NEDERLANDSCHE IN BRAZILIË KOLONISATIE 1636-1936 Graaf Johan Maurits van Nassau 13 Juni 1027. Het nemen van de suikerprijzen in de baai Todos os Sanetos, onder Piet Ilein. 16 verlies werd eerst goedgemaakt door de verovering van de zilveren vloot, welke ruim zeven millioen gulden opbracht, voor de helft uit baar zilver. De Compagnie keerde 50% uit, een dividend wel aanzienlijk, doch niet hooger dan de gemiddelde winst- uitdeeling der Oost-Indische Compag nie tusschen 1610 en 1620, en nog verre ten achter staande bij dat in 1606 door die vennootschap uitbe taald, n.l. 75%. Zeer spoedig echter zou er een einde komen aan haar hoogen bloei, door den hevigen strijd, dien zij met de Portugeezen moest voeren om Brazilië. De verovering van de haven stad Olinda door Lone in 1630, en van andere streken aan de Noord- Oostkust van Brazilië, tusschen de Rio Francisco en de Rio Grande, met het door de Portugeezen ver sterkte Recife en Pernambuco als hoofdpunten, had haar veel geld en moeite gekost. Deze veroveringen stonden onder leiding van den in Staatsoliën dienst getreden Poolsehen kolonel Arti- schowsky, den eigenlijken grondlegger van het Nederlandsche bezit in „de Brasyl". Tot in 1673 voor vijf jaren graaf Johan Maurits van Nassau tot hoofd der nieuwe kolonie werd be noemd. llij was een der vele klein zoons van Jan van Nassau en tot nog toe, evenals zijn broeder, veldmaar schalk graaf Willem, een met lauweren overdekt veldoverste in Staatschen dienst. Hij trok er heen met een macht van bijna drieduizend man en twaalf schepen, en begon aan stonds het gezag in de reeds veroverde streken te verstevigen, de wetgeving en krijgstucht te verbeteren, ver keerswegen aan te leggen, scholen te stichten en kerken te bouwen. Hij liet de landstreek met het oog op verdere ontginning tot. diep in het binnenland wetenschappelijk onder zoeken, en deed predikanten en onder wijzers overkomen om de geestelijke belangen te verzorgen. Het is juist driehonderd jaar geleden dat een lid van het huis Nassau voor de West- Indische Compagnie naar Brazilië ging om als gouverneur daar de Hollandsche belan gen te behartigen Vóór den aanvang der I5e eeuw had een van Columbus' reisgenooten den voet gezet op de kust van Brazilië. De Portugees de C-abral had het een jaar latei' opnieuw ontdekt en daarom had Paus Johan III het schier onmetelijke stroomgebied van de, Amazone-rivier, dat reuzenland van de Pao de Brazilia, het hout der gloeiende kool, toegekend aan Portugal. In het midden der 16e eeuw wist Thomas de Souza er een krachtige kolonie te vormen, een Portugeesche volksplanting, ver deeld in negen provinciën of kapitein- schappen. San Salvador (Bahia) werd tot zetel der regeering ingericht, ver fraaid en versterkt, en omringd van bloeiende suikerplantages. Op allerlei wijzen werd getracht de volkswelvaart te verhoogen. De voor zwaren arbeid ongeschikte Indianen werden vervan gen door negers. Aldus kon Philip de Tweede bij de annexatie van Portugal in 1581 wanen, dat hij een rijke, veel belovende kolonie aan zijn rijk toe voegde, die voor geheel Europa het suikerland zou wordenen daarom ontoegankelijk moest blijven voor andere natiën. Weinig voorzag hij daarbij, dat door het sluiten der Por tugeesche havens voor zijn aartsvijan den, de Hollanders, dezen geprikkeld zouden worden, om zelf een weg naar de tropen te zoeken, en daar zoowel de Spanjaarden als de Portugeezen te verdrijven. Cornelia Houtman had in 1595 de route naar Oost-Indië gevonden, waarop de oprichting ge volgd was van de Oost-Indische Com- l[et eroege.re kanlom- der West-1 ndwehe Compagnie, aan de llaarle, pagnie. In 1621 kwam de West- te Amsterdam, thans het Luthersehe weeshuis. Indische Compagnie tot stand, wier doel gericht was op het veroveren van zilvervloten, het buit maken van Spaansche koopvaarders en het aan tasten van Spaansche koloniesook van andere handelsvoordeelen was men niet afkeerig. In 1624 stak een vloot van zesentwintig schepen met vijf honderd vuurmonden in zee onder bevel van Jacob Willekes met Piet Hein als vice-admiraal en Van Dortli als commandant der troepen. Vijf maanden later was San Salvador veroverd en kon al dadelijk een groote buit naar het vaderland worden gezonden. Het volgend jaar echter was deze bezet ting weer verloren gegaan, met een groot gedeelte der schatten, die niet tijdig waren bezorgd. Dit Johan Maurits van Jiassau, gouverneur van Brazilië.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 16