BEVERS VELLEN BOOMEN Een korte maar zware beverdam, die, zooals duidelijk uit de foto blijkt, de rivier boonien langs den oever reeds diep in het water staan. Als er meer samenwerking had bestaan, en beide bevers op dezelfde hoogte hadden geknaagd, zon deze berkestam, evenals de daarachter nog zichtbare, reeds ter aarde zijn gestort. dient) gemakkelijk tegen een boom oprichten en dien op bijna een meter hoogte kegelvormig zoo ver doorknagen, dat hij afbreekt en ter aarde stort. En dat is 's bevers grootste liefhebberij om allerlei rede nen. Op de eerste plaats is hij, behalve op water- leliestengels en andere waterplant-wortelen, verzot op berkenbast, tweedens scherpt en kort hij zijn snel groeiende knaagtanden op liet harde hout, derdens kan hij van den neergestorten boom den geheelen bast afpellen en de twijgen mee consumeeren, en ten slotte gebruikt hij de berkepalen, desnoods nog eens opnieuw doorgeknaagd en met hulp van zijn gezins leden vervoerd, bij den bouw van zijn forten en dam men in de rivier. Soliede geconstrueerd en met klei 'en leem gedjcht, stuwt zoo'n beverdam het water langs de oevers hoog op, zoo hoog, dat het den heelen winter nooit tot op den bodem bevriezen kan. En dat is 's bevers bedoeling, want zijn gangen en kom vormig nest, die hij in zijn dam of in den oever bouwt, zijn alleen zwemmende, diep onder water, te berei ken een veiligheidsmaat regel tegen roofdieren. En als u nog meer van den bever weten wilt zijn vleesch smaakt als varkens- vleesch, maar heeft daar boven het voordeel, dat er geen crisisheffing en geen oormerk aan te pas komen.' Zoudt u van dit eekhoorn achtige diertje zeggen, dat het tot zulke waterbouwkun dige praestaties in staat, was t Een meer dun dertig centimeter dikke stam is kegel vormig geheel in het rond zoo doorgeknaagd, dat de dunne spil het begeven moest. Zijn prachtig bont is zijn noodlot geworden onder het roodbruine, grove en lange, alles bedekkende bovenhaar gaat die weelderige grijze, dichte, korte en zijachtige onderbe- haring schuil, die aan zijn pels zoo groote waarde ver leent, dat de jagers den bever reeds voor het grootste gedeelte hebben uitgeroeid. Nog slechts langs enkele rivieren van Kusland, Noorwegen, Frankrijk, Duitschland en Canada leven er enkele beverkolonies in de vrije natuur, afgezien natuurlijk van de farms, waar, ook al weer om hun bont, deze grootste knaag dieren van Europa weer worden aangefokt. Van een meter tot een meter dertig lang kan de bever zich met behulp van zijn achterpooten en zijn krachtigen, dertig centimeter langen, breeden en platten staart (die hem bij het zwemmen tot roer

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 28