U ZULT ER NOC SPIJT VAN HEBBEN! door William C. Ford 32 De deur ging een eindje open en juffrouw Gordon stale haar hoofd naar binnen. De heer Whimple sloeg de deur van zijn privé- kantoor dicht en belde Sharpman en Thorpe op. „Hallo, Sharpman," zei hij, „hier Whimple, firma Whimple en Co. 't Spijt me, maar ik kan je die duizend dollar niet be talen op 't oogenblik. Ja, ik weet 't maar ik ben 'n goeie klant van je geweest, Shaipman zoo alles bij elkaar wel voor duizenden van je gekocht. Nee, maar als 't een mensch beroerd gaat, moet hij juist Ti beetje hulp hebben. En ik heb voor 'n zware concurrentie gezeten. Johnson bijvoorbeeld. Dien heb je óók wel crediet gegeven." De heer Whimple kneep zijn oogen een ietsje dicht. „Nu wou ik je vragen wil je me helpen, door dat postje een paar maandjes te laten loopen Hè 1 Kan dat niet O juist. Nee hoor, maak er je commissarissen maar niet zenuwachtig over. Ik dacht alleen, omdat wij elkaar kenden. jajawelik begrijp jeMaar je zult er nog spijt van hebben Adjuus hoor." Hij draaide de schijf nog eens. „Eerste Nationale Ik wou den directeur even spreken." „Hallo, meneer Carleton. Met August Whimple, firma Whimple en Co. Uitstekend, maar ik heb even een zetje noodig. Wilt u me één mille leenen voor vier maanden 0 juist. Maar ik werk al jaren met uw bank. Aan den veiligsten kant blijven Dat begrijp ik maar hoe moeten wij 't redden, als de banken niet werken?.... Ja juist. 't Spijt me. U zult er óók nog spijt van hebben. U hoort nog wel van me." Hij draaide. „Maatschappij Fulton.... Ben jij 't, Bill? Met GusPrachtig. En jij Zeg, Bill, ik heb een massa bij je gekocht, sinds ik begonnen ben, niet Ja, da'sin orde als 't kon, liet ik je voorgaan. Nou, Bill Sharpman en Thorpe krijgen duizend dollar van me, en ze maken 't me lastig. Ja. Niks mee te beginnen. Je ergste concurrenten Nou precies...." Hij kneep zijn lippen samen. „Zeg, Bill, ik wou je duizend dollar ter leen vragen. Wat?.... Ja, ik weet 't.Lamme tijd.Nee toch Dat moet je niet zeggen ik vraag geen geld aan jou om een concurrent te be talen da's geen uit drukking. ik dacht alleen, dat je rpe misschien uit den brand kon helpen.... Ja, dat weet ik mis schien gok ik te véél. 0 ja zeker.zeker. Ja hoor!.... Je zult er nog spijt van hebben, Bill. Dag Met een grimmig lachje brak hij de verbinding af. Er waren mensclien ge komen op't groote kantoor. Hij hoorde ze met juffrouw Gordon praten. Hij had niet veel tijd meer. Op schieten Hij draaide opnieuw. „Hallo, tante Matilda," zei hij. „Hier Gus. Ja, uit stekend. O ja? Volgende week Prach tig Van harte welkom Nu trok zijn gezicht strak. „Hoort u eens, tante," begon hii, „weet u nog wat ik de vorige maand zei, toen u bij ons logeerde dat 't een beetje stroef ging in de zaak Ja En ik zei, dat ik misschien bij u aan zou moeten kloppen, weet u nog Ja, ellendige tijd. Nu, tante Matilda ik zou niets durven zeggen, als ik niet wist, dat u genoeg hebt, en niemand om voor te zorgenja ja, Fidodat is zoo natuurlijk Ja, ik moest misschien voorzichtiger zijn niet zooveel wagen.... Ja ja.... ja, 't is zoo, ik riskeer wel eens wat. Ja. Enfin, tante Matilda, wilt u me voor één keer aan duizend dollar helpen?.... Wat! Alles in een lijfrente gestoken Wanneer dan Vorige week O juist!.... Nee, nu kunt u geen mensch meer helpen. Ja. begrijp ik. Ja, tante Matilda. Nee, tante Matilda. Eb. U zult er nog spijt van hebben, tante Matilda. Dagjes." „Ik wou even spreken met August Whimple junior, afdeelingRalston, Staatscollege," gaf hij de juffrouw op. „Jij daar, jongen vroeg hij. „Met vader. Hoe staat 't leven O. Ja?.... Hoeveel Enfin, we zullen zien. Zeg, jongen, ik heb je een paar maanden geleden verteld, dat ik een beetje vastzat in de zaak, dat ik wat contanten noodig had weet je nog Ja. je hebt er toch niet te veel over gepiekerd Gelukkig. Maar hoor eens," ging hij voort, „die vijfhonderd, die oom Albert je nagelaten heeft, wil je me die leenen Wat zeg je Op Alles Die reis Dat is de vorige week pas geweest, jog en je wist, dat ik in de knel zat Ja, dat weet ik. Nee, kon je natuurlijk niet van buiten... Zoo, daverend geamuseerdJa ja, ken ik. Jo zult er nog spijt van hebben." Er waren weer menschen bijgekomen op 't groote kantoor en ze schenen ongeduldig te worden. Hij lachte een beetje wrang en draaide nog één ver binding. „Johnson," zei hij tegen den man, die aan 't toestel kwam, „met Whimple. Ja, Whimple Waar u al tien jaar tegen concurreert. dien u tegen den grond hebt gewerkt met dat prijzengeknoei Nee, stil nou even en luister één keer naar me, Johnson, 't Is misschien belangrijk.... Mijn zaak is misschien geen duit waard op 't oogenblik, en dat komt hoofdzakelijk door jouAls ik er 't bijltje nu eens bij neer won leggen Ik zou eerst een paar dingetjes in orde moeten maken. Wil je me daar duizend dollar voor leenen Nee Nadat ik zooveel verloren heb door die streken van jou Ook niet om van m'n concurrentie af te zijn 1Nee, ik begrijp, dat ik niet veel. beteeken. Maar ik wou je de kans geven. 0 nee Daar ga ik niet heenVoorloopig tenminste niet, Johnson. Ik ben van plan door te zetten. En je zult er nog spijt van hebben. Bonjour." Klimmend rumoer in 't groote kantoor. Dan een bescheiden klopje. De deur ging een eindje open en juffrouw Gordon stak haar hoofd naar binnen. Zij keek meneer Wimple met groote oogen aan. Dat kon van schrik komen of van opwinding. „Er zijn zes heeren," zei ze. „Reporters. Ze schijnen van iets gehoord te hebben. Ze staan zoowat te springen. De kranten moeten drukken, zeggen ze Meneer Whimple ging zitten. „Over een minuut zal ik ze te woord staan," zei hij. „Teekent u eerst even aan." Zij kwam verder de kamer in, het cahier trillend in haar hand. „Neem mijn rekening van de Eerste Nationale af," zei meneer Whimple snauwerig. „Overbrengen op de Koopmansbank „Jawel, meneer Whimple," zei juffrouw Gordon. „Nota aan alle emplové's: we koopen nooit meer iets van Sharpman en Thorpe en ook niet van Bill Fulton." „Jawel, meneer Whimple." „Naar 't Staats-eollege schrijven, dat mijn zoon zijn kamer niet meer noodig heeft. Hij komt hier werken." „Jawel, meneer Whimple." „Telegrafeer aan mijn tante Matilda, dat we haar niet weer te logeeren kunnen hebben volgende week." „Jawel, meneer Whimple." „Hebt u die lijst van klanten van Johnson „Jawel, meneer Wimple." „Schrijf ze allemaal, dat ik twintig procent beneden zijn catalogus-prijzen noteer. Neem er maar personeel bij, als u niet klaar komt." „Jawel, meneer Whimple." Het cahier in haar hand trilde erger dan ooit. Hij duwde zijn stoel achteruit. „Laat ze maar binnen beval hij. Reporters Zij drongen, stórmden naar binnen. Er werden camera's gericht. Potlooden kwamen in de houding. Eén sprak namens allen zonder respect, cynisch. „Wat is 't voor een gevoel, meneer Whimple," vroeg hij, „de uitverkorene te zijn, die den prijs van tweehonderdduizend dollar in de Sweepstake gewonnen heeft Meneer Whimple stond op en zijn schouders gingen achteruit. „Daverend, jongens zei hij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 32