5 Marie wilde nog wat zeggen, doch Hampelman was al de deur uit. In het restaurant, dat stampvol was, nam hij plaats aan een tafeltje tegenover een aardig meisje, dat macaroni met ham at. Hampelman bestelde hetzelfde. Dat gaf direct contact en al gauw vlotte de conversatie. „Lust u Brusselsch lof V' vroeg Hampelman. „Br rilde het meisje. „Zoo hitter." Geroerd over zooveel sympathie reikte Hampel man haar de hand. „Dan zult u kunnen meevoelen wat ik meegemaakt heb. Van de week heeft mijn vrouw het mij al vijf maal voorgezet." „Ontzettend," zuchtte het meisje en ze keek mee warig naar den armen man, die dat alles had moeten doorstaan. Plotseling voelde Hampelman, dat iemand hem zat te fixeeren. Omkijkend zag hij zijn schoonmoeder, die, met haar zoon een paar tafeltjes verderop gezeten, hem met afkeurende blikken opnam. Hij wuifde hen vriendelijk toe, doch de beide anderen groetten niet terug. „-Nu wordt het meenens," dacht Hampelman en hij voelde een koude rilling langs zijn rug gaan. Even later zag hij zijn schoonmama en zwager op staan en zonder hem verder nog met één blik te verwaardigen vertrekken. „Dat beteekent oorlog," mompelde Hampelman. „Wat zegt u vroeg het aardige meisje verschrikt. „Oorlog i Daar heb ik nog niets van gehoord." „Bij mij thuis, beste meid. Ik verwacht nog heden avond het ultimatum." Het meisje keek hem medelijdend aan. „Als u hulptroepen noodig hebt, kunt u over mij beschik ken." „Dank je wel, lieve kind. Maar ik vrees, dat jij de zaak hoogstens zou verergeren." En zooals hij verwacht had, hoorde Hampelman reeds in de gang de stemmen van zijn schoonmoeder en zwager, die, zooals hij direct bij zijn binnentreden bemerkte, reeds met Marie een aanvallend en ver dedigend verbond gesloten hadden. Marie opende het offensief. „Zoo, dus daarom wil je niet meer thuis eten, daarom is Brusselsch lof niet goed genoeg meer voor mijnheer. Hij gaat met meisjes in een restaurant eten, terwijl ik. Hampelman wilde iets zeggen, maar zijn schoon moeder viel hem in de rede en ook zijn zwager deed een duit in het zakje. Tegen zooveel vereenigde machten was Hampel- man's nieuw verworven energie niet opgewassen, dus bracht hij de oefeningen van deel I weer in toepassing en trachtte naar een donkere punt te staren zonder aan iets anders te denken. Beurtelings fixeerde hij de groote broche, op Marie's blouse, het snorretje van zijn zwager en de wrat op de kin van zijn schoonmoeder en liet den stortvloed over zich heen trekken. Toen het driemanschap zich schor geredeneerd had, ontwaakte liij als uit een droom „En toch vertrap ik het, om nog één keer Brus selsch lof te eten." Vol verontwaardiging keken de verbonden mogend heden hem aan. Dus dat was de heele uitwerking van 't mitrailleurvuur geweestZijn schoonmoeder maakte zich gereed tot een nieuwen aanval. Maar Hampelman had er genoeg van, vliegensvlug retireerde hij de kamer uit, de gang door en verdween in zijn slaapkamer. Toen Marie, nadat ze haar bondgenooten uitgelaten had, hem volgde, lag haar echtvriend reeds in Morpheus' armen. Den volgenden morgen, Hampelman was juist bezig zich te scheren, werd er gebeld en bracht een jongen de boodschap, of mijnheer zoo vlug mogelijk bij mijnheer Zwartman wilde komen. In al die twintig jaar was dat nog nooit gebeurd. Van schrik liet Marie een theekopje uit haar handen vallen en gaf Hampelman zich een jaap in zijn wang. In hun ontsteltenis vergaten zij het echtelijk drama van den vorigen avond. „Wat.wat zou er zijn f" hakkelde Marie. „Ik.ik. begrijp er niets van," stamelde Hampelman, doch hij kreeg een vreemd gevoel in zijn maag en zijn handen trilden, toen hij een pleister op zijn wang plakte. Na haastig ontbeten te hebben, begaf hij zich naar het huis van Zwartman. Daar vond hij alles in rep en roer. In de gang kwam mevrouw Zwart man hem met tranen in de oogen tegemoet. „Och, mijn beste Hampelman, wat een schrik, wat een consternatie Hampelman, die nog nooit „beste" genoemd was en door Zwartman en familie slechts als partie négligeable behandeld was, bloosde. Bij stukjes en beetjes kreeg hij het heele verhaal te hooren, hoe Zwartman reeds lang niet goed was, maar van rust nemen niets had willen hooren. Doch gisteren scheen hij zich op kantoor erg over iets opgewonden te hebben, hij had haast niet gegeten en was in zijn kamer flauw gevallen. Op voorschrift van den dokter moest hij nu in bed blijven en ab solute rust houden. Mevrouw Zwartman ging Hampelman voor naar de slaapkamer, waar haar echtgenoot bleek en zwak in de kussens lag. Zwartman's hoofd herinnerde m niets meer aan een stukje gloeiend anthraciet, doch leek nu veel meer op een gedoofd kooltje. De beide mannen keken elkander aan, Hampelman min of meer schuldbewust. „Hampelman," sprak Zwartman, „het is mij een pak van het hart, dat ik gisterenmiddag gezien heb, dat je toch meer initiatief hebt dan ik gedacht had. Ik had nooit vermoed, dat je zooveel hart voor de zaak hebt." Hampelman zuchtte verlicht. „Ik geloof dan ook, dat ik je vol vertrouwen het beheer van de zaak zal kunnen toevertrouwen. Vandaag nog zal ik je procuratie verleenen." Sprakeloos van verbazing keek Hampelman hem aan. „U wilt mij procuratiehouder maken vroeg hij. „Natuurlijk," antwoordde Zwartman ongeduldig. Hampelman hei-stelde zich onmiddellijk„Tot uw dienst, mijnheer „Enen schrijf dien brief aan Pietersen maar zooals jij het je gedacht hebt." „Goed, mijnheer Gewapend met een dikken bos sleutels toog Ham pelman naar de zaak, waar hij van dien dag af de lakens uitdeelde. Niet voor niets was hij twintig jaar bij Zwartman in de leer geweest. Het bevelen ging hem schitterend af, dat moet gezegd worden en het overige personeel, stom verbaasd over Hampel man's metamorphose, gehoorzaamde gewillig. Dien middag at Hampelman biefstuk met dop erwtjes en pudding toe en Marie, nog steeds niet van haar verbazing bekomen, staarde haar man aan, als was hij een nieuw wereldwonder. Het derde deel van den cursus tot zelfontwikkeling bestelde Hampelman maar niet meer. Zijn stoutste wenschen waren vervuld. Maar toch is hij er tot heden nog niet zeker van, wat hem tot rebellie gedre ven en de omwenteling veroorzaakt heeft, die oefeningen of die overdaad van Brusselsch lof MOOI NEDERLAND DE HAVEN VAN SPAKENBURG

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 5