MARQUETTE'S ROEMRIJKE HISTORIE ^De levensgeschiedenis van een eeuwenoud kasteel SLOT Een der zalen van het Huis Marquette. De slottuin imi Marquette. Wij gaan nu eenige bewoners van het kasteel voorbij omdat we anders te uit voerig zouden worden, want ook onder deze eigenaars bevonden zieh vooraanstaande edelen, die in hun tijd groote bekendheid hebben gehad. Het jaar 1610 wij hebben dus bijna twee eeuwen overgeslagen kunnen wij echter niet passeeren, zon der den man te noemen, die op 11 Juni van dit jaar het huis te Heemskerk, vermoedelijk voor 135000 gulden gekocht heeft van graaf Karei van Aremberg. Deze nieuwe heer was de Henegouw- sclie edelman, jonkheer Daniël de Hertaing, heer van Marquette. De Hertaing is een beroemd krijgsman geweest, die jaren lang voor het vaderland op de bres heeft gestaan. Toen de Span jaarden de stad Oostende belegerden, was het de Hertaing, die als een held deze vesting tot het uiter ste verdedigde. Drie jaren en tachtig dagen heeft dit beleg geduurd, van 5 Juli 1601 tot 22 September 1604. Gedurende al dien tijd werd er aan beide zijden met ongekenden moed en zelfopoffering gestreden. Reeds in 1602 kreeg jonkheer de Hertaing tijdens een uitval zoo'n zware verwonding, dat zijn rechter been geamputeerd moest worden. Zijn kunstbeen bezorgde hem, bij zijn tegenstanders, den bijnaam van „Jambe de Bois". Gedurende de laatste periode van het beleg was hij bevelhebber. De stad geleek niet veel meer dan een puinhoop en ten slotte hadden de belegerden zich binnen een klein*<eterkte terugge trokken. Met waren heldenmoed werd dit laatste brokje vaderland verdedigd. Ten laatste begreep de Hertaing echter, dat verdere strijd nutteloos was. Hij schaarde zijn trouwe mannen om zich heen en ge zamenlijk besloten zij, 't overschot van de stad den vijand in handen te geven. Bovendien waren de voor waarden, die hun tegenstander, de befaamde veldheer Spinola, stelde zoo mild, dat het werkelijk onverant woordelijk zou zijn geweest, als de Hertaing deze geweigerd had. Toen de Nederlandsche bezetting de puinhoopen verliet, traden Spinola en zijn officieren eerbiedig, met de hoeden in de hand, de Hertaing en Daniël de Hertaing, heer van Marquette, die in 1610 het „Huis te Heemskerk" kocht en het den naam gaf ran „Het Huis Mar quette". 'n Gravure, vervaardigd door C. Ed. Faurel. zijn heldhaftige vrienden tege moet. Het beleg van deze stad vindt in onze vaderlandsche historie zijn weerga niet en het toont ons, dat ook deze burchtheer van het huis te Heemskerk een man was met een ijzeren wil en een moedig hart. De Hertaing had zijn vroegere bezittingen in de Zuidelijke Nederlanden verkocht, om het huis te Heems kerk te kunnen koopen, maar omdat hij er de voorkeur aan gaf, zijn familienaam te blijven voeren, veran derde hij met toestemming van de Staten den naam „Huis te Heemskerk" in dien van Marquette. Tot op dezen dag heeft het slot dien naam behouden. De Hertaing was echter in het geheel niet van plan, om in zijn nieuwe woonstee op zijn vele lauweren te gaan rusten. Nadat hij zich op Marquette gevestigd had, is hij nog meermalen voor het vaderland op het moeilijke oorlogspad getogen. Mannen, die als hij van zulk taai hout gesneden zijn, sterven in den zadel I In Maart 1626 is de heer van Marquette, als luite nant-generaal van de cavalerie en als gouverneur van de stad Utrecht, overleden. Met groote eer werd hij in de kapel van de kerk te Heemskerk begraven. Als wij nu ongeveer een eeuw verder gaan, zien we dat Marquette in dien tijd in het bezit was van de familie Rendorp. Mr. Joachim Rendorp had in het jaar 1717 het oude kasteel gekocht. Na zijn dood erfde zijn zoon Pieter het vermaarde slot. Wie over Marquette spreekt denkt vooral aan dezen mr. Pieter Rendorp, want hij is de man geweest, die, nadat zijn moeder in 1740 was overleden, het gebouw als 't ware een verjongingskuur liet ondergaan. Het werd hier en daar verbouwd en volgens zijn eigen opvat ting en die van zijn tijd opnieuw ingericht. Ter herinnering aan deze verbouwing liet liij in den voor gevel zijn familiewapen en het jaartal 1741 aan brengen. Mr. Pieter Rendorp had veel talenten. Tal van hooge ambten heeft hij vervuld. Zoo was hij verscheidene malen burgemeester van Amsterdam. Wij krijgen 'n goed idee van den grooten staat, dien hij voerde, als we vernemen, dat hij in het jaar 1742 over elf dienstboden beschikte en een koets met vier paarden hield. Zijn jaarlijkscli inkomen werd geschat op 26000 gulden Op het portret, dat, Frans van der Mijn van hem schilderde en waarnaar Houbraken een gravure vervaardigde, maakt hij door zijn rustige en vastberaden gelaatstrekken den indruk van een statig en degelijk magistraat. Na zijn dood op 8 December 1760 werd zijn zoon mr. Joachim Rendorp eigenaar van Marquette. Evenals zijn vader heeft mr. Joachim tal van hooge functies gehad. Ook hij was meer dan eens burgemeester van Amsterdam. Mr. Joachim Rendorp stierf in 1792. Zijn jongste zoon, mr. Willem Rendorp, erfde Marquette. Om streeks 1800 liet deze 't rondeel afbreken. In 1815 werd hij in den adelstand verheven. Jhr. mr. Willem Rendorp overleed in 1827. Een jaar later werd de linkervleugel van Marquette afgebroken. Het ge- Mr. J oaehim Bendorp, heer] van Marquette,, die in 1717 eigenaar werd van „Het Huis Marquette" Het portret is geschilderd door Bidder van der Werff. Mr. Pieter Bendorp, heer van Marquette tot 1760. Gravure door JHoubraken naar een schilderij van Frans van der Mijn. Mr. Joachim Bendorp, heer van Marquette van 1760 tot 1792, bur gemeester van Amsterdam Dit por tret wordt toegeschreven aan den beroemden portretschilder Tischbein.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 14