Fort Belvedere het landhuis van den Fngelschen koning. Saridringham Oastle in Norfolk vanuit de lucht gezien. Deze regeling werd getroffen tijdens de regeering van koning George, in 1910, die, in ruil voor den afstand van de opbrengst der kroondomeinen, een vast jaarlijksch bedrag van 470.000 verkreeg voor zichzelf en verschillende leden van het koninklijk gezin. Deze jaarlijksche betaling ging voort tot den dood van koning George V. Enkele weken na zijn troonsbestijging verzocht koning Edward het Parle ment zijn civiele lijst te willen herzien, en ook de mogelijkheid van zijn huwelijk in overweging te wil len nemen. Dat huwelijk blijft nog altijd problema tisch, maar koning Edward moet de diplomatieke noodzakelijkheid ervan zelf wel inzien, en overtuigd zijn van de waardevolle hulp die een koningin hem zou kunnen verleenen, bij de talrijke gezelschaps feesten en plechtigheden in het Buckingham-paleis en elders. Hoe het inkomsten-ka pitaal van koning Edward dan wordt besteed Als vrijgezel krijgt de koning 60.000 per jaar minder dan zijn vader. Van de toegestane 410.000 blij ven voor particuliere uit gaven over 110.000. Voor salarissen aan personeel van de hofhouding en pensioenbijdragen 134.000, voor uitgaven der koninklijke huishouding 152.800. Voor weldadige doeleinden en bijzondere diensten 13.200.— Van de inkomsten, welke koning Edward geniet van het hertogdom Cornwall, dat zijn persoonlijk bezit is, betaalt hij zijn broeder, den hertog van York, die zijn onmiddellijke opvolger is, 25.000, alles wat er over is van de gemiddelde jaarlijksche inkomsten ad 104.000, doch waarvan 79.000 door hem is afgestaan aan de regeering. Op het oogenblik heeft koning Edward dus geen grooter inkomen dan 40.000 per jaar. Met deze voor koninklijke uitgaven weinig koninklijke inkomsten valt het gemakkelijk te begrijpen, dat groote zuinig heid geboden is. Er is tusschen het inkomen van den koning van Italië, dat 782.000, en dat van den vroegeren Duitschen keizer, het welk omstreeks 770.000 bedroeg, nogal eenig verschil zooals men ziet. Het particulier vermogen van den koning, diens persoonlijke bezittingen aan kostbaarhe den en schilderijen is niet bij benadering te schatten. Nemen we bijvoorbeêld't Buckingliam- De hertog van York, de Fngelsche troonopvolger Edward tij- m Hyde Park Londen. -Y paleis met zijn kunst schatten. Het gebouw al leen wordt geschat op oen waarde van drie millioen pond sterling, omgerekend tegen onzen gaven Hol- landschen gulden toch een respectabel bedrag van een dikke twintig millioen. Doch wat 't aan kostbaar heden bevat loopt even zeer in de millioenen. Zoo is 't beroemde gouden eet servies, dat uit duizend doe len bestaat en meer dan vijfduizend kilo weegt, twee millioen pond waard. Voor de verplaatsing van sommige onderdeelen zijn vier bedienden noodig. De verzameling meester werken, in Buckingham Palace en in Windsor aan wezig, waaronder schil derijen van Rembrandt, Titiaan, Wattean, Velasz- quez, Lawrence, Leighton. Gainsborough, kan men veilig schatten op 'n waar de van een millioen pond sterling. Ook Sandringham is een waardevolle bezitting. Door Edward VII in 1861 aangekocht, werd alleen aan de inrichting en verbouwing ervan sindsdien 'n millioen pond besteed. Voor de koninklijke bibliotheek te Windsor zou een antiquariaat of een opkooper een aardigen duit kunnen maken, wanneer de duizenden meest zeer kostbare en zeldzame werken bij opbod werden verkocht. Jj^en groote hoeveelheid voorwerpen van kunst en nijverheid, bij tallooze gelegenheden aan de vorsten ten geschenke gegeven, moet bij al het overige worden bijgevoegd. Deze op een kwart milhoen schattend, blijft men veilig beneden de werkelijke waardelimiet. Niet het minst waardevolle bezit van den koning is diens vaders postzegelalbum voor verzamelaars om van te watertanden, met zijn meer dan 600.000 zegels, waarvan de waarde op drie en een kwart milhoen wordt geschat. En wat zou er gebeuren, indien de koning op een goeden dag eens al de bijzondere, en vaak zeer eigen aardige voorwerpen verzamelde, waarop 't Engelsehe koningshuis in den loop der jaren het recht heeft verworven door aanbod, concessies of anderszins Of wanneer hij als eisch ging stellen, dat men over heel Engeland punctueel alle verplichtingen nakwam, waarvoor men zieh in vroeger dagen jegens den regeerenden vorst heeft verbondon Daar zijn vaak

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 31