A EVERLASTING HENNE BARTHS' CROOTE BEPROEVING 99 PHILIPSEN BRAUN WAT ANREREA ZEGGEN VAN EVERLASTING 28 Henue Barths vaart door het Hellegat Als een loopend vuurtje is dit bericht over het eiland gegaan. Men neemt het op als een ongelukstijding. Iedereen weet, dat het roekelooze waagstuk de:n dood beteekent. Het is een uitdaging van het noodlot, een waagstuk, zooals er geen tweede bestaat. De bevolking is tot nog toe trotsch op Henne geweest, maar deze daad veroorzaakt een kentering in de algemeene bewon dering. Deze menschen, die zoo dikwijls door hun werk den dood in de oogen moeten zien, hebben een afkeer van hen, die zonder eenige reden moedwillig het gevaar zoeken zij kunnen zieh den jeugdigen overmoed van '11 oer-sterken man niet indenken, die bruist van levenslust om met de wildste elementen den strijd aan te binden. Opgewonden verzamelen de Vörlanders zich aan de haven de Zondagsrust is verdwenen. Door verre kijkers slaat men de bootjes gade, die den roekelooze willen terughalen. Voorop ligt Gerd Peters en vlak daarachter drie anderen. De jonge mannen zijn van plan het schip van Barths in te sluiten en het dan op sleeptouw te nemen. Wil hij dit niet toelaten, dan zullen ze hem onschadelijk maken. Ze zijn talrijk genoeg om hem te kunnen overweldigen. Ver voor hen uit jaagt Henne Barths. Lachend staat hij aan het roer en kijkt van tijd tot tijd om naar zijn achtervolgers. Indien hij er nog even over had gedacht om terug te keeren, deze achtervolging en poging om hem te weerhouden geven den door slag. „Door het HellegatOverwinnaar blijven Het Hellegat bedwingen Kaarsrecht staat hij. Hij ziet zijn daad niet als een uiting van onvergeeflijken overmoed, maar als een zucht om te strijden en te overwinnen. Daar bruist reeds de verraderlijke stroom. Nog eenmaal kijkt hij om, hij wuift als een koning tot zijn onder danen naar zijn achtervolgers en klemt dan de handen om het roer. Pijlsnel schiet hij in de dreigen de draaikolken. Nu heeft Henne Barths geen gelegenheid meer om aan iets anders te denken. Het vaartuig glijdt om laag langs een geweldige golf het wordt onver biddelijk in de diepte gezogen. Vóór Henne draait en kookt het water met ontzagwekkende hevigheid; hij dreigt te worden meegesleurd. Werktuiglijk werpt hij het roer om, kreunend wendt het schip den steven en helt sterk over. Daar stort zich reeds de volgende golf op het vaartuig en de visscher verbaast zich er over, dat hij niet wordt teruggeworpen om zich heen ontdekt hij niets anders dan borrelende en kokende draaikolken. Weer duikt liet scheepje diep in de golven en dreigt naar beneden te worden getrokken. Opnieuw werpt Henne het roer om, dit maal naar links. Zoo snel verloopt het wenden en keeren, dat hij zich met inspanning van alle krachten nauwelijks op de been kan houden. Een draaikolk vangt eensklaps het vaartuig in haar greep én wen telt het razend snel rond. Henne ziet den dood aan alle kanten loeren. Hij voelt de boot kraken en trillen en in zijn ooren klinkt een oorverdoovend lawaai van onstuimige water massa's. Hoe dikwijls is het scheepje al rondgeslingerd! Hij weet het niet denkt er ook niet over na. Hij wacht slechts op het oogenblik, om zich uit de klau wen van de draaikolk los te rukken. Gelukt dit niet, dan gaat hij een zekeren ondergang tegemoet. Krampachtig klemt hij het roer vast nu vol houden Het schip boort zich in de schuimende golven, en geraakt in een volgende draaikolk. Als hij het scheepje na schier bovenmensclielijke inspanning in rustiger water heeft gebracht, laat Henne Barths zich op de drijfnatte bank vallen. Hij is doodop. Hij is niet in staat om te denken, zelfs niet om op te staan en nog minder om te sturen. De jonge man voelt een grenzenlooze moeheid in de ledematen, zijn spieren doen pijn als na een dagen- langen, uitputtenden arbeid. Voor zijn oogen draait en schuimt, het nog steeds en in zijn ooren klinkt het oorverdoovend bruisen der golven. Wat is dat wordt het luider Komt het nader bij Met een kreet springt Henne op. Nu niet weer terug niet weer naar die helOntsteld kijkt hjj om zich heen, maar dan ziet hij, dat het slechts verbeelding was. Langzaam en rustig drijft de boot in de richting van het eiland. Maar dit maakt hem razend, alsof hij bang is, dat het noodlot hem toch nog zal achterhalen. Met een handgreep zet hij den motor op volle kracht, zoodat het scheepje eensklaps vooruit vliegt. Weg hier vandaan En zoo snel mogelijk Nu de frisseke zeewind om hem heen speelt, kan hij weer ruimer ademhalen. Het zelfvertrouwen keert terug en hij beseft, dat hij een bijna onmogelijk waag stuk heeft volbracht. Fier richt hij zich op. Alle moe heid en alle pijn zijn eensklaps verdwenen zeker en zelfbewust staat hij weer aan het roer. De vreugde, dat het hem is gelukt, overweldigt hem. Wat zullen de vrienden wel zeggen, die op het laatste oogenblik zijn plan hadden willen verijdelen! Ze denken natuurlijk, dat hij is verdronken. Zij zul len hun oogen niet gelooven, wanneer hij als over winnaar terugkeert. Zijn boot, nou ja, die ziet er een beetje gehavend uit, maar overwinnaar is hij toch En Elka, zijn lieve, mooie Elka Wat zal zij blij en trotsch op hem zijn. Dij zijn terugkeer blijkt echter zijn lieve Elka in 't geheel niet trotsch op hem te zijn. Het arme meis je, dat alleen nog maar haar vei'loofde Henne Barths op de wereld heeft, en wier vader en broers allen door de zee zijn opgeëischt, kan een dergelijke roeke looze daad niet begrijpen. De angsten, die ze heeft uitgestaan, doen haar besluiten de verloving met hem te verbreken. Op welke manier Barths echter zijn kans opnieuw krijgt, kunt u lezen in ons laatste premieboek, ge titeld: „Henne Barths' groote beproeving," door Luise Kiichler. Het is vanaf heden verkrijgbaar bij onze bezor gers, agenten en aan ons hoofdkantoor. De prijs in gewone uitvoering bedraagt 17% ets. en in luxe-prachtband 70 ets. „Zus lti'aun" zullen we nooit vergeten, want zij was het. die het eerst de ge- heele wereld over onze Xederlandsche ZweniHport deed spreken. ..Zus", nu Mevr. I'll il ipse 11-Iti-ann. en de trot se lie moeder van *11 allerliefsten jongen, breit óók met Everlasting - en dit is wat zij zegt: Ik woon nog altijd dicht bij het water, hier op "Plaswijk" in Hillegersberg. Mijn kleine guit speelt den ganschen dag in den tuin rondom het huis en hij kan heel wat aan! Daarom laat ik hem maar steeds pakjes en truitjes van Everlasting dragen, want daar kan niets mee gebeuren. Ongevoelig voor de felste zon en sterk als ijzer. Komt telkens weer als nieuw uit de wasch. ik draag zelf ook Everlasting, want de kleuren zijn bijzonder flatteus. Wie mij eens wil komen opzoeken, kan zich ervan overtuigen. Everlasting wol en katoen zijn resp. geverfd volgens Trolasol-systeem en Indanthren-Trolasol systeem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 28