23 „Poezei Beentjes. „Advocaten zijn niks." Hij kwam dien middag meer te weten, want Sanders kwam en gaf een tamelijk rooskleurigen kijk op de toekomst. ,.Ik word een beetje duf, Beentjes," zei bij, ,.en nu lijkt dit me een heel geschikt en voordeelig werkje." „Hoe bent u er aan gekomen, excellentie vroeg Beentjes. Zijn houding was er eene van onbewimpelden tegen zin. Misschien was hij een beetje op zijn teentjes getrapt, dat Sanders het buitenkansje niet door zijn bemiddeling gekregen had. „De advocaten schreven me, of ik er zin in zou hebben ze wisten, dat ik aan de Kust gediend had," zei Sanders. „Ik wist natuurlijk heel weinig van de Handelsmaatschappij Mazeppa ik had alleen wel eens gehoord, jaren geleden, dat 't een erg voordeelig zaakje was. De advocaten vertelden openhartig, dat 't niet zoo erg best meer ging, door verkeerde leiding. Maar er kan nog een massa ge beuren, zeggen ze nieuwe posten stichten en zoo en ik moet eerlijk zeggen, dat 't me heel goed aanstaat, 't Zal hard werken worden, maar 't is een fatsoenlijk salaris." „Eventjes halt, heer excellentie," zei Beentjes. „Hoeveel hebt u op moeten dokken voor aandeelen?" Sanders kreeg een kleur. Hij was een stil man, en hij praatte nooit over zijn financiën. ,,'n Duizend of vijf," zei hij wat verlegen. „Da's natuurlijk wèl een hand geld maar al lukt 't niet, dan heb ik toch een contract voor vijf jaar, dus ik krijg mijn geld royaal terug aan salaris." Dien namiddag bleef Beentjes zitten, toen Hamil ton weg was, en hij had gezelschap van mejuffrouw Marguerite Whitland, een jongedame, wier oordeel hij duizelingwekkend hoog aansloeg. Hij had haar een overvloed van werk gegeven, en het regel matige tikken van de machine drong zwak door de tusschendeur. Beentjes zat aan zijn bureau, met de kin in de hand, een zeer nadenkende jongeman, en voor hem lag een avondblad, de beurs-pagina boven. Er was in sommige aandeelen nogal iets te doen geweest de schrijver van het beursoverzicht merkte althans op „Opmerkelijk was de vastheid der aandeelen Handelsmij. Mazeppa, waarnaar steeds vraag was, sluitend op 19 s. 9 d. Mazeppa-aandeelen wa ren in jaren niet verhandeld men wist niet beter, of de mij. zou liquideeren, en de aandeelen waren niet meer waard dan 't papier, waarop zij gedrukt waren. Xu loopen er geruchten van een reorganisatie er schijnt aanmerkelijk nieuw kapitaal gevonden te zijn met het doel, de bestaande zaken uit te breiden." Beentjes las dit stukje eenige keeren, en aan 't einde, van iedere lezing sloeg hij weer aan 't peinzen. Eindelijk stond hij op en liep naar liet kantoor van zijn secretaresse, en het meisje keek glimlachend op, toen Beentjes op den hoek van haar bureau ging zitten. „Jongejuffer," zei hij rustig, „heb je ooit iemand over me hooren praten in deze onze waarde stad „Jawel," zei ze verwonderd. „Geweldig complimenteus zeker, hè oudje zei Beentjes even bedaard, en het meisje kreeg meer kleur. „Vindt u 't er op aan komen, wat de menschen zeggen „Nee, eigenlijk niet," zei Beentjes, „zoolang er een engelachtige jeugdige typiste is, die een goed woord over heeft voor den armen ouden Beentjes." Hij legde zijn hand op de hare, en zij liet het zoo zonder protest. „Ze vinden me een mesjoggen aas. is 't niet V' „0 nee," zei ze vlug, „heelemaal nietZe zeggen, dat u een beetje vreemd bent." „Da's 't zelfde," zei Beentjes. „Als je in zaken vreemd bent, ben je een mesjoggen aas." Hij omvatte de hand onder de zijne, en ook nu protesteerde zij niet, noch onttrok zij haar hand aan den wat klammigen greep. „Waarde lieveling...." begon Beentjes, maar zij stak een waarschuwenden vinger omhoog. „Waarde typiste," zei Beentjes, zonder verlegen heid, maar gehoorzaam, „veronderstel eens, dat er iets gebeurde met den gladden knaap, die hier den boel bestuurt de hersenen van de onderneming, als ik 't zoo zeggen mag. „Kapitein Hamilton V' zei het meisje verwonderd. „Nee, ik," zei Beentjes ontnuchterd. „Zei ik dat niet V' „Hoe bedóèlt u gebeuren," zei ze verschrikt. „Wat ou u kunnen gebeuren „Veronderstel eens dat ik blut raakte," zei Been tjes op den genoeglijken toon van iemand, die waar schijnlijk nccit blut zal raken. „Dat ik ontzettende en ontzaglijke en noodlottige en-wat-je-maar-wilt verliezen kreeg." „Maar die zult u toch niet krijgen vroeg zij. „Denkelijk niet." zei Beentjes. „Maar veronder stel eens Zij werd zich bewust, dat hij nu toch eens met haar sprak, terwijl zijn gedachten elders waren, en zij trok haar hand terug. En Beentjes scheen de in trekking niet op te merken. „Arme ouwe Beentjes, onnoozel stom diertje zei Beentjes zacht. „Ik ben een raar brok mensch." Het meisje lachte. „Ik weet niet. wat u in uw hoofd hebt," zei ze, „maar ik kan u beslist niet buitengewoon onnoozel vinden, en arm ook niet.... en óók niet oud." voegde zij er zedig aan toe. Beentjes boog zich voorover en legde zijn groote hand op haar hoofd, eu hij maakte haar haar in de war, zooals men bij een kind doet. „Je bent een snoezige ouwe Margrietje," zei hij zacht, „en ik ben lang niet zoo'n bibberaar als je denkt. Let. maar eens goed op Beentjes." En met deze raadselachtige opmerking stapte hij terug naar zijn bureau. Twee dagen later verbaasde hij Hamilton. „Ik krijg vandaag visite, Hammetje," zei hij. „Eenen De Vinne." „De Vinne fronste Hamilton. „Dien naam ken ik. Is <lat niet die meneer, waar je spektakel mee ge had hebt over die schoenen „Dat is de gannef," zei Beentjes vroolijk. „Ik heb hem een telegram gestuurd, of hij eens kwain praten." „Over wat i" vroeg Hamilton. „Over tweeën," antwoordde Beentjes. „Je kunt blijven om je ouden vriend er doorheen te helpen, of je kunt het ons alleen uit laten knokken." „Dan blijf ik," zei Hamilton. „Maar ik geloof nooit, dat hij komt." „Ik wel," zei Beentjes vol vertrouwen, en hij kreeg gelijk precies kwart over twee vertoonde zich me neer de Vinne. Hij deed opgewekt, ja joviaal tegen Beentjes, en Beentjes' begroeting was bijna uitbundig. „Zoek den makkelijksten stoel maar uit, meneer Geldmans," zei hij. „en stort uw jonge hart maar eens uit tegen Beentjes over de Handels maatschappij Mazeppa." Zoo'n directen aanval had De Vinne niet verwacht, maar hij kwam zonder merkbare inspanning over zijn verbazing heen. „O, weet u, dat ik daar mee te maken hebIloe bent u daar achter gekomen „Effecten-Jaarboek, vader! Prijs zóó veel al wat je weten wilt over ven nootschappen en zoo," zei Beentjes. „WarempelDa's handig van u," zei De Vinne, zich inwendig vroolijk makend, want liij had juistverwacht.dat Beentjes hem in 't Jaarboek zou vinden. „En wat voeren we in 't schild, waarde financier vroeg Beentjes. „Waarom dat fabelachtige salaris voor vriend Sanders en waarom die verkoop van dniztnden ponden aandeelen De ander haalde zijn schouders op. „Zaken, waarde heer. Als ik had kun nen denken, dat u me daarover zou willen uithooren, was ik niet gekomen. Is meneer Sanders een vriend van u vroeg hij onschuldig. „Ga nou door zei Beentjes ordinair. „U weet drommels goed, dat hij een vriend van rue is. Wat is nu de bedoeling, jonge steunpilaar der maatschappijen „Dat ligt nogal voor de hand," zei De Vinne, de dure sigaar aannemend, die Beentjes tot dat doel binnen het bureau had gebracht, ,,'t Is een heel mooie positie „Oogenblikje," zei Beentjes. „Garan deert u meneer Sanders persoonlijk vijf jaar salaris De ander lachte. „Natuurlijk niet. Da's een zaak, die MOOI NEDERLAND HET FRAAIE STADHUIS VAN CULEMBORG de vennootschap aangaat," zei hij. „Ik zou er niet over denken, persoonlijk salarissen te garandeeren." „Dus als de maatschappij over 'n half jaar op de flescli gaat, is meneer Sanders alles kwijt, wat hij er in gestoken heeft, plus zijn salaris Weer trok de ander zijn schouders op, met een afwerend lachje. „Dan had hij natuurlijk een vordering op de vennootschap voor zijn salaris," zei hij. „Schoot ie wat mee op antwoordde Beentjes. „Luistert u nu eens. meneer Tibbetts" De Vinne boog zich vertrouwelijk naar voren, met de onaangestoken sigaar tusschen de tanden. „Ik zou niet weten, waarom een geschikte kracht bij de Mazeppa zijn fortuin niet zou kunnen maken. Er moet alleen wat nieuw bloed inkomen, betere leiding. Ik kan er helaas geen tijd aan geven," vervolgde hij. „anders dorst ik gerust zeven procent dividend te garandeeren. Kijkt u eens naar den koers van de aandeelen vandaag. Beentjes bracht hem tot zwijgen. „Iedere gek kan de aandeelen zoo hoog opjagen als hij wil, als hij ze allemaal in één hand heeft," zei hij. „Wablief riep De Vinne beleedigd. „U wilt toch niet insinueeren, dat ik foefjes uit heb gehaald Ze zitten trouwens niet in één hand. Ze zitten heel aardig verdeeld." „Wie heeft ze dan T" vroeg Beentjes. „Nou, ik heb een gedeelte, en de gebroeders Pole hebben een gedeelte." „0, gebroeders Pole zei Beentjes. „Ja ja." „Kom, meneer Tibbetts," zei de ander gemoedelijk, „redelijk blijven U bent heusch een beetje achter dochtig. „De belangen van uw vriend zijn veilig, on de belangen van de aandeelhouders zijn ook veilig. I" mocht willen, dat u de zaak zelf in handen had Beentjes knikte. „Daar heb ik over gedacht," zei hij. „Ik verzeker u," zei De Vinne met grooten ernst, „dat de Handelsmaatschappij Mazeppa onbegrensde mogelijkheden biedt. We hebben concessies van de Groote Rivier tot in 't Noorden van het Fransche gebied „Geen snars waard, oolijkerd," zei Beentjes hoofd schuddend. „Concessies van hoofden zonder bevesti ging van Koloniën deugen niet, man." Vervolg op pag. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 23