DAT IS PRACTISCH VOOR OP REIS De vacanties zijn begonnen, koffers worden gepakt, men vliegt naar links en rechts in een zucht om de gewone dagelijksche sleur te ontloopen. Wat nemen we mee Vraag, die menigeen slape- looze nachten bezorgt. Vooral bij het veie reizen per auto of vliegmachine is uiterste beperking van ba gage geboden en komt het er op aan kleeren te kiezen, die niet al te besmettelijk zijn. In plaats van spierwit liever een naturelkleur of voor de donkere vrouw zacht grijs in plaats van kreukbare stoffen soepele, luchtige weefsels met wat wol erin verwerkt, die na 'n nacht uithangen weer alle sporen van het in een koffer geperst zitten verloren hebben. Onze plaatjes brengen een paar japonnetjes en een mantel, die uitermate geschikt zijn om de reis te veraangenamen. Het eerste jurkje ontleent zijn charme aan de garneering van leeren ceintuur met bijpassende knoopen van galalith, terwijl de applicatie van de zelfde stof op het lijfje een aparte noot geeft. Jurkje nummer twee is eenvoudig. Geschikt om in trein en op wandeling te dragen. Het is gedacht in zware shantung, die, vooral als ze nog nieuw is, overal tegen kan. Een fel-gekleurde ceintuur of zoo'n grappig Tiroolsch garnituur zal het in niet geringe mate opvroolijken. De mantel zal het vooral goed doen bij auto-reizen. Het wollen linnen is luchtig, beschermt tegen stof, kreukt niet en gekozen in een naturelkleur is het niet gauw vuil ook. Aardig is het model kraag en ook de wijze, waarop de mouw geknipt is. Tenslotte nog een paar pakjes voor degenen, die er niet van houden om in de stad. waar eventueel afgestapt wordt, zonder mantel te loopen. Het eerste pakje van imprimé met donker fond, waarop donker jasje, is uitermate geschikt omdat het niet vuil kan worden. Het jurkje met de opslagen van marineblauw op wit toile de soie staat jeugdig en is tegelijkertijd uiterst correct, terwijl het pakje van licht rose zijden linnen een uitgesproken gekleed karakter draagt. We gaan op reis Maar het kost heel wat hoofd brekens voordat de vrouw goed en wel in den trein zit. CATY VERBEEK.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 38