'T WAS KERMIS IN GOES - Den eeisten day da, <r.i» heel de slad en hail Z.utd-Deteland al op de been am de spullen te keuren a, de kramen te zien. Neen, de oude kermis „in stad" is het niet meerHeel Zuid- Beveland zit niet als weleer te hunkeren naar dit festijn. De boerenjongens sparen geen zak met rijksdaalders meer op om die met hun uitverkorene kwistig te verteren in schommelschuit, wafelenkraam, kermisspul of op den dansvloer. De tijd is lang voorhij, dat de Goesche kermis de eenige gelegenheid per jaar was, waarop men zijn amusements behoefte bevredigen kon. Men ziet ze niet meer, die heele rijen hossende jongelui, hoofd verhit, hoedje achterover, met serpentines omkranst, de straat vullend tot laat in den avond met hun persoon en hun schorre gezangen, handen en voeten, ja al hun vermogens in de weer om hun te lang bedwongen levenslust te ventileeren. Ook de plattelandsche jongelui zitten immers week in, week uit niet meer als een kikker op 'n kluitje. Auto, motor en fiets hebben het isolement der dorpen opgeheven. De vermaken liggen overal voor het grijpen aan sparen voor de kermis komen ze bijna niet meer toe. En daarom is het aspect van de Goesche kermis, ook in dat opzicht, zeer veranderd. Het is allemaal ingetogener, rustiger en bedaar der geworden wat weer niet zeggen wil, dat alle ,,sju" er nu van af is. De kermis, ook de Goesche kermis, is al jaren in beklag en de meest-optimistische lieden onder die pessimisten beweren, dat ze haar eigen dood aan het sterven is. Desondanks is ze nog springlevend, zooals ook de foto's op deze pagina's even overtuigend als opgewekt illustreeren. Een instelling, die dan ook met zulke sterke wor tels en vezels in de volksgewoonten der eeuwen vergroeid is die zooveel geslachten onweerstaan baar geboeid, verrukt en vermaakt heeft, is niet een, twee, drie door een zwenking van den tijdgeest om zeep gebracht. De kermis heeft 'n taai bestaan omdat de meeste De kermishartstochten ontwaken pas, als de eerste prijswinnaars de schiet- of werptenten verlaten. menschen er hun mooiste jeugdherinneringen aan hebben en omdat zij spreken blijft tot het kinder lijke, dat in de groote menschen sterker vertegen woordigd is dan men zich bewust is. Hoe blijft het bonte, het romantische lokken Hoevelen vergeten op zoo'n kermis hun jaren, om nog eens even dwaas te doen en het menschelijk op zicht te braveeren, en hoeveel meer nog, die zouden willen, dat zij ook dien moed eens hadden. Die kermis-naïveteit werkt aanstekelijk. Stijf- deftige menschen ziet men vaak met prullen naar huis loopen, gewonnen met touwtjes-trekken, die ze anders nog niet zouden aankijken 'n boerenzoon, die zich in 't gewone doen nogal voelt, marcheert met een fluitketel uit de werptent en een matrone, die van een winkelier verlangt, dat 't kleinste pakje nog thuis wordt bezorgd, sleept nu ingelukkig een kachelplaat of salonspiegel door de stad, wijl het rad van avontuur haar gunstig was. Natuurlijk iR de kermis innerlijk en uiterlijk Maar een rechtgeaarde Zeeuw kijkt toch eerst ns een tijdje de kat uit den boom.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 18