Netten boeten op den Pasar-Ikan, de visch'markl Een koop zeebrasem: de alleen dom- de inlanders gegeten In onderhandeling over een zootje de keuze van Batairia. vischsoorl. wordt bepaald. Nu kom t het dingen aan de beurt. Het type van een Madoereeschen visscher. liet eten van haaienvinnen voor hen is dit de groot ste lekkernij. Andere vaartuigen visschen weer uit sluitend op Ikan Ekor Koening, zooals deze soort zeehrasem door de Javanen genoemd wordt, en die dezelfde visehsoort is als de Soelih Ikan op Bali een zeevisch intusschen, die om zijn bijzondere onwelriekendheid door geen enkelen blanke zal worden aangeraakt, nog minder natuurlijk gekocht en gegeten wordt. Men treft op den Pasar-Ikan overigens de meest verscheiden soorten aan van exotische visch we zagen o.a. ook reuzen-garnalen van anderhalven voet lengte, inkt visschen, en zelfs reusachtige zwaard - visschen, met hun lange, gevaarlijke, beenige wapens. Al die zeebewoners geraken verstrikt in de netten der Maleische visschers, of worden met den harpoen gevangen, zooals de zwaard visschen, en vinden op den Pasar een afzetgebied. Veel winst maken de inlanders gewoonlijk niet. Het gebeurt meermalen, dat na een heelen dag in de brandend heete tropische zon op afwachting van koopers te hebben gezeten, de visscherslui niet meer dan vijf of zes centen hebben verdiend. Ze hebben het niet gemakkelijk tegenover de dingende koopers, die met genoegen een half uur over een koop visch pingelen van een of twee visschen en dan is de verdienste meestal niet grooter dan 'n paar centen. Als het weer niet gunstig is voor de visclivangst, en dat weet de Maleische visscher even secuur als onze Hollandsche visschers dat doen, nemen ze een ander baantje ter hand, en zoeken emplooi in het ver laden van kokosnoten of andere koopwaar, of het transporteeren van kleine scheepsvrachtjes naar andere havens. En zoo houdt de Maleische visscher den honger - wolf buiten de deur. Een prachtig versierde boeg van een Madoereesche visschersprauw.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 3