25 't is mi te laat, en we hebben eerst nog veel te doen. We moeten uitzoeken waar, en'n permissie halen en 'n geestelijke opsnorren. Dan sturen we tante Har riet een telegram om haar zegen en we gaan naar naar Canada of ergens anders, voor zoolang als we zin hebben. Nou Gloria ging kaarsrecht zitten en keek hem aan. 't Was geen gekheid. Hij keek ernstig, bijna verlegen en echt leuk. 't Was lief van hem, in zekeren zin, en doldwaas. Hij verbeeldde zich toch niet, dat hij iéts van „zegen" meekreeg van juffrouw Endicott, als hij wegliep met haar secretaresse Omdat een dwaze tante hem tot dan toe nog nooit iets geweigerd had? En beteekende het huwelijk voor hem niet meer dan déteen meisje, dat hij amper kende, zoo maar even voorstellen, met hem in een auto te springen en er gens heen te tuffen en te trouwen misschien om dat hij medelijden met haar had. en graag deed, wat hem in 't hoofd kwam „Moet ik dit als een aanzoek beschouwen vroeg zij. „Daar komt 't zoowat op neer." Een lach kwam en verdween in dien ernst., dien zij nog nooit van hem gezien had. Hij boog zijn hoofd naar haar toe, en weer was zijn stem warm en dringend, meesleepend. „Je bent een schat van een kind, Glory. Je bent mooi, weet je dat Van de kruin van je, glanzende haar tot 't puntje van je kleine voetjes. En ik ben totaal weg van je. Ben ik aldóór al geweest, denk ik, anders was ik vast geen weken aan één stuk in dit gat blijven hangen, dat zoo goed als dood en begra ven is. maar ik ben 't vandaag pas helder gaan zien. 't Was net een ontploffing ik ben er nog draaierig van. Ik zou je liefst maar meteen op pakken en met je weghollen." „Dat zou u niet meevallen „Nee, snap ik; ben je veel te onafhankelijk voor. Maar je zou me heel goed een hand kunnen geven en meetippeleii. Wij tweetjes alleen lijkt me heerlijk. Doe je 'tlieveling?" Gloria vroeg zich af, wat er in haar was, dat ze zich keeleinaal niet geraakt voelde door zoo'n voorstel, vroolijk en vrijpostig en teeder. 't Was niet eens een bekoring voor haar Een massa meisjes zouden met twee handen de kans gegrepen hebben, om Jack Moreland te krijgen, en 't er met die tante dan maar op gewaagd hebben er trouwen tegenwoordig zoo veel inenschen op zoo'n manier. Maar Gloria wou dat niet. Ze was heelemaal nog zoo ver niet, om te trouwen. Liefde moest iets zijn, dat kwam naar eigen wil, iets fijns en kostbaars, dat je dicht aan je hart hield en koesterde niet alleen maar een kans, die je greep, en weer weggooide als 't nieuwtje er af was. Hij wachtte, keek haar met spanning aan. Zij haalde diep adem en schudde het hoofd. „Merci voor alle vriendelijke opmer kingen, maar 't kan heusch niet. We kennen elkaar haast in 't geheel niet. Ik ben heelemaal niet verliefd op u en ik heb eigenaardige ideeën in dat op zicht." „Maar 't kan toch komen Ik zou je absoluut niet haasten. Ik zal wachten...." „Dan werd 't niets. Nooit. Laten we er maar niet meer over praten." Hij keek haar met een eigenaardigen blik aan, zijn wenkbrauwen bijeenge trokken. „U hakt 't wel wat erg kort af, vindt u niet vroeg hij langzaam. „Ik bedoel, niet alleen dóét u 't- niet, maar u wilt niet. Nooit. Wilt u me vertellen om 't mes nog een draaitje te geven hoe u zoo zeker weet, dat ik 't nooit zou kunnen halen bij u Niet dat ik mezelf zoo bekoorlijk vind, maar. ik ben toch benieuwd." Gloria vond 't naar. Waarom bedierf hij alles, door zoo'n massa te vragen „Moet 't zoo ver uitgezocht worden Enfin, als u er op staat. Ik geloof, dat u heel aardig zou zijn, om mee uit te gaan, en dat u me dan best zou bevallen. Maar trouwen.... da's hooi Een voorproef van hef effect dat de verlich ting van groots gehouwen zal opleveren tij dens de huwelijksfeesten van onze prinses de Philips-fabrieken te Eindhoven in den tooverachtigen glans van het floodlight. wat anders. Dat zou iemand moeten zijn, die op zijn eigen beencn kon staan. Ik zou nooit gelukkig kunnen zijn met een man, die niet probeerde iets te doen in de wereld, of iets van zichzelf te maken." „Ojuist." Hij sprak zacht, ging recht zitten en leunde toen tegen de-lat. ,.lk ben maar een hansworstIk zou zeker een ernstig jonkman moeten zijn, die de maatschappelijke ladder op sprong. Maar waarom aldoor geld graaien, als 't niet hoeft „U snapt er niets van Zij gooide 't hem driftig toe, aarzelde en ging toen snel voort, ,,'t Is eigenlijk te dwaas om nog over te praten. We zien alles anders in, en binnen zes weken vochten we er over. Of nog gauwer. Ik heb 't. altijd moeilijk gehad, en voor u is alles altijd glad en prettig verloopen. U weet niet wat 't zeggen wil, een arm nichtje te zijn, en eerst gebrek te lijden, en dan met 'n zuur gezicht geholpen en kinderachtig getyranniseerd te worden. Ik heb zelfs moeten vechten, om van dat genadebrood af te komen en 'zelf mijn kost te gaan verdienen. Daarom is mijn baantje me meer waard dan plei- zier, en daarom zou ik nooit met een man kunnen trouwen, zelfs al was ik dol op hem, die nergens om denkt dan om uitgaan en zich laat onderhouden door een vrouw." Het was meer, dan zij had willen zeggen, maar de gedachte aan die 4 Cheritons was weer opgeko men, en had een ongewilden klank van minachting in haar stein gebracht. Hij kreeg een beetje een kleur zijn mond trok strak. „Dank u. 1' bent ten minste oprecht geweest." Nu bloosde Gloria. Zij voelde, dat zij méér was geweest dan oprecht, onbarmhartig scherp namelijk. Zooiets zei een Moreland of een Endicott nooit. „Neemt u niet kwalijk. Dat laatste had ik niét willen zeggen. Maar waar is 't." „Misschien wel. Gedeeltelijk ten minste." Hij gaf 't een beetje stug toe, met een ongeduldige schouder beweging. „Maar iets kan soms in zekeren zin waar zijn, en toch niét heelemaal waar inenfin, in den geest. Wat dat laten onderhouden door een vrouw betreft, zou ik er op kunnen wijzen, dat tante Harriet en ik de laatsten van de familie zijn, dat ik dus 't geld van de Endicotts erven ïuoet, dus voel ik me niet zoo'u laffen aap als u denkt. Ik heb mijn geld altijd gekregen, eerst van mijn grootvader en toen van tante Harriet, van klein kind af, al kreeg ik toen stuivers en kwartjes in plaats van driemaan- delijksche cheques." Hij zweeg en fronste, en weer kleurde hij even. Knorrig ging hij voort „En ik zie nóg niet in, waarom geld verdienen't eenige is, waar een man zich druk over moet maken. Vooral als 't niet absoluut hoeft. Waarom zou hij dan niet doen, waar hij zin in heeft, in plaats van te gaan zitten ploeteren achter een bureau en meer te verdienen, dan hij noodig zal hebben 't Eenige werk, waar ik wat om geef, is aan 'n motor peuteren, als hij stuk is, en waarom zou ik daar mijn beroep van maken, en een fatsoenlijken monteur 't brood uit zijn mond stooten „Jawel," hield zij vol, „maar een man moet toch iéts prestoeren in 't leven Met de kin omhoog keek zij langs hem heen naar de mooie lanen, die eens zijn eigendom zouden zijn, kwaad op hem, omdat hij haar gedwongen had tot dien redetwist, maar bewust van een vaag onrust gevoel. Dorst ze hem rriaar te vertellen over die effecten. „Veronderstel eens," zei ze langzaam, „rlat ik had toegestemd, met u te trouwen en dat uw tante dan verschrikkelijk boos was en u onterfde en dat u geen geld meer had en geen vooruitzichten en niets. Kijk maar niet zoo nijdig zooiets is meer gebeurd vaak zelfs. Of veronderstel, dat al haar geld op was en dat ze niets meer had, ook dit huis niet. Hoe kon u dan uw vrouw onderhouden, en uw tante om haar te vergelden, wat ze voor u heeft gedaan „U drukt 't- erg. onpleizierig uit. Ik ben ge zond en sterk, ziet u, en ik heb vrienden. Ik weet best, dat je niet makkelijk een behoorlijk baantje krijgt tegenwoordig, maar ik kreeg toch vast wel iéts Ik zou 't ten minste zeker probeeren." „Hébt u 't al eens geprobeerd vroeg zij bitter. „0 hebt nooit werk gezocht. Ik wel. En als u aan den grond zit, zullen uw vrienden heusch zoo happig niet zijn, om u in een makkelijk baantje te duwen. En u hebt nooit hoeven probeeren. met een schriel salarisje twee of drie menschen te onderhouden u weet niet, hoe zeer 't doet, als je een ander niet kunt geven, wat hij noodig heeft.... Och, wat praat ik eigenlijk nog!" Zij sprong op, woedend op zichzelf, omdat ze zich zoo had laten gaan, maar direct stond ook hij. en hij volgde haar het stille pad langs. Zij bleven zwijgen, tot zij op de plek kwamen, waar het open grasveld op de heesters volgde. „Gaat u alstublieft niet verder mee „Best, als u 't niet hebben wilt. Hij draalde, nam haar zacht bij de schouders en hief haar gezicht, naar hem op. „Ik moest misschien kwaad zijn, omdat u me zoo mijn vet hebt gegeven, maar ik ben 't niet. Misschien heb ik 't verdiend; daar moet ik eens over denken. Maar ik geef je niet op, verstaan Begrijp dat maar vast. Als je me zei, dat 't er alleen om gaat, dat ik geen betrekking heb.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 25