ANTWOORD NA VIJF JAREN
door (Reginald oRvlarshall
ig
Een sterk aangrijpend gevoel van alleen-zijn op
de wereld deed Stanley Parker besluiten,
Phyllis Clark te vragen zijn eenzaamheid met
hem te willen deelen. Het was op den voor
avond van zijn eersten verjaardag in China, toen hij
tot dit besluit kwam. Hij zat op een geïsoleerdeu
buitenpost aan den bovenloop van den Jang-tse-
Kiang verloren in een onmetelijk land, dat hem
schier vijandig-vreemd aandeed. Het was doodstil in
den omtrek van zijn bungalow en het matte schijnsel
van zijn olielamp schiep spookachtige schaduwen
in de neerzijgende duisternis. De bloesemende zeep-
boomen rond het voorerf vervulden de voorgalerij
met een prikkelenden, onaangenamen geur, vanonder
de mango's terzijde staarden hem een paar geel-
vurige hondenoogen aan en de opkomende maan
belichtte hier en daar een verstrooide hut, met een
grijnzenden huisgod en een afweerscherm voor booze
geesten boven op het dak.
Tóén was het, dat eensklaps dat gevoel van ver
lorenheid hem in de ziel greep. Niet voor het eerst,
sinds hij een jaar geleden op dezen post aangekomen
was. Wel echter was het de éérste maal, dat de een
zaamheid hem met angst vervulde. Hij voelde zich
dolen door een onwezenlijk vreemde wereld, waarin
hij werd gadegeslagen door verborgen oogen en
waarin geheimzinnige krachten tegen hem samen
spanden. Die angst werd zóó sterk, dat hij eensklaps
huiverend opsprong verkild van ontzetting. En
toch was het niets anders dan het ver verwijderd
geblaf van een hond, dat hem zoo had doen schrik
ken
Het volgend oogenblik week die vreemde angst.
Hij begon te lachen. Er was absoluut geen reden, om
ergens bang voor te zijn. Die geheimzinnigheid en
vreemde vijandigheid bestonden alleen maar in zijn
verontruste verbeelding. Hij leefde in de vredigste
landstreek van heel China, te midden van een
tevreden en vriendelijke bevolking en ver van het
strijdgewoel van den vrijbuitersoorlog, die het land
inwendig verscheurde. Het was een vlaag van tropen-
vrees en heimwee, die hem te pakken had eigenlijk
was het geen leven hier voor 'n Europeaan-alleen.
Hij deed er verstandig aan zich een vrouw te zoeken
een vrouw, die sterk genoeg was om hem te
steunen en die alle leegten in zijn leven kon vervullen
met, de charme van haar persoonlijkheid
Het was bijna vanzelfsprekend, dat hij aan Phyllis
Clark dacht. Zij was het eenige meisje in de wereld,
tot wie hij zich aangetrokken voelde. Zij was ernstig
als hij, niet onknap, en zij verschilden slechts vijf
jaar in leeftijd. Zij bezat karakter, joeg geen pretjes na
en kon zich met weinig tevreden stellen. Juist de
vrouw, die hij noodig had en wier geluk hij als het
zijne kon voelen.
„Ik weet, dat ik een zwaar offer van je verg,"
schreef hij een half uur later aan Phyllis Clark: „Maar
onze langdurige vriendschap geeft mij den moed tot
dit aanzoek. Vergeef het me, dat ik die vriendschap
den laatsten tijd min of meer verwaarloosd heb ik
meen, dat ik je in al dien tijd slechts eenmaal heb
geschreven vanuit Hongkong. Als verontschuldiging
kan ik alleen aanvoeren, dat ik hier na mijn aankomst
zoo enorm veel te doen vond. Maar al schreef ik je
niet, mijn gedachten gingen heel vaak naar je uit en
altijd heb ik de scheiding als een verdriet gevoeld.
Geef me spoedig antwoord nu ik je eenmaal onmis
baar weet voor mijn levensgeluk, vervult het ver
langen naar het weerzien mij met koortsachtig onge
duld. Ik zend je mijn eenzaam hart, opdat je 't zult
vertroosten, en alle liefs, opdat je zult weten hoe
dierbaar je me bent."
Toen Stanley dien brief nog eens overlas, werd hij
eensklaps bevreesd, dat Phyllis hem weigeren zou.
Niet, omdat zij zich gekwetst zou voelen door zijn
langdurig stilzwijgen, maar alleen, omdat zij hem wel
eens vergeten kon zijn. Tien maanden is een lange
tijd en kon het spreekwoord „Pit het oog, uit het
hart" ook in dit geval niet opgegaan zijn Met ge
mengde gevoelens zag hij een van zijn koelies met zijn
brief naar Yun-nan verdwijnen. Hij had hem strikte
opdracht gegeven, het schrijven aan den Engelschen
vice-consul te overhandigen, zoodat het niet zoek kon
raken. Zes dagen later keerde de man terug en over
handigde hem een ontvangstbewijs. De brief was
onderweg naar Engeland en thans ving de traag-
vliedende tijd van ongeduldig afwachten voor
Stanley Parker aan.
C tanley had uitgerekend, dat Phyllis' antwoord in 't
ongunstigste geval tien weken uit zou blijven. Die
tijd verstreek, maar hij ontving taal noch teeken uit
Yun-nan. Ongeduldig geworden, zond hij er 'n koelie
heen. De man keerde terug met een pak oude kranten
brieven waren er niet aangekomen voor mr. Parker.
Bij zijn ongeduld voegden zich teleurstelling en on
rust. Wat Phyllis ook van plan was hein te antwoor
den haasten deed zij zich in elk geval niet. Zij was
bezig te wikken en te wegen en dat voorspelde weinig
goeds. Hij had gehoopt, dat zij spontaan op zijn aan
zoek zou ingaan dat had aan haar jawoord ook
zooveel meer waarde gegeven
Er verliep nog een maand. Toen begon het tot
Stanley Parker door te dringen, dat hij niets meer
beteekende in Phyllis' leven. Het stemde hem aan
vankelijk alleen maar verdrietig, doch toen er op
nieuw een maand verstreek, zonder dat hij iets hoorde,
werd hij boos. Phyllis had zich niet eens de moeite
gegeven hem te antwoorden op zoo'n gewichtige
vraag haar zwijgen was even beleedigcnd als vol
van beteekenis.
„Dóór kan dus niets van komen," hield hij zich
zelf op een avond voor vervuld van ergernis.
„Welnu, dan niet. Ik zal het óók de volgende vier
jaren nog wel in m'n eentje uit kunnen zingen. Dan
krijg ik een heel jaar den tijd, om naar een vrouw uit
te zien. Er zijn méér meisjes in Engeland en ze zijn
wél zoo aardig als Phyllis Clark.
Toen stond hij op met 't vaste voornemen, die
kortstondige verliefdheid zoo spoedig mogelijk te
vergeten.
rjet. was winter geweest, toen Stanley Parker uit
Engeland vertrok hij keerde er terug in 't voor
jaar. Hij was nu vijfendertig jaar en wat hij ziel)
vier jaar geleden voorgenomen had, had hij als een
man volbracht. Hij had niet lang getreurd om Phyllis
Clark en de laatste jaren liad hij slechts zelden aan
haar gedacht. Zónder pijn of zelfs maar teleurstelling
het meisje was hem volmaakt onverschillig ge
worden.
Op een avond, slechts een paar dagen na zijn terug
keer in Londen, bevond hij zich met eenige vrienden
op een partijtje. Er waren ook dames aanwezig en op
zeker oogenblik ving hij een naam op iri zijn nabijheid:
Phyllis Clark.
„Wie spreekt daar van Phyllis Clark vroeg hij
rustig. „Is zij nog niet gehuwd V'
„Neen, zelfs niet verloofd," antwoordde zijn vriend
op gedempten toon. „Spreek niet zoo luid zij staat
niet ver van je af.
Stanley wierp een steelschen blik terzijde. Hij zag
Phyllis staan half van hem af gewend, zoodat hij
haar ongemerkt bestudeeren kon. Zij was weinig
veranderd. De eenige verandering, die hij ontdekte,
was een melancholieke trek op haar ernstig gelaat.
„De eenzaamheid," dacht hij. Bij het voortschrij
den der jaren ontstond er in het leven van den een
zamen mensch een leegte, die zich ook in het uiterlijk
verried. Hij begreep het niet. Waaróm was zij alleen 1
Was zij zoo moeilijk te voldoen Of was zij al eens
teleurgesteld in de liefde 1
„Zij is toch al eens heel of half verloofd geweest f
fluisterde hij zijn vriend toe naar een verklaring
visschend van wat hem een raadsel leek.
De ander schudde het hoofd. „Nooit van gehoord.
Misschien een geboren mannenhaatster
Stanley wist, dat dit laatste niet waar was. Hun
vriendschap had hem anders geleerd er moest een
andere reden zijn, waarom zij zoo eenzaam door het
leven ging. Misschien was zij inderdaad moeilijk te
voldoen en reikten haar begrippen omtrent de liefde
zóó hoog boven de min of meer teleurstellende werke
lijkheid uit, dat zij nog nimmer een man liad ontmoet,
aan wien zij haar geluk had durven toevertrouwen.
Stanley zag, dat zij haar gesprek afbrak en iets ter
zijde van het gezelschap ging staan. Het leek hem een
geschikte gelegenheid, om haar te begroeten ééns
moest het er toch van komen.
„Dag, Phyllis hoe gaat het trad hij vlug op
haar toe.
Hij zag haar verbleeken en gedurende één oogenblik
speelde er een nerveuze trek om haar lippen. Maar
terstond wist zij zich te beheerschen.
„Dank je heel goed," gaf zij rustig en koel ten
antwoord. „Ik had gehoord, dat je spoedig over zou
komen, maar ik wist niet, dat je er al was. Bevalt het
je in China
„Uitstekend," zei hij enthousiast. „In den beginne
had ik het wat moeilijk heimwee en zoo, begrijp
je Dan haal je dwaze dingen in je hoofd, waarom
je je later vroolijk maakt. Maar ik was er gauw over
heen en ik zou niet graag anders willen. Ik denk
spoedig naar de factorij in Hongkong te zullen worden
overgeplaatst. Daar is het leven veel aangenamer
er is 'n opgewekt Europeesch gezelschapsleven.
Hij had haar willen laten voelen, dat haar zwijgen
op zijn aanzoek hem onverschillig gelaten had en dat
hij zelfs zijn vraag niet zoo heel ernstig had gemeend.
Zijn luchtige toon was in overeenstemming met die
bedoeling en de uitwerking, die hij zich van zijn
woorden had voorgesteld, bleef niet uit. Er gleed een
kramp over Phyllis' gelaat, alsof zij lichamelijk pijn
leed en een oogenblik scheen het, of zij een scherp
antwoord op haar lippen had. Maar opnieuw be-
heerschte zij zich.
„Het doet me plezier, dat het je goed gaat," zei ze
onverschillig. „Ik wensch je veel succes daarginds."
Met een vluchtig hoofdknikje liet zij hem staan.
Stanley keek haar na hij had spijt van zijn kwet
sende woorden. Maar zij lieten zich niet meer hor
roepen Phyllis zou nu wel boos op hem zijn en hem
voortaan negeeren