VAN KONINGSDOCHTERS EN HAAR VEELBEWOGEN LEVENSLOT Het kroonprinselijke echtpaar van Oostenrijk. j Links aartshertog Rudolf. Rechts zijn gema- J lin prinses Stephanie van België in het costuum der tachtiger jaren. i Gedurende korten tijd lijkt het er op, alsof over 't huwelijk van prins Rudolf met prinses Stéphanie de zon van "t geluk zal gaan schijnen. Maar prinses Stéphanie, opgevoed als zij is in een strenge opvatting van plichtsbesef en etiquette, weet tegenover haar romanesk aangelegden echtgenoot niet den juisten weg te vinden. Dezen romantischen aard had hij van zijn inoeder geërfd, met een sterke voorliefde voor letteren en kunst, den zin voor reizen en trekken, voor wetenschappelijke expedities op natuurhisto risch gebied. Deze zucht naar romantiek sloot in zich een hang naar eenzaamheid en stilte, gevolg van een eenigszins zwaarmoedige inborst. Al deze hoedanigheden verklaren tot op zekere hoogte de botsingen, welke tusschen twee karakters van zoo uiteenloopenden aanleg niet kouden uitblijven. Aarts hertog Rudolf van Habs- burg was een jongeman vol levens-ambitie en uiterst begaafd van aanleg. De omstandigheden, waarin hij geplaatst werd, hadden een enerveerenden invloed op hem. Zijn vader, keizer Franz Joseph, had hem voorbestemd voor 'n mili taire carrière. Maar 'n echte soldaat, zooals de stramme Oostenrijksche monarch het opvatte, is hij nooit geweest. Rudolf's persoon lijke belangstelling dreef hem verder en hooger. Na tuurlijke historie en letter kunde en de beoefening van de vrije kunsten, vooral van de schilderkunst, waarvoor hij wel talent bezat, trokken hem meer aan. Hij was in voortdurende relatie met de beroemde natuurkun digen Brehm en Homeyer, en verschillende artikelen van zijn hand verschenen in het standaardwerk „Oostenrijk-Hongarije in woord en beeld", dat op zijn aandringen werd uitge geven. Voorts zag een tweetal boeken van hem het licht, waarin hij zijn reiservaringen op den Donau en in den Levant beschrijft. Zijn zelfstandige persoonlijkheid evenwel en zijn onafhankelijk oordeel brachten hem in botsing zoo wel met zijn vader, die hem liefst buiten elke inmen ging hield met de staatszaken, als met zijn oom, aartshertog Albreclit, die generaal-iuspecteur was van het Oostenrijksche leger. De kroonprins durfde het zelfs bestaan, een schérp gestelde brochure te schrijven tegen den adel, wat hem vanzelfsprekend den haat van een geheele categorie hoogwaardigheids - bekleeders aan het hof van zijn vader op den hals haalde. Geruimen tijd ging zelfs het gerucht, dat de kroon prins zou sympathiseeren met de naar onafhankelijk heid strevende Magyaren, en dat hij er zeker voor te vinden zou zijn, als toekomstig heerscher over een zelfstandig Hongaarsch koninkrijk te regeeren. Of schoon al deze geruchten natuurlijk langs ver schillende wegen zijn gemalin ter oore kwamen, schonk prinses Stéphanie er toch aanvankelijk niet meer aandacht aan, dan ze naar haar goedwillende overtuiging verdienden. JAe voortdurende buitensporigheden evenwel, waar- in de prinsgemaal verviel, stemden haar droe viger. Later zou zij, in de Mémoires, die ze na jaren publiceerde, nog aan de smart, die zij als echtgenoote over het vreemde gedrag van haar ge maal gevoelde, uiting geven in de volgende karakter analyse ..Rudolf was mij niet onsympathiek. De expressie van zijn kleine bruine oogen was verstandig, maar zijn blik was onzeker en koud, en hij kon niet verdragen, dat men hem recht in de oogen keek. Om zijn breeden mond, door een lichte snor be schaduwd, lag een vreemde, onverklaarbare trek Geheel nuchter was hij slechts zelden en moestal keerde hij eerst des morgens in 't paleis terug. Hij zocht zijn vrienden onder het twijfelachtigste gezel schap. Hij maakte mij angstig met de verschrikke lijkste dingen en speelde met het vuurwapen, dat hij altijd bij zich droeg. Op het zielelijden van deze door angst voor allerlei complicaties gekwelde vrouw behoeven we verder wel niet te wijzen. Desondanks bleef ze die eerste jaren dapper aan zijn zijde, ondanks de miskenning door de omgeving van het vreemde hof, ondanks de misdragingen van den kroonprins. Dan verneemt opeens het verbaasde Oostenrijk sche volk omstreeks April 1883, dat de geboorte van een troonopvolger kan wor den tegemoet gezien. Dat zijn oogenblikken, waarop de zestig millioen tellende, uit de meest uiteenloopende elementen samengestelde bevolking, Duitschers, Hongaren, Tsjechen, Polen, Italianen, Kroaten, Slowenen, Ser viërs, Roemenen en Ruthenen, zestig millioen katholieken, protestanten, orthodoxen en moham medanen, alles ter wereld vergeten, om een enkele familie te vormen. Oogen blikken, waarin alles zich concentreert om de vrouw, die niet slechts meer de kroonprinses is, maar die moeder gaat worden, in een geslacht van koningen. Gedurende enkele maanden dan kan prinses Stéphanie. die zich sedert twee jaar als een wild-vreemde moet hebben gevoeld in haar omgeving, zich een wei nig bemind achten. Ru- dolf is goed en zacht je gens haar, misschien zelfs is hij van haar gaan hou den, en zal Stéphanie op De salon, tevens werkkamer van kroonprins aarts hertog Rudolf van Oostennjk. Naar een staalgravure uit het jaar 1SS7.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 30