i
DE LIST
33
door Ardy Hampson.
De grens tusschen Britsch Noord-Amerika
en de Vereenigde Staten loopt voor een
klein gedeelte door liet midden van het
Bovenmeer. Op tien kilometer afstand
van die grens, aan den Statenoever van het meer,
staat de farm, dien Muriel Hilverton van haar
ouders erfde. Daar was het, dat de geschiedenis
voorviel, waarvan hier verhaald wordt.
Op een dag, toen het feest was in Duluth, keerde
Muriel laat in den avond met de motorboot huis
waarts. Zij was in haar eentje tante Barbara was
thuisgebleven en de jongens van den farm zouden
tegen den morgen met den auto naar huis terug-
keeren. Het was een donkere avond en tamelijk
stormachtig op het meer.
Muriel meerde de motorboot aan het steigertje
en maakte zich wat ongerust, omdat zij geen licht
zag branden in huis. Zij stak het erf over, opende de
deur en ontstak op den tast de lamp. Bijna op het
zelfde oogenblik ontsnapte haar een kreet. Tante
Barbara lag gebonden op den vloer en in den hoek
van de kamer stonden twee gemaskerde mannen,
die haar bedreigden met een revolver.
Muriel was een dapper meisje en had zich snel
hersteld van den schrik. „Wat beteekent dat
viel zij verontwaardigd uit. Zij merkte op, dat de
bandieten keurig gekleed waren en dat een hunner
een groote portefeuille aan zijn voeten had staan.
„Dat beteekent, dat we uw hulp komen verzoeken,
lieve jongedame," antwoordde een der mannen.
„Wij moeten hier terstond vandaan, naar den
Britschen kant van de grens. Maar de wegen worden
bewaakt en je moet ons dus het meer overzetten met
je motorboot. Vlug besluiten en anders.
Een vlugge blik naar de revolver zette kracht
bij aan de verholen bedreiging. Muriel begreep dat
het ernst was en dat haar géén keus bleef kort be
sloten wendde zij zich naar de deur.
De mannen gingen haar grinnikend na en draaiden
het licht uit.
„Geen lichten ontsteken," beval de man met de
portefeuille barsch, toen Muriel de boordlichten
wilde hijschen.
gaf geen antwoord op dat bevel. Zij zette den
motor aan, haalde den ketting in en duwde de boot af
Kilometers ver was aan den oever geen licht te
ontdekken alleen héél-in de verte, aan den Brit
schen oever, teekende zich een lange guirlande van
helder schijnende lampen tegen den donkeren nacht
hemel af.
„Daar een paar kilometer voorbij," wees een hun
ner, terwijl hij zich naar Muriel omwendde.
/ij knikte en luisterde scherp toe, waarover haar
overweldigers spraken. Uit enkele gezegden maakte
zij op, dat zij in het begin van den avond den kassier
van een groot kantoor in Duluth hadden overvallen.
Blijkbaar had de man nog alarm gemaakt, want de
twee bandieten schenen ternauwernood aan een
vervolging ontsnapt te zijn. Zij noemden een bedrag,
waarvan Muriel een oogenblik duizelde als zij het
goed begreep, hadden de bandieten bijna twee
honderdduizend dollars buitgemaakt
Terwijl zij daar schijnbaar onverschillig aan het
stuurrad stond, bestormde haar onophoudelijk de
vraag, hoe zij de schurken in een val kon lokken.
„Tjoeke-tjoeke-tjoeke. ging de motor achter
haar en het klonk haar in de ooren als een bespotting.
En toen viel haar eensklaps een gedachte in.
„Willen jullie even op het stuur letten, ik moet
den motor smeren," zei ze zoo onverschillig mogelijk.
„Smeren V' zei een der mannen. „Ga je gang,
lieve jongedame."
Muriel had hem graag een klap in zijn gezicht
gegeven voor den sportenden toon, dien hij aansloeg,
maar zij verbeet haar ergernis. Een van de twee ban
dieten hield het stuurrad vast en de andere sprong
met haar in den kuil.
Muriel gaf zich een onverschillige houding en
begon te fluiten. De man belichtte een olietuit met
zijn lantaarn, maar zij greep een andere, die in een
kastje stond. Zij haalde er den dop af, goot er met
behulp van een trechter een kleine hoeveelheid olie
in en smeerde kwistig de loopende machinedeelen.
„In orde," zei ze, terwijl zij zich oprichtte. Toen
zette zij de olietuit voor den man neer.
„Hier alles is zoo droog als kurk doe het dade
lijk nóg maar eens."
De bandiet knikte en heesch zich uit den kuil op.
Een kwartier lang stond hij met den ander te praten.
Toen brak hij het gesprek plotseling af. „Wat ruik
ik toch zei hij snuivend.
„Ik ruik het óók afgewerkte olie, die verdampt,"
zei Muriel. „Smeer nog maar eens of wil ik het
doen V'
De mannen lieten hun wantrouwen varen en gaven
met een hoofdknikje te kennen, dat zij haar gang
kon gaan. Zij sprong in den kuil en sissend viel de olie
op de blank metalen deelen. „De boel is heet ge-
loopen," riep ze naar boven. „Te lang gewacht met
smeren
Er sloeg inderdaad een blauwe damp van de ma
chine af. Muriel goot overvloedig met olie, maar dat
maakte de zaak eer erger dan beter. De olie verdamp
te sissend en eensklaps gebeurde wat te voorzien was
geweest er liep een speelsch vlammetje langs de
metalen deelen en het volgend oogenblik stond de
kuil in lichtelaaie.
„Brandgilde Muriel.
„Spring!" schreeuwde zij den mannen toe. Zij
wierp een gordel om haar schouder en sprong zonder
aarzelen overboord. Zij zag de bandieten springen
en de boot afdrijven als een reusachtige fakkel
droegen de golven haar in de richting van den verren
oever. Tóén zag ze nog, dat een van de mannen de
portefeuille onderzijn linkerarm gekneld hield en daar
op verloor zij ze allebei uit het oog. Zij zwom naar den
oever en nauwelijks vijf minuten later ontdekte zij
de boordlichten van de douaneboot in de verte, die
zich van den kant losmaakte en full speed op het
vreemde brandalarm afkwam
„Gelukt schalde haar juichstem over het water
en met krachtige slagen zwom zij de boot
tegemoet.
Een half uur later zag Muriel haar overweldigers
terug. Zij lagen geboeid op het dek van de douane
boot, terwijl een luitenant zich over de kostbare por
tefeuille ontfermd had.
„Ziet u, in die eene smeertuit bewaarde ik amaril-
poeder, om het koper aan boord te poetsen," ver
klaarde zij den verbluften officier met een vroolijken
lach. „Ik begreep natuurlijk héél goed, dat de boel
heet zou loopen, als ik daar olie op goot en ermee
smeerde. Maar ik begreep óók, dat het de justitie
wel een boot waard zou zijn, als ik haar op die manier
twee van die gevaarlijke boeven in handen speelde...."
HET PRO
Uitsluitend verkrijgbaar in buisjes met oranje band van 20 tabl. a 7