DE ZOMER IS NOC NIET TEN EINDE.... 38 Maar tóch lanceeren de Parijsche modevorsten hun laatste créaties al bij openbare gelegenheden en natuurlijk ook via de étalages der chique maga zijnen. De hoedenmode van morgen Kanden, die weldadige schaduwen over liet ge zicht werpen kleine dopjes, die vèr van het voor hoofd gedragen worden platte bollen, die maken, dat het hoedje boven op het hoofd danst en met 'n elastiekje op zijn plaats gehouden moet worden geweldige puntbollen, die de draagster enkele cen timeters langer doen schijnen. Zoo ooit, dan is het dit jaar „elck wat wils". Als materiaal vinden we naast soepel haarvilt ook Ook al weer zoo'n hoedje, dat het hoofd slechts ten deele bedekt 011 dus een zorgvuldig verzorgde coif fure eisclit. De vierde hoed ontleent zijn charme aan de brutale wijze, waarop de bol ingeknipt en gevouwen is, ter wijl de laatste créatie, door Suzy „1001 nacht" ge doopt, versierd is met mooie zwarte aigrette. De kleurnuances van deze toque werden ver kregen door het vilt afwisselend aan beide zijden te gebruiken. De hoedjes voor het komende seizoen Keus ge noeg, maar. oppassen blijft het om niet te ver vallen in een dopje, dat wèl heel aardig is, maar niet bij ons gezicht past. OATY YEKBEEK. veel fluweel, terwijl veeren hoe langer hoe meer in de mode komen. Dit laatste is anders niet erg practisch tegen den herfst met zijn windvlagen en regendagen. Het bijzondere van den eersten hoed bestaat niet alleen in den typischen hoogen bol, doch ook in het gebruik van band-fluweel in plaats van het klassieke rips-lintje. Hoedje nummer twee vertoont een welkome variatie op het thema der voiles. "Waar het haar op deze wijze uitstekend beschut wordt tegen weers-invloeden, zou het wel eens kunnen dat deze dracht spoedig po pulair werd. Het derde plaatje brengt 'n gekleed hoedje, dat grootendeels uit de gratie bestaat van haneveertjes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 38