'S MIDDAGS TUSSCHEN VIJF EN ZEVEN Het thee-uurtje buitenshuis, hetzij bij vrienden, hetzij in een bekend restau rant, is voor de vrouw altijd weer een welkome aanleiding om zich gezellig te kleeden. 'n Aardig middag-toiletje met bijpassenden hoed en, als het een restaurant-bezoek geldt, dan ook liefst een mantel, die goed bij het geheel komt. Uitermate geschikt voor het doel is de gekleede jas van het eerste plaatje. Dof zwarte stof met langs de mouwen 'n dubbelen reep vossenbont. Op zwart de zoo populaire zilvervos en nemen we den mantel in bruin dan doen zoowel de naturel-vos als het lichtbeige exemplaar het uitstekend. Origineel is de sluiting, bestaande uit vier smalle reepen stof, die door een metalen gesp bijeengehouden worden. Het japonnetje van zwart zijden cloqué wordt opgevroohjkt door een fijn-geplooid vest van ragfijne georgette. Garneering even origineel als besmettelijk en alleen geschikt vooi de vrouw, die niet tegen de rekening van de stoomerij opziet. Het derde plaatje brengt een toiletje van de zoo moderne met gouddraad bestikte zijde, die eenigszins aan Chineesch borduursel doet denken. Eigenaardig het model met een schootje, dat van voren niet doorloopt. Ten slotte een casaque van de even moderne als onprac- tisclie ciré-zijde. Sterk glanzende zijde, waarop echter elk druppeltje water een vlek maakt. Vertoonen onze plaatjes allemaal lange mouwen, tóch wordt de half-lange mouw dit seizoen ook veel gebracht, zij het dan ook dat men er beslist een handschoen met flinke kap bij moet dragen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 38