DE JEUGDLIEFDE VAN EEN KONING door CAxel Rudolph 22 -EBBA BRAHE- De opperhofmeester legt een discreet lachje in dat „uwe hoogheid" het woord „majesteit" staat duide lijk op zijn lippen te lezen. Langs den lakei, tot een standbeeld verstrakt, volgt Gustaaf Adolf den opperhofmeester door de gangen van het slot, de groote audiëntie- en troonzaal voorbij naar den ingang van een zijgalerij. „Als 't uwehoogheid belieftde eerste deur links is van de werkkamer, waar zijne keurvorste- lijke doorluchtigheid wacht," fluistert de opper hofmeester, en diep gebogen blijft hij staan, tot Gustaaf Adolf in 't kabinet van den keurVorst ver dwenen is. Keurvorst Johann Sigismund, zwaarlijvig, met een joviaal, tamelijk rood gezicht, zit in de venster nis gemoedelijk tegenover zijn gast en schenkt eigenhandig de bekers vol uit een tinnen kan. Hij heeft kolossaal veel pleizier in dat idee van den Zweedschen koning, als gewoon kapitein incognito naar Berlijn te komen. De staatskanselier echter en de Brandenburgsche hofmaarschalk hebben een beetje beteuterd gekeken, toen hun door den Zweedschen gezant vonArnhim werd meegedeeld,dat zijne majes teit de koning van Zweden als kapitein Gars in 't gevolg van paltsgraaf Johann Kasimir Berlijn dacht komen te bezoeken. Voorzichtig is er gespro ken over ongepastheden, en zelfs over een zekere minachting voor Brandenburg, die men in dat bezoek incognito zou kunnen zien, en hare doorluch tigheid de keurvorstin heeft verklaard, dat zij dien „kapitein Gars" niet wenschte te zien. Maar ten slotte hebben de hovelingen en staatslieden toch toegegeven. De koning van Zweden had stellig de bedoeling niet, voor zijn persoonlijk genoegen incog nito naar Berlijn te komen. Er zat een belangrijke politieke zending achter. Dan is 't. beter, de etiquette en 't gevoel voor ceremonieel maar zoolang op zij te zetten. ..Dat was een gewaagd, maar toch een heel goed idee van uwe Zweedsche majesteit," lacht keur vorst Johann Sigismund. „We kunnen zoo veel betel en gemoedelijker praten dan bij een gala-ontvangst, heer broeder." „Ik had er mijn redenen voor, heer broeder." Gustaaf Adolf buigt zich iets voorover op zijn houten zetel. „Uwe keurvorstelijke doorluchtigheid kent de plannen, die tusschen onze beide kanselarijen tot welzijn van Brandenburg en van Zweden ont worpen zijn." „Verbond en zwagerschap," knikt de keurvorst, de handen vouwend over zijn vrij omvangrijk middel. „Ik ben er niet tegen. Al wil ik uwe majesteit niet verzwijgen, dat er hier in Berlijn nog zekere hinderpalen te overwinnen zijn. De keurvorstin een flinke vrouw, heer broeder wenscht een verbintenis met den Engelschen troonopvolger, en de keurprins is bang, dat een Brandenburgsch- Zweedseh verbond wrijving met Polen ten gevolge zal hebben." „En.... hare doorluchtigheid de prinses zelf „Maria Eleonora V' Johann Sigismund vertoont een gezicht van niet-begrijpen. „Zij zal zich natuur lijk, als gehoorzaam kind, voegen naar de eischen van het landsbelang." „Maar tochneemt uwe doorluchtigheid mij het ietwat zonderlinge verzoek niet kwalijk zou 't mogelijk zijn, nu ik hier ben, op de een of andere manier een persoonlijke ontmoeting tusschen hare doorluchtigheid de prinses en mij te bewerken V' „Ja, ja.von Arnhim heeft ons ook dien wensch van uwe majesteit te kennen gegeven," knikt de keurvorst. „De noodige maatregelen zijn ook al ge nomen. Als mijn heer broeder morgenavond mijn oranjerie wenscht te bezichtigen, zal ik daar even eens zijn, met dè prinses, en kapitein Gars prach tige vondst, die naam aan de prinses voorstellen. „Dus hare doorluchtigheid prinses Eleonora weet, wie zich achter den naam kapitein Gars verschuilt Johann Sigismund lacht zachtjes. „Officieel wordt het incognito volgehouden. Kapitein Gars wordt KORTE INHOUD VAN HETGEEN VOORAFGING Als inleiding een intiem, tafereeltje de jeugdige Zweedsche koning Gustaaf Adolf minnekoozend met de uitverkorene zijns harten, Ehba Brahe. Aan baron Erik Liljefors en Maegrita Zanteres, een hofdame, wordt door koningin Christina verzocht, haar te helpen om koning Gustaaf s ontmoetingen met Ebba Brahe te verijdelen. Jacob de la Gardie wordt door kanselier Oïenstierna naar Rusland gezonden als opperbevel hebber. Liljefors en Maegrita Zanteres spannen samen tegen Ebba Brahe. Zij' wordt ontvoerd, doch op 't allerlaatste moment verschijnt Gustaaf Adolf en jaagt, de ontvoerders op de vlucht. Luitenant, Liljefors moet aan Maegrita Zanteres de mislukking van de ont voering bekennen. Als Jacob de la Gardie naar Reval vertrekt, wordt hem op zijn schip Ebba Brahe, naar hem door Erik Liljefors wordt meegedeeld, op last van koning Gustaaf zelf, toevertrouwd. Ook Ebba Brahe zelf meent, dat alles op last van haar beminde plaats vindt. Intusschen probeert een gezantschap uit Bran denburg een huwelijksverbintenis tot stand te brengen tusschen Zwedens koning en de Brandenburgsche prinses Eleonora. Men tracht het Gustaaf Adolf voor te stellen, alsof Ebba Brahe vrijwillig met, Jacob de la Gardie vertrok. De koning is diep ontgoocheld door hetgeen, hij verraad noemt aan zijn oprechte liefde. Maegrita Zanteres begint den koning het hof te maken, doch deze verstoot haar. Erik Liljefors wil Jacob de la Gardie ertoe overhalen Ebba Brahe desnoods met geweld te veroveren. Dan, zal Erik Liljefors zélf trachten Ebba Brahe in opspraak te brengen. Doch Jacob de la Gardie dwarsboomt de snoode plannen van den verrader en stelt zich voor Ebba Brahe op de bres. De la Gardie betrapt Liljefors bij de deur van Ebba Brake's kajuit. Dan offert hij zich op, en houdt zelf de wacht voor het slaapvertrek. Intusschen bereikt m,en Reval waar het Zweedsche leger zijn tenten heep opgeslagen. De komst van Ebba, Brahe, die voor de toekomstige bruid van Gustaaf Adolf wordt aangezien, wekt mis noegen. Een jonge officier, Bengt van Rosen, wordt door de la, Gardie aangewezen als geleider van Ebba Brahe door het legerkamp. Deze laatste is zich de vereering bewust,, die men voor haar als schoone vrouw koestert. Zij maakt gebruik van haar invloed om de Zweedsche opstandige officieren tot den eerbied voor koning Gustaaf Adolf terug te brengen. Gustaaf Adolf is onder een bedekten naam naar Berlijn gereisd. niet aan prinses Eleonora, maar aan de hofdame freule von Zollern voorgesteld. Is de Zweedsche majesteit 't daarmee eens V' Gustaaf Adolf knikt en kijkt peinzend voor zich. Met een stil welbehagén bekijkt keurvorst Johann Sigismund den jongen koning. Hij ziet er goed uit, dat moet gezegd worden. De voorgenomen verbin tenis is van zuiver politieken aard, als ze tot stand komt. De kanseliers hadden alles kunnen regelen was niets op aan te merken geweest. Maar dat de Zweedsche koning toch nog eerst kennis wil maken met Maria Eleonora, en daarvoor naar Berlijn komt, dat bevalt Johann Sigismund buitengewoon. Het is een bewijs, dat hij niet alleen staatkundig, maar ook menschelijk belang bij de verbintenis ziet, en hahaha geen kat in den zak wil koopen. Enfin, Maria Eleonora mag gezien worden. Keurvorst Johann Sigismund schenkt andermaal wijn in de sierlijk gedreven bekers. Twee kamers verder, in een erker, zit een meisje roerloos voor haar naaitafel, luisterend naar ieder gerucht, dat uit de galerij naar binnen dringt. Zij luistert naar de trippelschreden van den opperhof meester, die daarbuiten wachtend heen en weer loopt, zij beluistert met snellen harteklop den snellen, veerkrachtigen mannentred, die van het keurvorstelijk werkvertrek af door de galerij gaat en in de richting van de groote trap wegsterft. Het gesprek is ten einde. .Gustaaf Adolf heeft den keurvorst verlaten. De handen van Maria Eleonora beven zoo, dat zij zich met de naald in den vinger prikt. Haar hart klopt onstuimig. Gustaaf Adolf van Zweden ZEVENDE Sedert lang kent ze zijn beeld. x/cow<— De kanselier heeft haar hei- VcRVOLG melijk een portret van Gustaaf Adolf verschaft, en ook de gezanten, die uit Stockholm terugkwamen, brachten beeltenissen van den koning mee. Die portretten zijn natuurlijk geflatteerd, gelijk alle portretten van grooten der aarde. Maar.... Maria Eleonora heeft een scherpen blik dat breede, franke voorhoofd.... die koene, eerlijke oogen. die kan men niet vervalsehen, dat is werkelijk Gustaaf Adolf Maria Eleonora heeft de eerste zinspelingen van den keurvorst op een mogelijk Zweedsch huwelijk onbewogen aangehoord. Opgevoed tot vorstenplicht en gehoorzaamheid heeft zij er niets ongewoons of tragisch in gezien, dat op zekeren dag de politiek, een raadsvergadering, over haar toekomst zou beslissen. Zij heeft zich alleen een beetje gevleid gevoeld door de gedachte koningin van Zweden Niet meer een nederig prinsesje aan het Branden burgsche hof, maar de gemalin van een machtigen heerscher, hoog verheven boven gezusters en nich ten, ja boven de keurvorstin zelve Geen wonder, dat die gedachte haar meisjeshart met blijde fierheid vervulde. Geleidelijk, naarmate de huwelijksplannen vas- teren vorm gingen aannemen, is zij zich toen ook 'n beetje voor den persoon van haar toekomstigen gemaal gaan interesseeren. En toen.... toen had zij het portret gekregen De keurvorst, de keurvorstin, de ministers zij leven allemaal in den waan, dat die verbintenis met Zweden slechts* een handige zet op liet poli tieke schaakbord is. Niemand, niemand heeft eenig vermoeden, dat het hart van Maria Eleonora met angstig en gelukkig verlangen dat uur tegemoet klopt, dat zij den jongen koning van Zweden lief heeft. En morgen morgen zal zij hem zien Keurvorst Johann Sigismund heeft zich met zijn beide adjudanten teruggetrokken. Ingetogen, met hoofsche vormelijkheid wandelen de twee jongelui naast elkaar door de goed onderhouden, met kiezel zand bestrooide gangen van de oranjeriefreule von Zollern en kapitein Gustaaf Karlsson Gars. Zij hebben elkaar, bij de voorstelling door Johann Sigismund, als welopgevoede menschen begroet, met geen trekje, geen lachje, geen glansje der oogen hebben zij laten blijken, dat zij van elkaar meer weten dan de mond zeggen mag. En nu, onder vier oogen, zetten beiden de vermomming koppig door freule von Zollern en kapitein Gars. Gustaaf Adolf heeft noch teleurstelling, noch geestdrift gevoeld, toen hij Maria Eleonora zag. Een meisje met een gezond voorkomen, en een goede hoofsche opvoeding, niet leelijk, maar ook niet be paald een schoonheid. Zij zou ook als koningin van Zweden stellig een goeden indruk maken met haar waardige manieren en haar rustige zekerheid. Maar het hart van Gustaaf Adolf klopt niet sneller en niet luider, als hij met de prinses door den tuin wandelt. Op het gezicht van Maria Eleonora is een lichte blos van schroom zichtbaar, die haar wat harde trekken meer vrouwelijke zachtheid en bevalligheid geeften die blos wordt dieper, als Gustaaf Adolf, door de beleefde conversatie heen, als terloops de vraag stelt „Wordt er niet gezegd, dat hare doorluchtigheid prinses Maria Eleonora den Zweedschen troon zal „Er zijn er, die 't beweren." Eleonora's oogen werpen een snellen blik op haar metgezel. „Ként u den koning, kapitein Gars t" „Ja, ik ken hem. Hij zal zich gelukkig prijzen, het wapen van Brandenburg naast het zijne te zien." „Dus 't lijkt u waarschijnlijk, dat die verbin tenis tot stand komt, kapitein t" Gustaaf Adolf knikt. Een heel klein beetje aarzelt zijn stem. „Het belang van beide landen eischt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 22