sx&.
ST. NICOLAAS-CESCHENKEN
CAardi&e en practische
36
steken recht te zamen breien, den
afgehaalden steek over de twee
te zamen gebreide steken halen).
Holbeinsteek, op
teare grootte.
Telpatroon Telpatroon theemuts M «8
kleedje. het midden).
Willen wij op den avond van 5 December blije
en vroolijke gezichten om ons heen zien, dan moeten
we probeeren juist die cadeautjes te kiezen, die het
meest met iemands persoonlijken smaak in over
eenstemming zijn. Wat zou u denken van een der
volgende handwerkjes, die heel geschikt als cadeautje
kunnen dienen
IJSGARNITUURTJE
Voor sjaal en mutsje hebben we ongeveer 75 gram
witte driedraadswol, 75 gram witte angorawol en
nog wat roode, zwarte en groene zephir- of angora-
wol noodig. We breien met breinaalden nr. 2 y2.
Sjaal: 72 steken opzet
ten en 2 r., 2 a., breien,
32 toeren hoog. Vervol
gens 55 toeren breien met
witte angorawol en daarna
weer met de andere wol,
totdat het geheele sjaaltje
104 cm. lang is. Afkanten
en aan het sjaaltje 6 cm.
lange franje knoopen, waar
van de voorkant afwisse
lend uit gekleurde en witte,
de achterkant uit enkel wit
te franje bestaat.
Mutsje: Dit wordt in twee
gedeelten gebreid. Voorden
rand breit men met witte
angorawol een rechthoeki
gen lap, die 46 cm. lang en
10 cm. hoog is. Beginnen
aan de lange zijde.
Voor het gedeelte van het
hoofd een rand opzetten
van 141/, cm. Telkens aan
het hegin en einde van den
toer 1 st. meerderen tot
een hoogte van 3 l/2 cm. is
bereikt. Vervolgens op de
zelfde wijze minderen, tot.
het geheele stuk 7 cm.
hoog is.
Afkanten en de smalle
randen van het mutsje door een naad verbinden.
Xu het gedeelte, voor het hoofd bestemd, ertusschen
naaien. Dan mutsje en sjaal volgens afbeelding
versieren. De ruitfiguur wordt met zwarte wol in
steelsteek gewerkt.
In het midden komt een rechte streep, die met
witte angorawol wordt overgemaasd.
De kleine hlokjes aan weerszijden in groen over-
mazen, aan den buitenkant 4 st. hoog en verder 3
st. hoog in het geheel 4 st. breed. Ook de rijg-
steekjes worden groen. De kruisjes binnen de ruit
en de bladvormige figuurtjes in spansteek worden
met roode wol opgewerktde sterretjes met zwarte
wol in spansteek werken.
Bovenop een koord naaien, dat gedraaid wordt
van de drie kleuren wol en in den vorm van een lus
op het mutsje wordt bevestigd.
GEBREID KRAAGJE <6x41 cm.)
Materiaalhaakgaren nr. 80 en stalen breinaalden
nr. 0. Men zet 18 steken op en breit in heen- en terug
gaande toeren volgens telpatroon. De even toeren
averecht breien, behalve den
laatsten toer, die recht verdraaid
wordt afgewerkt.
Van de dubbele omslagen
breit men 1 averecht, 1 recht.
Het patroon van toer 130
wordt herhaald, in het geheel 14
keer. Dan afkanten en de steken
van den rechten rand op een
breinaald nemen. 1 toer averecht
breien en bij den volgenden toer
telkens 2 steken averecht te
zamen en 1 omslaan. Dan 1 toer recht en 1 toer ave
recht en 12 toeren 2 recht, 2 averecht. Losjes afkan-
ten, het kraagje stijven in suikerwater en volgens
model opspannen met roestvrije spelden of punaises.
THEEMUTS EN KLEEDJE
IN HOLBEINWERK
Voor de theemuts (25 cm. hoog) nemen we grof
handgeweven linnen in wit of naturelkleur. Ook
een fijnere soort panamalinnen is geschikt. Het
borduurpatroon wordt in holbeinsteek volgens het
hierbij afgebeelde patroontje op ware grootte en
het telpatroon uitgevoerd. Men werkt daartoe een
zig-zagvormig steekje en spant den draad over een
breedte of hoogte van 6 a 8 draden (hangt af van de
dikte van het weefsel).
j,. Als borduurmateriaal
nemen we zwart of don-
kerblauw perlé-garen.
Beide deelen der thee-
JOT muts worden met vasten
.^JEl omgehaakt en aan de ver-
-* keerde zijde aan elkander
WtP 4jj J- gehaakt. Een omgehaakte
knoop dienst als aan-
Avi vatter.
djljfc- Het kleedje voor een
éjFdienblad (45 x 29 cm.)
wordt op precies dezelf-
'TjJr. VbIMP' de wijze ook volgens tel-
patroon gewerkt. Afwer-
■Bk. VHFken met een smal zoompje,
Hfcfc.' (P dat alleen geregen wordt,
J' uV en daarna omhaken in
SsjbS WMÊ0 festonneersteek.