.MMtV V/7 MAW - Natuurlijk is de jeugd er 't eerste bij om van de velerlei draaiende vermakelijkheden te profiteered. Met kermis en met de toondagen, dan is het Goesche marktplein nog te klein. Rechts: De Goesenaars raken van de hengelwoede bezeten. veranderd; antiek van oorspi'ong, blijft ze, juist door haar jeugdigen inslag, genoeg kind van haar tijd, om met dezen mee te evolueeren. Het „hoofd van Jut" waarop destijds jong man nelijk Nederland met edele wraakgevoelens tegen den huichelaohtigen moordenaar van mevrouw v. d. Kouwen en haar dienstmaagd, den hamer liet neer- daveren, tegen betaling van één dubbeltje voor drie klappen en met de kans op een decoratie, die blonk als blik, is niet meer. De exploitant van dit instru ment der wrake en lintjesregenmaker tevens, staat nu of anders zijn zoon met een automatischen prijsbommenwerper zijn brood te verdienen, waaruit toch wel zeer overtuigend blijkt, hoe de beschaving ook zulken eenvoudigen lieden niet voorbij gegaan is De worstelaar op het kleedje, de dame met den baard,, het kalf met twee koppen, de planeetlezer met den papegaai, de moordliedjeszanger in veertig coupletten, de vuurvreter, degenslikker en de boeien- koning zijn met de hobbelende geit en den grimmigen leeuw uit den draaimolen verdwenen, maar we heb ben nu de cake-walk, de auto-shooters, de gemoto riseerde zweefmolens, de lachhuizen, rutschbanen en explicateurs met een luidspreker. Gepofte paardeboonen, limonade van gesmolten stopflesschenzuurtjes hebben de wijk moeten nemen voor de ambtenaren der Warenwet, doch het doet goed aan 't hart, dat de traditioneele oliebol, hoewel verraderlijk besprongen door de uitheemsche patates frites, zich heeft weten te handhaven, misschien dank zij de bedwelmende walmen, waarmee hij zich verdedigen kan, doch zeker ook uit hoofde van zijn goed-Hollandsche kwaliteiten. Evenzoo stemt het tot verheuging, dat bij al wat veranderd is, de jeugd nog met hetzelfde enthou siasme en zonder eenige reserve van de kermis geniet. Als altijd staat dat jonge goedje glunderend te keuren bij de heerlijkheden der suikergoedkraam, totdat de secuur omknelde centen in hun hand de kookhitte bereikt hebben. Zij waardeeren alles; vinden iedere verandering een verbetering en nu de lach der grooteren door crisiszorg en geblaseerdheid op een kermis wat te weinig gezien wordt, schalt het jolijt der kinderen des te verkwikkender rond al het bizarre, dat de dagelijksehe slem- in een provincie stadje zoo radicaal komt breken. RENTED RE VELT. En al dra volgen jolige Zeeuwsche schoonen 't voor beeld 't Plezieivan 't kijken is haast even groot als van 't fui-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 19