'N NACHT OP DE WIELINGEN MET DE ARN. 13TER GARNALENVANGST Het eerste zeven, waarbij de zeesterren, krabben en dergelijke achterblijven, terwijl de garnalen zich onder de manden oplioogen. Op ons roepen verscheen al spoedig het ruige hoofd "van een ouden zeerob boven het luik van de roef 'n hoofd, dat ons meer geëigend leek te behooren aan een doorgewaterden walvischvaarder dan aan een doodgewonen kustvisscher, wiens eer zaam beroep het meebrengt om jacht te maken op het simpele kruipdiertje dat den bodem der Noord zeekusten bewoont. Helaas hadden we niet overwogen dat onze Arnemuider vanwege den nachtelijken arbeid nog in zoete rust zou zijn verzonken, vandaar dat de manier waarop lxij ons „ontving" nu niet precies innemend was integendeel Het „Wees welkom vreemdeling" stond dan ook allerminst op 's mans van diepe voren doorploegde gelaatstrekken gegrift, wél 'n „wat mót je hier", dat, we voelden liet reeds tevoren aan, ons inderdaad met 'n grauw werd toegevoegd. WTe brachten ons verzoek, om 'n nachtelijken tocht naar de Wielingen te mogen meemaken, teneinde eens iets van de garnalenvangst te kunnen zien, met de noodige spijtbetuigingen over de stoornis, aan hem over, waarop hij, na ons een oogenblik met mis prijzen te hebben bezichtigd, langzaam z'n hoofd omdraaide en stug in de donkere ruimte beneden zich riep „Aorie, d'r is 'n man om mee te vare vannach", waarop 'n gegrom, dat in z'n intonatie iets had van 'n „main part", vanuit de diepte van 't donkere hol weerklonk. Jaap - dit bleek ons later de naam waarop onze vriendelijke Arnemuider De gamalenvloot in de Vlissingsehe haven. Menschen die 't weten kunnen, noemen de garnaal 'n eetbaar tienpootig schaaldier anderen spreken weer van 'n kleine zeekreeft. De volksterminologie breidt de benaming van dit smakelijk kruipdier nog aanmerkelijk uit en spreekt van garnaat, gernaat, garneel e.d. De Arnemuider garnalenvisscher zegt kortweg gürnèl, terwijl de pur-sang Scheveninger het in zijn eigenaardig jargon over gèrncllen heeft. Doch hoe het ook zij, de garnaal is voor de meeste menschen 'n zeer begeerde versnapering die we, hetzij op de koffieboterhain, of in meer gecultiveerden vorm als garnalenpastei, allen weten te waard eeren. Is 't daarom te verwon deren dat de garnalen- visscherij 'n bedrijf is, dat in vele streken van ons land, als de Noordzeekust, de Zuiderzee en aan de uitmondingen der Zeeuwsclie stroomen, waarmede we vooral aan de Wielingen denken, met ijver wordt beoefend Men zou de Zeeuwsche garnalenvisschers niet ten onrechte exportvisschers kunnen noemen, want hun uitgebreide gamalenvloot, die men overdag vol tallig in de Vlissingsche haven kan zien liggen ze visschen n.l. alléén des nachts en in de vroege morgenuren houdt zich in hoofdzaak bezig met de garnalenvangst ten be hoeve van haar buiten- landsche afnemers. 't Mocht ons geluk ken een der Arnemuider scheepjes te praaien, of liever ons via een dersteile ijzeren ladders, die vanaf den wal loodrecht naar 't water voeren en dienen om de dagelijksche vangst der garnalenschuitjes aan wal te brengen, af te laten zakken op het dek van een dier bootjes, dat daar toevallig gemeerd lag. In de Wielingen. De eer ste haal bracht 'n net vol ga nalen, flink doorspekt met, zeesterren, botjes en scholletjes naar boven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 2