WINTERBLOEIENDE BEGONIA'S
Groote, zachlgeklewrde bloemen met glanzend blad
J)e winter bloei end e Begonia Emita.
en goed voor koelte en water zorgen, en na een paar
weken zien we de plant, nieuwe knoppen vormen, die
allemaal uitkomen.
Nu nog iets over de grondsoort. Meestal zal de
bloemist de plant wel goed opgepot hebben wie liet
zelf moet doen neme oude bladaarde, wat turfmolm,
een beetje scherp rivierzand en ouden, goed fijn
gewreven mest.
Er bestaan winterbloeiende begonia's met enkele,
dubbele en lialfdubbele bloemen. Sommige zijn zoo
klein als trosroosjes andere hebben een doorsnede
van 10 cm. Er zijn er bij met lichter gekleurde har
ten en sommige loopen naar de randen toe donkerder
uit. Hoe er zijn. die bedrieglijk op rozen lijken, toont
een van de foto's. Over 't algemeen zijn de klein-
bloemige sterker dan de variëteiten met groote
bloemen. Het is geen zeldzaamheid, dat een kas met
deze kleinbloemige begonia's (waarbij er dan toch
altijd nog zijn die 5 cm. doorsnee hebben) twee, drie
maanden achter elkaar doorbloeit. Onder gunstige
omstandigheden in een koele, lichte kamer
kunnen wij het in huis ook zoover brengen. L. S.
November is gekomen en de laatste bloemen
verdwijnen uit den tuin. Naarmate de planten
buiten ons in den steek laten, gaan we van de
kamerplanten méér verwachten. De Veltheimia
(wintervuurpijl), de azalea, de kamerlinde vormen
knoppen. Dat belooft wat voor December en Januari.
En de bollen in de donkere kast doen ook hun best.
Maar in den erker voor het raam of op de venster
bank bloeit de begonia. Niet over het bekende
Gloire-de-Lorraine-ras zullen we het nu hebben,
maar over de échte winterbloeiende begonia, die
als we er goed voor zorgen weken en zelfs maanden
bloeien kan. 't Is een plant, die door stekken wordt
vermenigvuldigd. Hoe dat nu gaat, doet er liie-r
weinig toe het is werk van de kweekers.
Aalsmeer is een centrum van deze begonia-cul
tuur. Wie daar in November en December in de
kassen komt, waant zich in een sprookjesland.In alle
tinten rose, karmijn, zalmkleur en rood staan daar
de planten te bloeien. Het zal ons opvallen, dat het
er koel is (5.5 a 60 gr. Fahrenheit) en hieruit kunnen
we zelf concludeeren, dat droge kachelwarmte voor
zoo'n plant niet deugt.
Aalsmeer ligt, grootendeels in het waterop de voor
uitspringende stukken grond, die aan drie zijden
door water zijn omgeven, staan dikwijls de kassen.
Waterdamp verzadigt er de lucht en dat is het ge
heim van den praclitigen groei der Aalsmeersche pot
planten, maar óók van de soms voorkomende mis
lukking zoodra ze in ons huis komen. Water, vocht
in de atmosfeer hebben ze noodig. We kunnen ze
dat geven door ze zoo licht en koel mogelijk te
zetten (want warmte is fataal), liefst in de lage
temperatuur van de kas, dus niet boven 60 gr.
Fahrenheit, zoo ver mogelijk van de
kachel in ieder geval en voor een licht
venster. We geven altijd flink water in
het schoteltje onder den pot, en zorgen
voor een vochtige atmosfeer als de kamer
verwarmd is. Dat gaat door een bakje
water op de kachel te laten verdampen
of, bij centrale verwarming, verdampings
bakjes tusschen de radiatoren te hangen.
Boven aan den wortelhals heeft de
plant een soort verdikking, een knol-
aclitig iets. Deze knol-wortel kan niet
worden overgehouden en zoo zijn de
kweekers genoodzaakt, stekken te gaan
nemen. Meestal gebeurt dat in Juni en
Juli, en de nieuwe planten bloeien dan
hetzelfde jaar nog. Zooals we zeiden,
Aalsmeer is hier een centrum voor. Maar
de eigenaardige ligging van de kweeke-
rijen in liet, water maakt het, wel eens
moeilijk, planten na overbrenging in ons
huis goed te houden. Toch hoeven we
ons niet ongerust te maken, als zoo'n
plant na een dag of wat alle of bijna
alle knoppen verliest. Dat is door de ver
andering van klimaatRustig afwachten
Ook de kleinbloemige soorten zijn mooi