I
Terwijl U j
met
vacantie
bent,
y
werken WIJ aan de komende
„Winterweelde"
D
e prijs van de
nieuwe „Winterweelde
bedraagt slechts OU
Patronenkantoor Panora
MENEER BEENTJES EN ZIJN TYPISTE
een volledige» knip- en naaicursus
26
Terwijl l ontspan
ning zoekt, zoeken
WIJ de allernieuw
ste modellen uit
Weenen, Parijs en
Berlijn. En we gaan
pas uitrusten, als
we de zekerheid hebben, dat
ook dit jaar W i n ter weelde
de beste Ilollandsehe uit
gave op modegebied zal zijn.
Van alle model
len zullen wederom
knippatronen ver
krijgbaar zijn in alle
gebruikelijke maten
a 20, 35 en 50 ct.
Vervolg van pag. 23
1 lebt U nog nim
mer uw mantel of
japon zelf gemaakt
of had U er wellicht
moeite mee? Geen
nood: in de nieuwe
W i n t e r weel d e"
zullen wij L beknopt, maar
duidelijk vertellen, hoe uw
kleeding zelf te vervaardigen.
Ge krijgt ditmaal als *t ware
als één der vele voordeelen, die „Winterweelde voor iedere
Ilollandsehe vrouw onmisbaar maken.
ct.
I kunt hel nii reeds bestellen
Iliiiiion 24 uur na verschijning hebt U het
dan in bezit. Denk er tuit dat de vorige
editie in korten tijd was uitverkocht
Bestellingen L'inmen uIs volgt geschie
den door bemiddeling erin me agent
of bezorger; afgehaald aan het bureau
eau ons blad: door girostorting op
\o. I 12700; door toezending can
het bedrag per postwissel o/ in post
zegels (zooveel mogelijk d 0 ct.aan
fl s s -
a it p l e i it I
11 u a r I
Post
giro 142700
„Je bent. een uil, Beentjes zei hij
kwaad en driftig. ..En nog niet eens
een gewone uil, maar een onkiesche uil.
Doe me een pleizier en houd je mond
dicht."
Beentjes deed zijn oogen dicht, glim
lachte en stak zijn hand uit.
„Mocht ik nog twijfel voeden, beste
Ham," zei hij, „dan is die nu wegge
vaagd. Gefeliciteerd
Hamilton dineerde dien avond met
een blond meisje, dat waarschijnlijk
Vera heette, want met dien naam sprak
hij haar aan. Halverwege den maaltijd
sprak hij over Beentjes en diens voorstel.
Hij vertelde niet alles, wat Beentjes
gezegd had.
Het idee van een dag toeren werd
niet ongunstig ontvangen.
„Maar hij kan niet rijden lamen
teerde Hamilton. „Hij heeft 't pas
geleerd
„Ik wil kennis met hem maken,"
intwoordde het meisje, „en dit lijkt, me
een uitstekende gelegenheid."
„Maar. schat, als hij ons nu eens in
een sloot wipt Ik wil er heusch je
leven niet aan wagen."
„Zeg maar tegen Beentjes, dat ik 't
aanneem," zei ze heslist, en hiermee
was de zaak afgedaan.
Den volgenden morgen bracht Hamil
ton de boodschap over.
...Juffrouw Sackwell dankt je vriende
lijk voor de uitnoodiging, Beentjes."
„En ze neemt 't natuurlijk aan, hè
zei Beentjes voldaan. „Zoete Vera."
„Hoor eens, vrind," zei Hamilton ge
streng, ..je kunt wachten met. Vera
zeggen, tot zij er je permissie voor
geeft
„Niet zuur worden, kerel; niet ja-
loersch worden, ouwe jongen! Wapen
broeder en zoo. Je kunt Beentjes gerust
vertrouwen."
„Ik heb meer vertrouwen in haar
smaak," zei Hamilton vrij stekelig.
..Maar zal 't voor jou niet een beetje
eenzaam zijn
„Hoe bedoel je, Othello
„Ik bedoel, dat drie nogal een raar
getal is," zei Hamilton. „Zou je geen
nummertje vier op zien te duikelen
Beentjes hoestte en was zeer in de war.
„Nou, doordrijver," zei hij overbodig
luid, „ik lieh er over gedacht, om mijn
eh. mijn eh. typiste mee te vra
gen."
„Heel goed idee," zei Hamilton kalm.
„Juffrouw Whitland is een heel aardig
meisje Vera zal 't best prettig vin
den."
Beentjes verslikte zich in dankbetui
gingen en wrong volle twee minuten
de hand van zijn vriend.
De rest van de week gebruikte hij,
om tegenover Hamilton den aard zijner
gevoelens jegens Marguerite Whitland
te verklaren. Zoodra hij even den tijd
had en dat scheen den heelen dag
zoo te zijn kwam hij naar Hamilton
toe en redeneerde hij over het respect,
dat rechtgeaarde jonge officieren voor
waarde secretaressen behoorden te koes
teren. Aan het einde dier week had
Hamilton ongeveer den indruk, dat
het knappe meisje, hetwelk de litteraire
nooden van zijn compagnon diende, de
eigenschappen eener maagdelijke tante
vereenigde met de deugden eener
grootmoeder, en dat Beentjes voor
haar slechts een eerbiedige bewondering
koesterde, gedrenkt in volslagen onver
schilligheid.
Bij de vierenzestigste voordracht
kwam Hamilton uit den hoek.
„Ik begrijp natuurlijk best," zei
Beentjes, „voor zoo'n ouwen roofvogel
als jij, die woest neerschiet uit zijn
rotskloof en het eerste het beste aan
trekkelijke wezentje grijpt, dat zijn oog
treft.
Hamilton protesteerde heftig, maar
Beentjes bracht hem met een majestei
telijk gebaar tot zwijgen.
„Ik zeivoor zoo'n ouwen rakker nis
jij is 't misschienhoe zal ik zeg
gen
„Je bedoelt zeker onbegrijpelijk," zei
Hamilton.
„Dien knaap moest ik hebben ik
wou 't net zeggen," zei Beentjes. ,.'t
Lijkt jou natuurlijk onbegrijpelijk, dat
ik op zoo'n platonische, vaderlijke
manier belang kan stellen in de toe
komst van een knappe tikster."
„Heelemaal niet onbegrijpelijk," zei
Hamilton vierkant. „Je bent verliefd
op 't kind."
„Groote goeie hemelriep Beentjes
ontzet. „Hoe kom je er bij, Hammetje?"
De Zondagmorgen bracht vier plech
tige mensehen samen, waaraan er twee
toonden, dat zij zich buitensporig on
handig voelden, terwijl de twee anderen
deden, alsof zij elkander haar heele
leven gekend hadden.
Beentjes, die beurtelings op zijn
diverse beenen stond, verbaasde zich
onomwonden, dat de kennismaking had
plaats gehad, zonder dat er iets sensa
tioneels gebeurde een verbazing,
door duizenden mannen in dergelijke
omstandigheden gedeeld. Een woord
van bewondering over zijn auto, door
Vera uitgesproken, verweekte hem tot
een hysterische dankbaarheid.
,,'t Is lang geen slecht karretje,
ouwe jo.jonge vriendin," zei hij,
hoorbaar mopperend over zijn ver
gissing. „Lang geen slecht karretje.
Nu zal ik u de parel der collectie
laten zien."
„Zijn ze niet erg groot V' zei Vera,
met gepast respect voor de lampen.
„Ze gaan nooit uit," zei Beentjes ge
wichtig. „Ik kan u verzekeren, dat ik
met gretig verlangen naar de terugreis
uitzie ik bedoel natuurlijk, dat ik
nu al verlang naar den volgenden keer
ik zou natuurlijk niet graag willen,
dat de dag om was, en al die nonsens
meer. Enfin, waarde juffer Vera, we
moesten maar gaan."
Hij nam zijn plaats in en wenkte
Marguerite naast zich. Hij had dit kun
nen doen zonder uitleg, maar Beentjes
deed nooit iets zonder uitleg hij keer
de zich half om en keek Hamilton
kwaad aan.
„Je hebt er liever niemand bij, is 't
niet, oudje zei hij bot. „Trek je van
mij maar niets aan, hoor. Ze beweren
wel eens, dat je een spiegelbeeld in de
voorruit kunt zien, maar ik ga zóó op
in 't rijden...."
„Rij dan!" snauwde Hamilton.
Toch werd het een heerlijke dag, en
Beentjes reed uitstekend, tot verbazing
van iedereen, ook van zichzelf. Hij had
het heimelijke plan gekoesterd, naar
Brighton te rijden maar niemand ver
moedde daar iets van, en het kon nie
mand veel schelen, en de wagen gleed
prettig voort door de vlakte van Salis
bury.
Toen zij ergens thee zaten te drinken,
vroeg Hamilton, of Beentjes niet iets
gezegd had over Brighton maar Been
tjes glimlachte slechts. Zij vertrokken
in den schemer uit Andover maar