Luchtfoto van. Windsor Castle met dm houw van dit enorme kasteel werd reeds in 1070 door Willem den Veroveraar begonnen. 1/"eeren we, na deze kleine degressie in liet min of meer anecdotische, nu weer terug naar de meer belangrijke vraag kan de Engelsehe koning inderdaad toekomen met de toelage van veertig duizend pond 's jaars Voorzeker zou de koning daarvan niet den groot- schen hofstaat kunnen houden, welke in het Engel sehe koningshuis gebruikelijk is, wanneer hij niet ook van elders bijzondere inkomsten genoot. Zoo brengt het Hertogdom Cornwall, na aftrek van alle De Engelsehe koningskronen 'zijn van onschatbare waarde. Boven: de kroninaskroon of kroon van Enge land, de rijksappel, de kroon van den prins van Wales. Onder: de kroon van de koningin van Enge land, de staatskroon en de keizerskroon van Indië. lang verwezenlijkt, en wel mede ten gevolge van de energieke aetie van den vorst. Zijn fortuin sluit 'n voortdurende wisseling in tusschen hem en den staat. Zijn geld gaat rond, en ver spreidt zich overal in den vorm van betaalde belas tingen, uitgekeerde salaris sen, gekochte en verkochte goederen, en laat honderd duizenden Engelschen le ven. Men heeft dit kunnen zien, toen bij het uitbreken der economische crisis in 1931, de koning en de ko ninklijke familie door per soonlijken afstand en giften sterk hebben bijgedragen tot het nationaal herstel. De feesten van 't Zilveren Jubileum van koning George zorgden voor een even sterke opleving in de Lon- densche zaken, en de op handen zijnde kronings feesten zullen eveneens in groote, mate den handel beïnvloeden men schat nu reeds de algemeene meerdere inkomsten voor handel en industrie in het kroningsjaar van Edward VJII op een bedrag van meerdere millioenen ponden sterling Het valt dus niet te verwonderen, dat de Engelsch man met bijzondere ingenomenheid het financieel verslag bekijkt van de koninklijke bezittingen. Dat hij kortelings niet zonder ontroering moet hebben kennis genomen van het feit, dat er twee nieuwe bankrekeningen waren geopend een van veertig duizend pond sterling op naam van hare majesteit de toekomstige koningin van Engeland, en een andere van dertigduizend pond op naam van zijne konink lijke hoogheid den toekomstigen prins van Wales En deze sommen jaarlijks met even groote bedragen aan te vullen, tot tijd en wijle Voorwaar een teekenend bewijs van voorzorg, en bij alle zakelijke nuchterheid niet zonder poëzie. Twee hoedanigheden, die men, ook in de koninklijke huishouding van Edward VIII, blijkbaar zeer goed met elkaar weet te vereenigen. Sch. zeer eigenaardige gébruiken bij. Want dan zou, wanneer de koning in de stad Aylesbury kwam, een landeigenaar uit de buurt verplicht kunnen worden om bet koninklijk bed van stroo te voorzien, zijnde zulks de titel, waaronder de eigenaar in het bezit van 't landgoed werd gesteld. De hertog van Atholl mag zijn titel over zijn bezittingen voeren, onder beding, dat hij bij elk bezoek van den koning aan Blair Atholl, den koning een witte roos zal aanbieden. Wanneer de vorst door Crendon, in Buckinghamshire, passeert, moet de kasteelheer dier plaats hem een roode roos aanbieden. Een sneeuwbal is .het tribuut van de Munros van Foulis bij koninklijk bezoek. Ongetwijfeld erg lastig als dit bezoek midden in den zomer vallen zou, of in een winter waarin geen sneeuw te bekennen is. De hertogen van Wellington en Marlborough moéten jaarlijks den koning een kleine vlag leveren. Zeer typisch zijn voorzeker de z.g. „quit-rents" of de betalingen wegens vrijkoop van twee oude koninklijke bezittingen, aan den vorst te voldoen de eene is in de buurt van het z.g. Strand te Londen, de andere in het Graafschap Shropshire gelegen. Die betaling bestaat uit de levering van een bijl, een snoeimes, twee bundels twijgen in plaats van takkenbossen, zes hoefijzers met eenenzestig spijkers er voor. Voor betaling van dit alles er zijn tientallen van die verplichtingen in alle deelen van liet land en op verschillende vervaltijden zorgt een speciale ambtenaar. Dit alles zou men onder de kleinere inkomsten kunnen rekenen, al hebben ze alleen een zekere historische en folkloristische waarde. Doch met zijn bekenden zin voor traditie houdt de Engelschman toch al die oude gebruiken, rechten en plichten in eere en vervult ze gaarne, met eenige statige zelfverzekerdheid en besef van zijn eigen waarde als 's konings trouwe onderdaan. onkosten, den koning nog ongeveer 25.000 op. Verder bezit Edward VIII het groote bosch van Dartmoor, 80.000 are groot, en verschillende andere bezittingen verspreid over de Londensche City, Somerset, Dorset en Wilto, de Scilly-eilanden en Kennington Oval. Hoe hoog echter ook deze in komsten zijn, de koning betaalt van alle, evenals iedere andeTe Engelschman, zijn belasting aan dent fiscus. Dat is de hoofdreden, waarom ondanks alles de gemiddelde Engelschman het niet in zijn hoofd halen zal, om jaloersch te zijn op zijn koning. Immers, hij weet, dat heel dit onmetelijke fortuin, waarvan wij slechts de voornaamste bestanddeelen opsomden, ten dienste wordt gesteld, van het volk. Dematerieeie mogelijkheden, waarover de souverein beschikt, vormen een der sterkste prikkels voor den nationalen handel, de industrie en den landbouw. Wat men op het oogenblik in Frankrijk met zooveel aandrang tracht te verwezenlijken, nl. het in beweging brengen van het vastgeroeste kapitaal, is in Engeland reeds

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 32