S
M
E V
Y
E REASTIAG
N
A
't Toppunt van Degel ij kheid
EVERLASTING FABRIEKEN - HEEZE - GIRO 14746
23
houding eensklaps is omgeslagen. De twee jongeren
hebben zich stil teruggetrokken. De gezant Arnhim
staat in onderdanige houding naast kapitein Gars.
„Als zijne majesteit de koning van Zweden me
verteld had, wie hij was, had ik 'n beetje op m'n
woorden gepast," zegt de lange Logow opeens ont
nuchterd. „Ik neem de gevolgen op me, maar"
zijn oogen flikkeren en een geweldige vuistslag
komt op de tafel neer „gelijk heb ik tèch
„Uw degen, ritmeester
Prittwitz, zoo rood als een kreeft, komt tusschen
den koning en den langen Logow staan die kijkt
even wild op en haakt dan gelaten zijn degen
los.
Prittwitz voelt een lichte aanraking op zijn schou
der. „Onze vrind heeft gesproken zonder te weten,
wien hij voorhad," zegt Gustaaf Adolf zacht. „U
doet mij een pleizier, als u hem met rust laat, en
inzoover uw dienst 't veroorlooft, geen rapport
te maken bij zijne doorluchtigheid den keurvorst."
Ritmeester von Logow, staat verstomd, met zijn
afgekoppelden degen nog in de hand de koning
reikt hem zijn rechterhand. „Dank je voor 't lesje
collega. Blijf in vriendschap aan me denken."
Tijdens den rit naar het gezantschapsgebouw
heerscht er een diepe, bedrukte stilte in de koets
van Arnhim. De gezant zit te tobben over de politieke
gevolgen, die het plotseling afbreken der onderhan
delingen voor Zweden kan veroorzaken. Gustaaf
Adolf zit, in een mantel gedoken, in den andoren
hoek te peinzen.
Koning Een zwaar woord. Ebba Brahe is on-
sclmldig. Hij heeft haar bitter verongelijkt met zijn
verdenking. Prinses Maria Eleonora heeft gelijk
gehad. En toch. koningsplichtHet vonnis van
den langen Logow staat den jongen koning voor
oogen, het. groeit en groeit, wordt kolossaal groot,
een ontzaglijk stuk graniet, een berg, die tusschen
hem en Ebba Brahe oprijst. Was ik maar geen koning,
denkt Gustaaf Adolf weemoedig. een gewoon
kapiteintje of een burger. dan had ik met Ebba
al het geluk der wereld Maar ik bèn nu eenmaal
koning, ik bèn verantwoordelijk voor 't lot van mijn
land wat ik doe, heeft niet alleen in mijn korte
leventje, die paar tientallen jaren invloed. het
werkt misschien eeuwen lang door.
Vaarwel, jeugddroom Vaarwel, zalige droom van
geluk Vaarwel. Ebba Brahe
„Ik heb me bedacht, Arnhim." Zacht, als heel uit
de verte, komt de stem van den koning uit den
donkeren hoek van de koets. De gezant schrikt
op en buigt zich levendig naar voren.
„Wil uwe majesteit niet vertrekken V'
„Jawel," zegt Gustaaf Adolf langzaam, „ik ga
weg, Arnhim. Naar huis, naar Stockholm. Maar wees
niet bang. U kunt keurvorst Johann Sigismund
zoggen, dat belangrijke staatszaken me dwingen
te vertrekken, maar dat kanselier Oxenstierna
binnenkort schriftelijk mijn toestemming in de
condities van het voorgenomen verbond bij het
keurvorstelijk kabinet zal indienen."
TWAALFDE HOOFDSTUK
Jacob de la Gardie en Ebba Brahe zijn met de
Aeran te Stockholm aangekomen. Aan de haven
roert zich een bonte, opgewonden menschenmenigte.
Nog hangen van de huizen de vlaggen uit, die de
verovering van Reval vierden ze geven de stad
een f eestelij ken aanblik maar de ontvangst, die
door 't publiek aan de komenden bereid wordt, is
oorzaak, dat De la Gardie onthutst de wenkbrauwen
fronst.
De afgevaardigden van het hof hebben nauwelijks
gelegenheid gehad, den maarschalk officieel te ver
welkomen binnen de muren der hoofdstad, of zij
worden opzij gedrongen, en andere officieren treden
naar voren, officieren van het veldleger, gedeeltelijk
met verbonden hoofden of armen, barsche gezichten,
door den oorlog gewaarmerkt. Zij vormen een kring
om De la Gardie en Ebba en zwaaien als bezetenen
met hun hoeden.
„Leve Ebba Brahe
Steeds meer menschen dringen aan. Soldaten
vormen een muur, degens vliegen blikkerend uit de
scheeden. Tusschen die gewapendeu door schrijden
Ebba en de maarschalk verwonderd naar de wach
tende statie-koets. Dicht opeengepakt staat de volks
massa, die het groote plein vult als een knorrend,
duizendkoppig monster.
,,'t Lijkt wel een vrijgeleide," zegt Jacob de la
Gardie met een verwonderd lachje tegen den offi
cier, die met getrokken degen naast hem marcheert,
„of zijn we soms gevangenen 1"
„Leve Ebba Brahe roept de officier, in plaats
van te antwoorden, want Ebba is juist in den wagen
gestegen. Haar mooie gezichtje kijkt goedhartig,
niet begrijpend, naar de onrustige menigte, terwijl
De la Gardie zwijgend naast haar plaats neemt.
„Leve Ebba Brahe dondert het rondom, als de
paarden aanzetten. Een zware, beerachtige sol
datenstem brult boven het koor uit
„Leve Ebba Brahe, onze koningin
Ebba verbleekt en krimpt ineen. Met saamgeperste
lippen wenkt De la Gardie den koetsier. „Naar 't
slot Zoo vlug mogelijk."
Makkelijk gezegd. Voorrijders en koetspaarden
zitten haast vastgewrikt in de dringende, schuivende,
hortende menigte. De wagen komt maar heel lang
zaam vooruit. Ontsteld staart Ebba over de hoof
den der menigte heen. Een storm heeft opeens die
menschenzee opgezweept. Rondom den wagen maken
de soldaten den weg vrij, vloekend en scheldend
stooten zij de aandringende massa terug. Verderop,
waar de Kungsgatan op het havenplein uitkomt,
klinkt een woest, geschreeuw. Er wordt gevochten.
Stokken en degens vliegen omhoog.
„Leve Ebba Brahe
„Weg met haar De toejuichingen der soldaten
worden overstemd door snerpend gefluit, schril
geschreeuw. Venijnig bijtend gilt een vrouwenstem
over het tumult heen
„Huichelaarster
Zweepslagen en degenklingen suizen neer op de
hoofden en wekken nieuw gekrijsch van woede.
Maar de wagen komt vooruit. Bevend in al haar lede
maten, het gezicht met beide handen bedekkend,
is Ebba op haar plaats teruggezonken. Jacob de la
Gardie staart met bleeken toorn in de woelende
menschenmassa.
In de Kungsgatan stokt het andermaal. De heele
straat is volgepropt met opgewonden, scheldende,
hoonende menschen. De voorrijder wordt haast dood
gedrukt met zijn paard hij moet afstijgen. Zelfs
de officieren, die als beschermende wacht naast
den wagen loopen, worden meegerukt en raken in
vechtpartijtjes verwikkeld. Het tumult groeit aan
tot een oproer.
Vervolg op pag. 26
Everlasting Smyrna, de al-oude techniek in nieuw, frisch gewaad, vól van on
gekende mogelijkheden, het toppunt van écht-Hollandsche degelijkheid.
't Verre Oosten heeft nu geen geheimen meer. Thans kan elke Hollandsche dame
de wondere pracht van Oostersche schoonheid in eigen huis halen. De Hollandsche
degelijkheid, die in elk huis zijn weerklank vindt, gaat eerst nu tot volle ont
plooiing komen - dank zij Everlasting Smyrna.
Dè nieuwe handwerk techniek voor iedereen, dè aangewezen bezigheid voor de
komende lange avonden. Het zoo sprookjes-mooie smyrna-boek 001 Pracht" wijst
U den weg. Vól van schitterende modellen, uitgevoerd in de mystieke schoonheid
der Oostersche kleuren-pracht, met een overduidelijke handleiding - alles tesaam
in prachtband; de meest volledige wegwijzer voor Everlasting Smyrna.
In elk Hollandsch huis een oer-degelijk Hollandsch smyrna-kleedje, zélf gemaakt
uit de weergaloos-sterke Everlasting. Het zeldzaam-mooie smyrna-boek „1001
Pracht" leert het U spelende.
Bestel dit boek nog heden bij Uw winkelier of bij ons in Heeze. Tegen inzending
van slechts f. 1.50 óf tegen inlevering van 50 Everlasting-etiketten wordt het U
franco thuis bezorgd.
Heel Nederland Smyrna't; smyrna mee en doe 't met Everlasting! 't Toppunt van
Hollandsche degelijkheid!