t
§1 v -
om
zijde liing met dit instrument sloeg ik met één slag
den leeuwenkop af, en het, lichaam viel voor mijn
voeten Toen ramde ik, met de kolf van mijn gan
zenroer, den kop verder de keel van den krokodil
in, zoodat die den verstikkingsdood stierf."
Een ander verhaal, dat hij zijn hoorders zeer in den
smaak viel, was dit Toen hij eens baadde, werd hij
opgeslokt door een grooten visch, die vervolgens
yf
Aan den staart van zijn eigen pruik tilt de baron
zichzelf en zijn paard uit hei water van een meertje.
door een paar visscliers geharpoeneerd werd. Zij
sjorden den viscli naar hoven, en, zooals Münch-
hausen vertelt
„Zij barstten bijna van 't lachen, toen zij een
mensclienstem uit den visch hoorden komen, en een
man uit diens lichaam zagen opduiken."
Een anderen keer vertelde de baron, hoe hij eens
het vijandelijk kamp wou binnendringen om eenige
belangrijke militaire geheimen uit te vorschen. Reed
hij er heen op zijn geliefd
paard Lithauer, dan werd
hij natuurlijk gevat en
als spion opgehangen, dus
bedacht hij iets anders: toen
een der groote kanonnen
werd afgeschoten, sprong
hij op den kogel en vloog
zoo op verkenning uit.
Hij liep daarna gevaar, toch
nog gepakt te worden,
dacht hij, dus toen hij een
kanonskogel uit de tegen
overgestelde richting zag
komen, sprong hij daarop
over, en kwam in zijn eigen
linies terug, zonder eenig
schadelijk gevolg van zijn
reis te ondervinden.
Later sprongen zijn paard
en hij over een water. Hij
vertelt
„Ik merkte, dat 't veel
breeder was, dan ik gedacht
liad. Dus midden in mijn
sprong keerde ik mijn
paard, en ik ging terug om
een flinkeren aanloop te
nemen. Ik sprong weer,
maar 't lukte weer niet
erg ik viel tot aan mijn nek
in 't water. Ik zou ongetwij
feld een ontijdigen dood
gestorven zijn, als ik niet
één arm vrij had gehad
daarmee trok ik mijzelf, en
mijn paard mede, met alle
kracht aan mijn pruik
staartje omhoog."
Zijn paard kreeg het eens
leelijk te kwaad zonder
dat de baron het merkte
werd het in tweeën ge
sneden door de neerdalende
valpoort van een bele
gerde stad, toen de baron
daar binnenreed. De baron werd pas gewaar, wat er
gebeurd was, toen hij hij een drinkbak midden in
de stad was. Het paard bleef maar door drinken,
om zijn dorst te lesschen, en toen ontdekte de baron,
dat het water allemaal wegliep, doordat de achterste
helft van het paard ontbrak.
Ook het probleem der
vliegkunst heeft Münch-
hausen opgelost. Op zeke
ren dag was hij eenden aan
't vissclien, met een stuk
spek aan 't eind van een
lang touw. Het spek was
zoo glad, dat 't vlot door
de eerste eend heen ging
en snel door nummer twee
werd ingeslikt. Dit gebeur
de opnieuw, tot de baron
er een heelen troep aan 't
lijntje had. Eén der eenden
begon te vliegen, de andere
volgden, en weldra vlogen
ze allemaal en droegen den
baron mee.
Toen de baron leefde,
konden de menschen hun
ooren haast niet gelooven
- na zijn dood was hij
nog oorzaak, dat zij hun
óógen niet geloovenkonden.
Hij werd, om welke redenen
heeft men nooit kunnen
achterhalen, heimelijk be
graven, en jaren later, toen
het lijk werd opgegraven
om elders een rustplaats te
krijgen, was het nog vol
komen gaaf gebleven. Hij
was nog steeds de onge-
loofelijke Münchhausen.
Von Münchhausen ontdekt
dat hij maar op een half
paard rijdt.
De barongelijktijdig door een leeuw en een krokodil
bedreigd., laat den een den ander opeten en redl zich
op die manier uit een hachelijke situatie.
Het Duitsche stadje Bodenwerder, aan de Weser,
heeft een groote eer bewezen aan zijn meest beroem
den burger, den grootsten leugenaar ter wereld
baron von Münchhausen, die op Bodenwerders
kerkhof begraven ligt.
De gemeente heeft het huis gekocht, waarin Karl
Friedrich Hieronymus Freiherr von Münchhausen
geboren werd, en zevenenzeventig jaren later
overleed. Het huis, de Leugen-villa geheeten, zal
worden gebruikt als bureau van den burgemeester,
en twee kamers zullen als museum worden ingericht.
Kanonskogels brengen den baron veilig uit en thuis.
Laten we hopen, dat men daar den bezoeker niet
meer zal pogen wijs te maken, dan wat de baron
zelf aan het verbaasde en geamuseerde nageslacht
heeft gemeend te moeten vertellen.
Want landt, men eenmaal aan op het glibberige
terrein der verbeelding, dan schijnt het zeer moeilijk
te zijn, de eenmaal losgelaten fantasie in toom te
houden.
En dat mogen we in een bona-fide museum, al
is het er dan een, gewijd aan de nagedachtenis van
baron von Münchhausen, toch niet verwachten.
Zóó is het immers al welletjes f