HET MUSEUM VAN DEN WITTEN DOOD N ."•J m 1 A m V/ - \1 t\ r, ra i" -i j, Zermatt, aan éen toet van den Matterhorn, waar zich hel bergmuseum bevindt, in ons artikel besproken. ■r* k YT V._ J A >1 1 f r-'f* i f J O 'C rederig verborgen tusschen de boomen van het stadspark der toeristenplaats Zermatt, aan den voet der Penninische Alpenreuzen, waarvan de eeuwig be sneeuwde top van den Mat terhorn de bekroning vormt, ligt het Museum van den Witten Dood, zooals men het eenvoudige huis met een zeer toepasselijken naam heeft genoemd. Velen j van hen, die in het berg- stadje vertoevenkennen niet eens het bestaan er van. Anderen, en dat zijn meestal de bergbeklimmers zelf, die de bestijging van den steilen top willen wagen, vermijden angstval lig de plaats, waar alles hen herinnert aan den dood in de bergen, in de eeuwige sneeuwvelden. Ze denken liever niet aan de lugubere moge lijkheid, dat ook van hen, na een onsuccesvolle bestijgingspofintr. een of ander souvenir hier Een der teruggevonden bergbeklimmerssehoenen van lord Douglas, verongelukt bij de eerste bestijging van den Oorvinus-top in het Matter- hornnuissief zou terecht kunnen komen. Want van dit soort sou venirs is het kleine museum vol, dat zoowel herin nert aan den onversaag- den moed van zoovele bergbeklimmers, als' aan het weinige, dat er vaak van hen wordt terugge vonden. Het eenvoudige bergmuseum is als een tempel, opgericht ter her innering van hen, die de bergnatuur liefhadden als weinigen, en die, met blij gemoed vertrokken voor een niet van gevaar ont- blooten bergtocht, huis en haard nimmer hebben te ruggezien. Daar liggen, in drukwekkend in al hun simpelheid en materieele waardeloosheid, de na een bergramp gevonden voor werpen. Ken oude bergbeklimmersschoen, die eens toebehoorde aan lord Douglas, ligt er naast en kele stofresten van het costuum van zijn gids Groz, en van den Engelschman Hudson, die met Sff*54» TTet graf van een in 't jaar 1936 om het leven gekomen berggids hem den dood vonden bij de bestijging van den Oorvinus-top, den 14den Juli van het jaar 1865. Verder vindt men er touwen, waarmee de berg beklimmers waren uitgerust, boeden, rugzakken, zwarte brillen, verrekijkers, die eens toebehoorden aan hen, die omkwamen op de rotsen, door een sneeuwlawine werden meegesleurd of bedolven, en die door de reddingsbrigades werden opgespoord, of voor altijd in de afgronden den dood vonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 2