KERSTBOEK 1936 m 65 CENT EEN NUTTELOOZE INVAL KALENDER VOOR 1937 ZIE, DE MAAN SCHIJNT DOOR DE BOOMEN VOOR SLECHTS IS levert de bezorger van „Panorama" U het Deze uitgave munt uit door haar rijken inhoud en fraaie uitvoering. Vroegtijdige aanvrage bespaart U teleurstelling. Bijgevoegd is een vierbladige Rechtstreeksche toezending alleen na ont vangst van 75 cent in postzegels of na overschrijving van dit bedrag op post rekening 142700 van het hoofdkantoor Nassaulaan 51, Haarlem. door W. Aicock Sinterklaas is reeds in het land. De maan gluurt door de boomen en knipoogt vol belofte tegen de Panorama- abonné's. Want REEDS DE VOLGENDE WEEK publicee- ren wij de namen der 520 gelukkigen, die door Sinter klaas werden bedacht met een der prijzen van f50.—, f25.- of f2.50. In totaal wordt tweeduizend gulden verdeeld. Slechts die abonné's komen in aanmerking, die voor 12 November 1936 in onze registers waren inge schreven en daarin ook op den dag der verdeeling nog voorkomen. De houtwerf van Larry Powell lag aan een eenzaam oevergedeelte van de Tyne. Het was balanstijd en 's morgens had Larry Powell aan Philip verzocht, 's avonds een paar uur langer te blijven, om de boeken bij te werken. Toen Philip dien middag gegeten had, reed hij even bij zijn verloofde langs, voor hij naar kantoor terugkeerde. „Ik zie je vanavond waarschijnlijk niet, Jane. Ik moet werken en het zal wel een uur of tien worden, voor ik klaar ben." ,,Hè, wat jammer," zei Jane pruilend. Vader en moeder gaan toevallig uit en. „Wel, ga dan mee," ried hij haar aan. „En kom anders mij gezelschap houden." „Goed," stemde zij terstond toe en zoo kwam het, dat zij dien avond samen op Powell's kantoor aan een schrijftafel zaten, Philip druk bezig met becijfe ringen en Jane in een roman verdiept. „Jammer, dat ik er niet aan gedacht heb wat bonbons mee te brengen," zei Jane, toen zij thee geschonken had. „Ik had er wel om mogen denken," bromde Philip. „Maar weet je wat ik rijd even heen en terug naar New castle. Ik tracteer. Ga je mee, of blijf je liever bij de kachel t" „Liever blijf ik hier," bekende Jane lachend. „Vind je het erg „Volstrekt niet, je hebt gelijk. Je bent toch niet bang, hoop ik „Ben je dwaas zou ik dan hier blijven f Wie zou me trouwens kwaad doen f Inbrekers komen hier nietze weten wel, dat hier 's nachts toch geen I geld te vinden is." „Vannacht niet, maar op het oogen- blik toevallig wel," lachte Philip. „Ik heb vanmiddag juist achthonderd pond ontvangen. Help me. onthouden, dat ik ze meeneem naar huis, dan kan ik ze morgenvroeg naar de bank brengen. Zal je er goed op passen Hij ging lachend heen en even later hoorde Jane hem wegrijden. Hij kon nauwelijks halfweg de stad zijn, toen er eensklaps gescheld werd. Zij was zóó weinig verdacht op eenig gevaar, dat ze argeloos de trap afdaalde en de deur opende. Het volgend oogenblik ontsnapte haar een kreet van angst zij zag twee gemaskerde mannen staan, die met geweld binnendrongen. Vóór zij om hulp had kunnen roepen, kreeg zij een lievigen slag op het hoofd en met een Hauwen zucht zeeg zij plotseling ineen. Bewusteloos. Wanhopig zocht zij naar een middel om den diefstal te beletten. Haar betraande oogen zwierven door het vertrek en bleven rusten op een leege melkflesch, die op een kast stond. Als ze die eens door de ruiten kon SS? ter Toen Jane haar oogen opsloeg, be vond zij zich in een schemerig vertrek. Zij had een barstende pijn in haar hoofd, maar zij was helder bij haar positieven. In haar mond stak een papierprop, die haar een benauwend gevoel gaf en haar handen en voeten waren gebonden. Door de reet van de verbindingsdeur viel een streep licht uit het prive-kantoor. Zij begreep dat zij slechts heel kort bewusteloos was geweest, want achter de deur hoorde zij de stemmen van de bandieten, die haar overvallen hadden. Het zou den dieven niet veel moeite kosten die kast open te breken en dan hadden zij het geld maar voor het grijpen. Larry Powell zou vreeselijk Ijoos zijn, als hij de toedracht van de geschiedenis vernam. Het was géén verontschuldiging, dat Philip zooveel geld onbeheerd had gelaten om bonbons te gaan halen Powell zou te keer gaan als een bezetene. gooien. Zij rukte zoo krachtig mogelijk aan haar boeien en inderdaad gelukte het haar de handen vrij te krijgen. Doch toen was zij nog even ver, want tever geefs poogde zij zich op te richten, om bij de melkflesch te komen. Plotse ling viel haar blik op een actentasch, die op een schrijfmachinetafeltje lag. misschien had zij ddór iets aan. On hoorbaar schoof zij over den vloer, totdat zij zóó dicht bij het tafeltje was, dat de tasch binnen haar bereik kwam. Zij was half gevuld met papieren en boeken en dus zwaar genoeg, om er de vensterruit mee te kunnen inwerpen. Zij richtte zich op, haalde diep adem en slingerde de tasch met kracht door het venster. Rinkelend vielen de glas scherven buiten op de steenen. Het volgend oogenblik scheen de duivel daarnaast losgebroken te zijn. De deur werd opengeworpen en de schurken stormden woest bij haar binnen. Zij zagen terstond wat zij gedaan had en een der kerels gaf haar een schop, die haar ineen deed krim pen van pijn. „Vlug, blijf jij aan het werk hoorde zij hem zeggen. „Ik zal wel uitkijken, of er iets komt." De snier ging terug en een oogen blik later hoorde zij met een luid ge kraak de kastdeur openspringen. En er kwam niemand tot redding opdagen het geld was verloren. Haar bewaker ging haastig naar binnen. Zij hoorde vloeken en de mannen zachtjes spreken en daarop schenen zij zich op het schrijf bureau van Larry Powell te werpen. Krakend vlogen de iaden open en dui delijk kon zij met papieren hooren smijten. De dieven zochten naar méér. Toen kwamen zij eensklaps het ver trek weer binnen waar zij lag. Brutaal staken zij het licht op en doorzochten vliegensvlug de tafels en kasten. Zelfs haar taschje lieten zij niet onaange roerd de paar shillings, die het bevatte, stak de eene bandiet grijnzend in zijn zak. Toen klonk er eensklaps een claxon in de verte. Zij kende het geluid daar was Philip „Kom mee," zei de schurk, die haar dien trap gegeven had. De ander wierp nog vlug een lessenaar omver en het volgend oogenblik stormden de ban dieten de trap af. Jane haalde de prop uit haar mond en begon te snikken. Zij hoorde Philip naar boven stor men, het vertrek binnen bleek als een doode. En daar zag hij haar staan ongedeerd, maar hevig snik kend. Zijn gezicht werd vuurrood. „Gelukkig gelukkig, dat jij niets mankeert," stamelde hij, haar gelaat inet kussen bedekkend. „Het geld, Phil," bracht zij schreiend uit. „Dat kost je je betrekking. Ik heb neg geprobeerd alarm te verwekken, maar er kwam niemand opdagen. Ik heb de tasch, die daar lag, door de ruiten gesmeten. Maar het was een nuttelooze inval Philip hield haar hoofd wat terug en keek haar verbijsterd aan. Toen sprong hij naar het venster en boog er zich uit. En even vlug sprong hij weer terug. „Je bent het liefste en handigste meisje dat ik ken," lachte hij. „Gezegend zij die inval van je Die tasch ligt nog beneden. Oók toevallig, dat ik het geld daar vanmiddag al in opgeborgen had."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 18