DE JEUGDLIEFDE VAN EEN KONING door CAxel Rudolph 30 EBBA BRAHE Met brandend voorhoofd kijkt Erik Liljefors den maarschalk na, die zich zonder meer heeft omgekeerd en wegloopt. EerloozeHet woord doet zijn handen heven, terwijl hij Ebba den hoofddoek brengt. Ophouden f Teruggaan 't Hij was al zoo ver gevorderdDe soldaten in 't voorschip maken al ruwe grappen over den jongen officier, die den heelen middag tegen de juffrouw hoven heeft zitten lonken. Een kameraad, de jonge Sven Mylius, heeft zooeven die vertrouwelijkheid van Liljefors tegen over Ebba Brahe opgemerkt en hem in 't voorbij gaan met een knipoogje gefeliciteerd. De grendel van de trapdeur is onbruikbaar gemaakt 't is een klein kunstje, dezen of genen te laten zien, dat hij het trapje afgaat, 't Is te ver, hij kan niet meer terug. Erik Liljefors ziet den glimlach van Maegrita's rooden mond en vergeet het ernstige woord van den opperbevelhebber. De grendel van die deur is kapot, 00111 Jacob. Ebba wil naar beneden gaan, maar blijft met één voet op het trapje staan en ziet om naar den maar schalk, die haar met hoffelijken ernst goeden nacht heeft gewenscht. „Misschien wilt u hem morgen even laten maken." „Dat kan direct gebeuren." De la Gardie ver heelt zijn schrik. „Ik zal meteen den timmerman laten roepen." „WelneeEbba schudt glimlachend het hoofd. „Laat u maar 't is al zoo laat. Morgen komt er weer een dag." „Ik laat 't toch liever. „Nee, oom Jacob." Zij kijkt hem hartelijk aan. ,,'t Hoeft echt niet. Ik heb mijn kamer op slot, en u past op me, dus ik ben ook zonder grendels en sloten veilig." De la Gardie blijft staan en kijkt peinzend naar de deur, die Ebba achter zich toe heeft getrokken. De deur kiert. De grendel hangt er los bij. Den timmerman uit zijn kooi laten porren, al wil Ebba 't niet. De la Gardie wil den bootsmaat al roepen, als een nieuwe gedachte hem den mond sluit. Die grendel is niet per ongeluk kapot gegaan. Duidelijk staat hem weer'het beeld van Erik Lilje fors voor oogen, zooals die zich vanmiddag verlegen van die deur oprichtte. Zijn woorden klinken hem in 't oor. „Ik kijk 't even nadie grendel wil niet goed dicht." Waarom heeft Liljefors niet meteen den timmerman laten komen om de zaak in orde te brengen I Vergeten Of opzettelijk nagelaten 't Beteekent niets, aanstonds order te geven tot de reparatie. Maar wie staat er voor in, dat de boel straks niet wéér vernield wordt, straks in 't donker, in de eenzaamheid 1 Noch de roerganger, noch de matroos in den uitkijk kan zien, wat er op deze plek gebeurt. Jacob de la Gardie drukt de lippen op elkaar en blijft voor de deur staan. „Haal mijn jas uit mijn hut, en een deken," roept hij snelberaden den maat, die juist passeert, toe. „Breng ook maar een stoel. Ik blijf aan dek vannacht." Erik Liljefors ligt al een paar uur op de loer in de dichte scha duw van den grooten mast, achter kabels en persennings verborgen. Gaat de maarschalk nu nog niet naar bed De bootsman heeft allang stilte gefloten. In 't. voor schip is alle licht en vuur gedoofd. Kapitein en officieren zijn in hun hutten. Maar Jacob de Ia Gardie loopt nog steeds heen en weer over het dek. Nu haalt hij iets te voorschijn uit de schaduw van het bovendek, hij trekt het naar zich toe. Een groote KORTE INHOUD VAN HETGEEN VOORAFGING Voor het oude adellijke slot der Brahes houdt de koets stil van Jacob de la Gardie, die om de hand komt vragen van Ebba Brahe, die bij haar oom in woont. Doch deze laatste brengt hem in den slottuin en toont hem een intiem tafereeltje den jeugdigen Zweedsehen koning Gustaaf Adolf minnekoozend met de uitverkorene zijns harten, Ebba Brahe. Koningin Christina van Zweden, zijn moeder, en kanselier Oxenstierna zijn op de hoogte van de verliefdheid van den jeugdigen vorst. Aan baron Erik Liljefors en Maegrita Zanteres, een hofdame, wordt door koningin Christina verzocht, haar te helpen om koning Gustaaj's ontmoetingen met Ebba Brahe te verijdelen. Jacob de la Gardie wordt door kanselier Oxenstierna naar Rusland gezonden als opperbevelhebber. Liljefors en Maegrita Zanteres spannen samen tegen Ebba Brahe. Op een avond verschijnt een onbekende aan de kasteel poort van slot Brahe en brengt een boodschap van „heer Gustaafzooals hij zegt. Ebba Brahe wordt ontvoerd. Doch op 't allerlaatste moment verschijnt Gustaaf Adolf en jaagt de ontvoerders op de vlucht. Een eskadron dragonders wordt door kanselier Oxen stierna belast, den koning op slot Brahe af te halen. Luitenant Liljefors moet aam Maegrita Zanteres de mislukking van de ontvoering bekennen. Als Jacob de la Gardie naar Reval vertrekt, wordt hem op zijn schip Ebba Brahe, naar hem door Erik Liljefors wordt meegedeeld, op last van koning Qustaaf zélf, toevertrouwd. Ook Ebba Brahe zélf meent, dat alles op last van haar beminde plaats vindt. Intusschen probeert een gezantschap uit Brandenburg een huwe lijksverbintenis tot stand te brengen tusschen Zwedens koning en de Brandenburgsche prinses Eleonora. Tijdens de receptie der gezanten wordt kanselier Oxenstierna onwel en neemt Gustaaf Adolf zélf de leiding van het onderhoud. Men tracht het Guslaaf Adolf voor te stellen, alsof Ebba Brahe vrijwillig met Jacob de la Gardie vertrok. De koning is diep ontgoocheld door hetgeen hij verraad noemt aan zijn oprechte liefde. Maegrita ZanUres begint den koning het hof te maken, doch deze verstoot haar, achter dochtig geworden door de vermeende ontrouw van Ebba Brahe, en wil naar Brandenburg vertrekken. Erik Liljefors wil Jacob de la Gardie ertoe overhalen Ebba Brahe desnoods met geweld te veroveren. Dan zal Erik Liljefors zelf trachten Ebba Brahe in op spraak te brengen. Doch Jacob de la Gardie dwars boomt de snoode plannen van den verrader en stelt zich voor Ebba Brahe op de bres. leunstoel, waarop een deken ligt, die half over den vloer sleept. Erik Liljefors staat woedend op zijn tanden te knarsen. Zijne hoogheid de opperbe velhebber wil de wacht houden als een gewoon soldaat de wacht voor het vrouwenkwartier. Hij heeft den kapotten grendel VIERDE zeker gezien en argwaan opgevat. Vandaar ook die VcKVUH? waarschuwing. Erik Liljefors voelde neiging, om op te springen en De la Gardie aan te vallen. Dat was misschien nog zoo'n slechte zet niet een tweegevecht om Ebba Brahe, zoowat voor haar deurErik Liljefors is jong en sterk, en een goed schermer. De la Gardie is. bij hem vergeleken een oude man. Hij heeft in geen tijden met den degen gevochten. De uitslag kan niet twijfelachtig zijn, na een onverwachten aanval. Hem neerstooten, flink lawaai, tot er anderen toeloopen.dan zien ze hem op t trapje staan, en misschien komt Ebba zelf ook naar buiten dan is ze op alle manieren haar naam kwijt MaarErik Liljefors tast met een zachten vloek aan zijn zijde. Hij draagt geen uniform, maar een zijden wambuis. Zijn degen ligt beneden, in zijn hut. Om dien te halen, zou hij langs den man heen moeten, die daar voor de'trapdeur de wacht houdt. De zwarte pest over alle plannen Erik Liljefors bijt zich in de hand van woede. Het lokkende beeld van overwinning zinkt weg. Als een spook wijkt de schoone gestalte van Maegrita Zanteres weg in verre verte, een vervliegende nevel, ongrijpbaar, onbereik baar. Er blijft niets over dan één woord, dat schroeit en marteltEerlooze In zijn wijden zwarten mantel gewikkeld zit Jacob de la Gardie in zijn stoel op het dek. Nu en dan spieden zijn oogen scherp naar den kant, waar de groote mast forsch en donker opstaat uit de planken. Bewoog daar niet iets achter het touwwerk Alles blijft stil. Er sluipt geen voetstap over het dek. Niets verdachts. De aflossing voor den man aan 't roer stommelt door 't luik in 't voorschip en loopt over 't dek. Even kijken de manschappen verbaasd naar den eenzame, die roerloos in zijn leunstoel zit. zij kijken nieuwsgierig, herkennen den maar schalk en gaan met een verwonderden groet verder. Eentonig klotsen de golven om het schip. Jacob de la Gardie peinst. Waarom zit hij hier f Voor wien waakt hij over het meisje, dat zoo ont roerend haar vertrouwen in zijn zorgen uitsprak Voor een ander voor een gelukkiger mede minnaar. Naar dien ander gaat haar hart uit en de warmte van haar oogen. Hij, Jacob de la Gardie, krijgt genadig een handje en mag dan opzij treden hij is oom Jacob. Als het voor Ebba het geluk was .Jacob do la Gardie is groot en sterk genoeg, om een offer te kunnen brengen voor het geluk der geliefde. Maar wat bergt de toekomst voor Ebba Brahe 1 Smaad en vijandschap en lagen, als Gustaaf Adolf haar inder daad tot zijn gemalin wil maken. Spot en schande, als hij 't. laat blijven bij een dartel spel. Heeft hij misschien gelijk, die jonge officier, die hem gisteravond dat verlokkende lied voorzong Was 't niet beter, haar op te schrikken uit een roes, die niet anders zijn kon dan kort en op een treurig ontwaken moest uit- loopen l De maarschalk keek peinzend naar den losgewerkten grendel. Had hij 't recht wel, den man, die aan dien grendel had geknoeid, voor eerlooze uit te schelden f Erik Liljefors was Zweedsch edelman, Een scène uit den dertigjarigen oorlog. In het midden, op het zwarte paard, met bepluimden hoed. de Zweedsche koning Gustaaf Adolf zelf (naar een schilderij van den Hol- landschen schilder JM. de Jonghe).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 30