Normacol
„De krachtigste
middelen heb ik
genomen, Dokter.
Nu werkt A
niets meer!"
Ruw-
reinigende
laxeermiddelen
zijn dikwijls
gevaarlijk
voor regelmatige
werking!
Vaarwel, Engeland!
M aar al ie vaak worden „ruw-reini-
gende" laxeermiddelen ingenomen, die
een radicale „opruiming" beloven én
veroorzaken, maar op den duur een
schadelijken invloed kunnen hebben.
0A
32
99
99
Normacol is absoluut
onschadelijk.
De Normacol-korreltjes, bereid uit
plantenhars, zwellen in den darmin-
houd gelatineus op en maken de
ontlasting los en gemakkelijk. De
normale darmlediging wordt door
Normacol hersteld.
U raakt er niet aan gewoon.
In tegenstelling met de „ruw-reini-
gende" laxeermiddelen, waarvan een
steeds grootere dosis moet worden
ingenomen om eenig resultaat af te
werpen, raakt U aan Normacol niet
gewoon.
De kleine hoeveelheid zuiver
plantaardige frangula, die Normacol
bevat, stelt de spieren van den darm-
wand in geregelde werking, totdat
de normale toestand weer is inge
treden. Prijs fl. 1.-, groote bus
fl. 2.20; verkrijgbaar bij alle apo
theken en goede drogisterijen.
Na ontvangst van onderstaande cou
pon sturen wij U gratis een monster
busje Normacol, genoeg voor 2 dagen.
Stuur ons de coupon nu in open enve
lop, gefrankeerd metV/2 ct. postzegel,
of zend ons een briefkaart.
Aan C. N. Schmidt, Keizersgracht 31,
Amsterdam C.
Den Heer:
Mevr.:
Mej.
Adres:
Plaats:
Een marcheerende troep nadert door
de breede tentenlaan. In 't gelid rukt
de wacht aan, een af deeling van het
blauwe regimentkapitein Gustaaf
VVrangel vooraan. Jacob de la Gardie
geeft een snel, geruststellend teeken
met de hand.
..Wacht halt
Degens en hellebaarden kletteren.
Verwonderde soldatenoogen bekijken
de groep bij de officierstent.
Ebba Brahe heeft een gevoel, als
riepen en maanden haar die kletterende
wapens. Eén sterke geestdrift stijgt
vlammend in haar op. Is 't, liet trotsche
bewustzijn, dien woesten, halfdronken
troep getemd en tot rede gebracht te
hebben Is 't de verbaasde, bewonde
rende blik van Jacob de la Gardie
Of zijn het de oogen van den jongen
Bengt. van Rosen, die met onbegrensde
toewijding naar haar staren Ebba
Brahe vergeet, dat zij een bescheiden
Xweedsoh joffertje is, dat hierheen
kwam met geen ander verlangen, dan
een stil, intiem, eenvoudig geluk te
smaken door de nabijheid van den
geliefde. Zij schrikt zelf van de golvende
gloeiing, die heftig en onhoudbaar uit
haar innerlijk breekt, die haar gestalte
doet rijzen en haar oogen doet lichten
van een hooger dan aardsch vuur.
„Spreekt niet over mij, heeren Het
is, of er een storm beeft in de stem van
Ebba Brahe. „Daarginds ligt Reval
Spreekt daarover Moeten ze elders
in de wereld zeggen, dat liet, Zweedsche
staal niet meer bijt, dat de zonen van
Zweden niet meer vechten kunnen
Moet de Deen en de Pool in zijn vuistje
staan lachen De handen van den koning
en den kanselier zijn gebonden, zoolang
het veldleger hier vastligt voor Reval.
Maakt ze vrij, heeren Draagt de
Zweedselie vlag vooruit naar de zege 1
Neemt Reval En als de koning komt,
gaat hem dan tegemoet met vliegende
vaandels, met lauweren omkranst
als overwinnaars
„Zweden en Wasa
„Leve Gustaaf Adolf
Als golven van een branding slaat de
galm terug, over de hoofden heen van
de mannen voor de officierstent. Kapi
tein VVrangel is op de tafel gesprongen en
zwaait wild met zijn hoed. Ebba Brahe
heeft zich omgekeerd naar Jacob de
la Gardie, die er half verdwaasd hij
staat. Haar opgeheven handen bidden
en smeeken.
„Geef bevel tot den aanval, De la
Gardie
En het brniseht uit de rijen dei-
officieren „Laat storm blazen, maar
schalk....! Laat aanvallen!"
Jacob de la Gardie is een te ervaren
veldheer om niet te weten, welk gevaar
zoo'n onvoorbereide aanval meebrengt.
Maar hij is ook ervaren genoeg om te
weten, dat men van zoo'n geestdrift
gebruik moet maken, zoolang het vuur
vlamt.
Wordt vervolgd
NAAR DE SCHILDERIJ VAN FORD MADOX BROWN
(1821-1893)
IJet schilderij dat onze lezers in kleur
gereproduceerd vinden op neven-
-taande bladzijde, is een der opmerkelijk
ste werken van de Engelsche tentoon-
-telling in het Stedelijk Museum te
Amsterdam zoowel om het sterk anec-
dotische karakter van het onderwerp als
om de bijna brutaal felle kleuren, waar
mee het gepenseeld is. Over de intrinsiek
artistieke waarde kan men natuurlijk
van meening verschillen eii het is van
zelfsprekend, dat een schilderij van
Reynolds of Gainsborough, van Hogarth
of Raeburn op veel hooger kunstniveau
-taan. Toch behoorde Madox Brown tot
de begaafdste schilders van zijn tijd en
vooral zijn monumentale muurschilde
ringen voor het stadhuis van Manchester
met historische onderwerpen bezorgde
hem een vermaardheid naar wijd en zijd.
Het schilderij dat onze lezers hier
aantreffen is bekend onder de Engelsche
benaming „The last of England". Het is
geïnspireerd door de groote landver
huizing, die in 1852 haar hoogtepunt
bereikte. De beide hoofdfiguren zijn
portretten van den kunstenaar en van
zijn tweede vrouw Emma. Begonnen in
1852 werd het eerst in 1855 voltooid.
Wie de minitieuze schildering der tal
rijke details ziet, zal zich daarover niet
verwonderd toonen. Met bijna foto
grafische juistheid zijn alle voorwerpen
afgebeeld. De stofuitdrukking is mees
terlijk benaderd en de afwerking van
deze schilderij, een elliptisch paneel,
moet den schilder honderden werkuren
hebben gekost. Het is bovendien de
grootste versie van dit thema, door
Brown herhaaldelijk en in verschillende
technieken behandeld. Talrijke notities
in zijn dagboek toonen, hoe hij zelf dit
schilderij waardeerde.
Wat in dit werk vooral opmerkelijk
is, zijn wel de bijna luministische
kleuren felle contrasten, doch ondanks
al hun afzonderlijke felheid goed har
monieerend tegen elkaar gezet. Beter
voorzeker op dit schilderij dan op zijn
andere werk Engelsche herfstmiddag,
dat hij tegelijkertijd voltooide, maar
waarin de kleuren iets branderigs heb
ben, iets minder edels, iets banaler met
andere woorden. U moet bij voorbeeld
zien hoe op het onderhavige werk
gezocht is naar een harmonie der
contrasten rondom het teere vrouwen
kopje het teere grijs van den geruiten
wollen mantel tegen het felle rose-
karmijn van den keelband, het bruin van
de overjas en het groenige blauw der
parapluie. En dan vallen er nog zooveel
typische details op te merken zoo bij
voorbeeld het kleine kinderhandje in de
hand der vrouw, de figuren op den ach
tergrond, de roode en witte kooien opge
hangen aan het tot in het kleinste
vezeltje natuurgetrouw nagebootste
tuigage van het schip, een jasknoop, een
hoedenkoord, het stugge bruine dekzeil.
Het is alles naar grootscher aangelegden
kunstzinnigen maatstaf geen groote
kunst, maar liet blijft toch werk dat voor
zijn tijd zijn beteekenis heeft gehad en
om zijn zoo totaal anders gerichte ge
aardheid van invloed is geweest op de
ontwikkeling der Engelsche schilder
kunst, op het ontstijgen aan het
moeras van het eonventioneele en
droge, waarin deze kunst in die jaren
was verzand.
Als zoodanig verdient ook dit werk
van den voorlooper en vriend der Prae-
Raffaëlieten onze aandachtige beschou
wing en onze waardeering.
Sch.