en schaart u in ons groot vierdagen- leger! Tot zien. volgend jaar in Nijmegen. De dames van de Haagsehe Wandelsport Vereeniging .Mr. A. F. VAN LAKERVELD. zien niet tegen een paar kilometers op.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 19