ESKIMO'S LATEN HUN TANDEN ZIEN D 19 Een nieuwigheidje wordt dour de Eskimo's ami den tand ge-oeld. Zij zijn uit, zij lachen en laten gerust hun tanden zien. Le praktijk is wel eens lieel anders dan de theorie. Ren heel eigenaardig voorbeeld van een totaal andere uitkomst dan de theorie verwachten doet gaf onlangs een Amerikaansch- IJslandsche dokter in een artikel over dieeten. Hij begon met de algemeen gangbare meening te geven over de beste tandverzorging. Zijn artikel was voor Amerika geschreven, maar in ons wereld deel wordt evenzeer aanbevolen, veel groenten en fruit te eten, melk te drinken, de tanden te poetsen en geregeld naar den tandarts te gaan voor controle. Juist in de dagen nu, dat Amerika een krachtige campagne voerde voor school-tand verzorging (u kent het klassikaal tandenborstelen en zoo), tand- contróle en doelmatig voedsel, publiceerde een van de bekendste tandenprofs een statistiek over de gebitten van duizenden Amerikanen, van het aller hoogste noorden tot het zuiden der Vereenigde Staten toe. Er was heel wat werk voor noodig ge weest om gegevens over de verschillende groepen, hun voedsel, leefwijze en tandverzorging te krijgen. En wat bleek nu f De gezondste gebitten, de gaafste tanden en kiezen werden gevonden bij degenen, die sinds hun babytijd nooit meer melk proeven, nooit gorgelen of mondspoelen, nooit tandpasta of een borstel gebruiken de Eskimo's. En hun voedsel Uitsluitend vleesch De dokter herinnert aan een vroegere expeditie naar IJsland. Hij vond daar een oud kerkhof, half weggespoeld door de zee, waar veel losse tanden en schedels op het strand lagen. Die overblijfselen dateerden uit de vroege middeleeuwen. De tanden 1 haar la ml Banger voor haar oogen da en gebitten werden onderzocht en er werd niet het kleinste gaatje in gevonden. De tegenwoordige IJslan- ders echter hebben evengoed als wij last van slechte gebitten. Het geheim schijnt weer in het voedsel te zitten. Het oude IJslandsoke volk at vrijwel uitslui tend vleesch en viseli, ook melk en zuivelproducten, maar nooit groenten en brood. Nu IJsland het ge wone gangbare voedsel van de „beschaafde wereld" gebruikt, is het t.andenbederf er even erg als elders. Een latere expeditie ging naar de Eskimo's. De dokter ontdekte daar een zeker percentage dat Euro- peescli voedsel at, en dat waren de eenigen, die last hadden van hun tanden en kiezen. Alle anderen, die het inheemsche voedsel trouw gebleven waren, hadden volkomen gave gebitten en wisten niet, wat kiespijn was. Hun dieet bestond voor zeker achtennegentig procent uit dierlijk voedsel. De praktijk staat hier wel heel ver af van de theorie Maar het gaat nog verder. Heel wat menschen meenen, dat de vleesch-etende volkeren hun mooie gebitten danken aan het vele en intense kauwen dat ze doen. Hier komt de praktijk weer uitwijzen dat de bevolking van enkele (nog intact gebleven) Zuidzee-eilanden, die nog op baar oorspronkelijke dieet leeft en prachtige tanden bezit, niet vee.1 anders dan visch consumeert. Wat is weeker, makkelijker kauwbaar en zachter voor het tandvleesch dan visch Verder eten die menschen zachte aardappels en een soort soep. En toch, al kauwen ze bijna niet, zevenennegeutig procent van deze inboor lingen heeft een volkomen gezond gebit Ook de recordhouders op tandgebied, de Eskimo's, eten geen taai voedsel. Alleen gedroogde visch kan hard zijn om op te kauwen sommige Eskimo's eten die, andere weer niet. Beide groepen hebben volmaakt goede tanden. Het kauwen op dierenhuiden om ze soepel te maken voor het gebruik is iets, dat uitsluitend door de vrouwen wordt gedaan. Toch hebben de mannen, die dus niét kauwen, even goede gebitten als de vrouwen. Wat zijn de conclusies, die uit deze dingen te trek ken zijn De dokter laat het heelemaal in het midden, of we redding zouden vinden bij een vleeschdieet of niet. Er zijn ook primitieve volkeren, die hij een gemengd voedsel prachtige tanden hebben behouden. Of een verandering van voedsel het tandbederf in ons werelddeel nog zal kunnen tegengaan Hoe het ook zij, de Eskimo's zijn wél te benijden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 19