PI
As
3^
vlakte, vroeger het eiland Griend, nu slechts ver
blijfplaats van vele vogels en bekend natuurmonu
ment aan de kleur van het water kan men het
verschil in waterstand zien, overal liggen platen en
zandbanken, welke zich door de sterke strooming
geregeld verplaatsen en groot gevaar opleveren
voor het schip, dat uit de vaargeulen wordt ge
dreven. Want de. Waddenzee is een zeer interessan)
gedeelte van ons land, met een eigen schoonheid
en bijzonder aspect, maar ook gevaarlijk door de
zeegaten tusschen de eilanden dringt de kracht van
de open zee binnen, het water is er grillig, woest,
verraderlijk de „Brandaris" van Terschelling, de
boot van Oostmahorn en de andere reddingsbooten
van deze kusten hebben het in het beruchte jaar
getijde altijd druk.
De branding loopt dood op het vlakke strand, van
de Noordzeekust.
Het natie zand vloeit soms uit tol de grilligste figuren.
Diep is het er niet. In het begin onzer jaartelling, toen de Romeinen
tegen ons kwamen vechten, werd er reeds gesproken van mare vadosum
(doorwaadbare zee), waarin men iets van den naam „wad" terug
vindt. De wetenschap neemt aan, dat deze ondiepe zee nóg vroeger
land geweest is, door de duinen van de tegenwoordige eilanden tegen
de Noordzee beschermd, terwijl er enkele rivieren stroomden, waar
van de mondingen in den loop der jaren werden verbreed tot de
zeegaten, welke wij kennen. Het water heeft er langzamerhand de
overmacht verkregen, maar toch niet geheel. Want wie er komt,
stelt de vraag, welke hierboven staat aan de kust, beschermd
door zware dijken, vallen bij eb groote stukken droog, de Noordzijde
der eilanden bestaat uit duinen (welke, zooals men weet, veel te lijden
hebben van hooge vloeden en stormen, vooral Ameland en Schier
monnikoog), en aan de Zuidzijde komen tijdens laag water eveneens
slibbige gronden open. Wij bewaren sensationeele herinneringen aan
een reis van Texel naar Vlieland, eerst per visscherssehuit, daarna
per sloep en later met nog een kleiner sloepje en toen moesten wij
nog door het water waden naar het strand, dat evenmin geheel droog
was. Twintig minuten breed was deze plaat, waarin de voeten bij
iederen stap enkele centimeters wegzinken daarop volgt een strook
hard zand, gelijk aan het strandgedeelte bij de badplaatsen, dat
tijdens eb droog is, en dan komt eindelijk liet droge duinzand. Wan
neer men daar aan land stapt, weet men niet, of men nu op land
dan wel nog op het water is.
Y\Tater of zand Men vraagt zich af, of er hier meer zand dan water
is. Wie de Waddeneilanden, bijv. Terschelling of Vlieland, voor
het eerst bij hoog water leert kennen, ziet tot zijn verwondering, dat
bij het vallen van het getij een groote plaat droog valt, waar eerst
de branding waseen uur en verder strekt zich dit strandaan-
hangsel uit. De schipper wijst u even buiten Harlingen op een lage
De TVaddenkust bij eb: een groote, gladde vlakte, die tot ver buiten
het land strekt.
vwa.;Vx