VIER EN TWINTIG KONIJNEN ONDERMIJNEN EEN WERELDDEEL 8 TWEE KONIJNEN,... Toen de bewoners van West-Australiö deze jobs tijding vernamen, trachtten "zij in allerijl have en voed tegen de oprukkende hongerbenden te beseher men. Zij heten het land door ijzerdraad omrasteren. Vier maal honderdduizend pond gaven zij aan ijzer- draad uit-, maar het resultaat was averechts. De konijnen werden aan weerskanten van de omheining gezien en zegevierend trokken de legioenen West- Australië binnen I Op 't, oogenblik wijzen de statistieken uit, dat per jaar voor eén waarde van vijftig millioen pond in Australië door de konijnen wordt vernietigd. Zonder deze bezoeking zou men de schapen en de levende have op de boerderijen kunnen verdubbelen. De veertig millioen pond, per jaar verkregen door liet winnen van wol, zou dan meer opbrengen dan tachtig millioen pond. De tien millioen pond aan schapen- huiden zou dan veranderen in ongeveer twintig millioen pond. Hier tegenover staat, dat de verkoop van konijnen slechts twee millioen pond in het laatje brengt. De strijd tegen deze plaag kost schatten Wel worden er ieder jaar duizend millioen exemplaren gedood, maar hiervoor moet de Australische regeering dan ook millioenen ponden besteden. KUNNEN IN DRIE JAAR TIJDS RUIM DERTIEN MILLIOEN NAKOMELINGEN HEBBEN! Het is niet gemakkelijk, zich voor te stellen, dat. de lieftallige konijntjes, die wij als goe dige en zachtzinnige huisdieren beschouwen, onze tegenvoeters met angst en ontzetting vervullen. En toch, al klinkt het weinig geloof waardig, het is zoo Door man een noodlottigen invloed zou krijgen op de algemeene welvaart, was het reeds te laat. Het nageslacht van de vier en twintig stam-exemplaren tierde nergens zoo welig als op Australischen bodem en toen na zes jaren ongeveer twintig duizend konijnen 't Barwon-Park de Australiërs worden de konijnen geschuwd als de pest. Dat is geen wonder, want gedurende ruim zeventig jaren zijn de konijnen bezig dit wereld deel te verwoesten. Het mooie land met zijn rijken bodem, dat door den avontuurlijken tocht van Parinentier en de zijnen bij ons plotseling zulk 'n groote populariteit gekregen heeft, gaat, sinds tientallen jaren, gebukt onder een konijnenplaag. Slechts zes en zeventig jaren geleden werd voor 't eerst 'n gering aantal konijnen in Austra lië ingevoerd. Een Engelschman liet uit zijn geboorte land vier en twintig exemplaren naar Australië verschepen en de lieve diertjes werden in het Bar won-Park in Victoria met open armen ontvangen. Dien eersten tijd waren ze de troetelkinderen van hun nieuwe eigenaars en de kleine wereldreizigers moeten wel gedacht hebben, dat zij in een konijnen paradijs waren aangeland. Maar de liefde van de mensehen was voor hen slechts van korten duur. Spoedig moesten zij ondervinden, dat de mensehen wel vriendelijk zijn tegen de dieren, als deze hun voordeel en gezelligheid brengen, maar dat die liefde heel snel in haat kan veranderen, als de dieren scha delijk voor hen worden. Wat dit laatste betreft, lieten de langooren zich geenszins onbetuigd. Niet alleen vermenigvuldigden zij zich met angstwek kende snelheid, maar ook wierpen zij 'zich op het kostbare goed, dat juist niet voor hen bestemd was, den oogst, en hiermede hadden zij zich de eeuwige vijandschap van de menschen op den hals gehaald Binnen een jaar waren zij een bedreiging voor 'de streek geworden. Toen de bevolking begon te be seffen, dat het aardige presentje van den Engelsch- Twee konijnen kunnen binnen drie jaren dertien millioen nakomelingen hebben! onveilig maakten, werden er groote drijfjachten ge organiseerd, om de taaie knagers te verdelgen. Maar hun aantal groeide tegen de verdrukking in. Het scheen, of de tegen stand, dien zij van de men schen ondervonden, voor hen 'n aanmoediging was, om zich nog vlugger te vermeerderen en hun gelederen te versterken. Het groote avontuur van de konijnen in Australië doet ons denken aan de verovering van Amerika door de mussehen Ongeveer tachtig of honderd jaren ge loden werden de mussehen in het rijk van Oom Sam geïmporteerd. De deftige oude heer met den weiverzorgden puntbaard moet bijzonder in zijn schik geweest zijn met de eerste musschenparen, die hij uit Europa ontving. Natuurlijk I Want wat de Europeanen hadden, moest hij ook hebben. De mussehen brachten den Amerikanen echter bitter weinig voordeel. Zij zijn voor de nieuwe wereld een groote plaag geworden. Na. dit musscheninter- inezzo keeren wij weer tót de lastige viervoeters terug en zoo zien wij, dat zij niet in Victoria bleven, maar ook op reis gingen. Zij staken de rivier over en vielen Nieuw-Zuid Wales binnen. Spoedig - daarna hadden zij ook Queensland bezet. \/"oor de Australiërs beteekent deze strijd een ge- vecht op leven en dood. Want de konijnen zijn bijna niet te verzadigen. Tien konijnen eten onge veer evenveel gras als een schaap. Ze eten alles. Ze verslinden den oogst, de groenten, de struiken en verorberen zelfs de basten van de boomen. De invallen van de konijnen zijn nog erger dan de sprinkhanenplagen in Afrika. Als de konijnen de velden hebben kaalgevreten, kunnen de planten den bodem niet meer beschermen tegen vónd en storm, en daardoor worden enorme zandverstuivingen teweeggebracht, die het land in een woestijn her scheppen. - De bekende geoloóg Dr. Madigan van de Adelaine Universiteit vreest, dat op .deze wijze tal van dorre vlakten- in Centraal Australië zullen ontstaan, ..dië tenslotte één trboste- lóozo, onnietelijke woes tijn Zullen worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 8