ti RPpP W ii BOEGINEESCHE BOUWVAL BIJ BATAVIA HET HART VAN BATAVIA Heelemaal links, nog net op de foto te zien, de „Harmonie"daarlangs de Hijs- wijkstraat de auto op den voorgrond rijdt in de richting N oordwijkde fietser geheel rechts in de richting Molenvliet, welméér bijschrift is er bij deze foto niet noodigieder, die dit leest, ook al zag hij Indië nog nooit in zijn leven, weet, dat hiér het hart van Batavia néén, het hart van Indië in beeld is gebracht. Ergens achter het Inlandsche kerkhof aan den Jacatraweg ligt, dit huisje vergaan en verleerd en sinds het den naam- heeft, 'n spookhuis te zijn geheel verwaarloosd en aan zijn lot overgelaten, 't Werd jaren en jaren wellicht meer dan honderd jaren geleden gebouwd door Boegineesche visschers, die zich te Batavia vestigden en 't heeft nog twee of drie broertjes in de buurt van Batavia, waar ze den aandachtigen beschouwer opvallen door den sterk afwijkenden bouwtrant. Fluisterend vertelt de Inlandsche overwegwachter van het /Staatsspoordie er een tweehonderd meter vandaan woont, dat het spookt in het huisje dat men er dikwijls mensehen ziet, die er niet zijn dar men er spoken zietHet is een roemah angker geworden en wordt mitsdien ontweken. Ên daarom staat het daar stilletjes te vergaan in dat klapperbosch, dat geheimzinnige, maar toch wel mooie Boegineesche huisje. (Foto onder) TOEKANG TJINTJIN Baar is ten slotte niet zoo veel noodig voer het stichten en onder houden van een negotie. Men kan soms volstaan met een plank waarop olienootjes liggen en die olienootjes kan men verhandelen. Gaan de zaken goed, dan wordt er om die plank een opstaand lijstje gezet. En later wor den de zaken nog verder uitgebreid en komt er een carbidlampje bij op het plankjeen nog later wordt het eventueel een klein winkeltje of en dat voorbeeld is niet eens zoo zeldzaam in Indië: of de Arabier, die begon als katjamgverkooperbrengt het tot millionnair. Zoo ver heeft de Arabier op de rechtsche foto het nog niet, gebracht. Met al dat tellen van- dis duiten in zijn beurs komt hij niet tot een millioen. Maar het kat jangstadium is hij toch voorbij: hij handelt in sieraden: steenen met ringen. Inderdaad: steenen met rin gen, want enorme glanzende keien versieren de smalle zilveren of na maak-gouden ringen, welke hij ver handelt. Zóó ziet m en hem en zijne broeders langs de Indische wegen, op weg naar hun millioen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 15