EEN VOLK ZINGT, EEN VOLK
SPREEKT
Van een zeer bijzonder museum
HOE ZINGEN ZIJ?
HOE SPREKEN ZIJ? j
De bewoner uit libel t
De Indiaansche medicijnman i
Zuid-Amerika.
De Indiaan uit het hooge Noorden t
De negerin uit Oeganda1 (Afrika).
Ieder land, en in dat land iedere
groote stad, heeft zijn bijzon
dere musea, niet alleen van
schilderijen, maar van curio
siteiten, van oudheden, van weten
schap of techniek. Een der meest
curieuze inrichtingen ter wereld evenwel vindt men
te Berlijn wij bedoelen het aldus genoemde Phono-
gram-archief, het muziekarchief der volkeren buiten
Europa. Het getal dergenen, die vau het bestaan
van dit zeer bijzondere instituut op de hoogte zijn,
is wel zeer gering. Toch bezit het voor de beschavings
geschiedenis der menschlieid een groote belangrijk
heid. Want deze onderafdeeling van het Berlijnsche
Museum voor Volkerenkunde dient zoowel dezen
laatsten tak van wetenschap als de muziek, en is
dan ook iu het bezit van een zeer waardevolle en
zeldzame collectie stemdocumenten. De schappen
der stellages zijn gevuld met de in den loop der
jaren bijna volledige verzameling volkswijzen en
spreek-stemmen van alle exotische volken van
Pijnlijke ordening brengt klaarheid in het stemmsn-
gewirwar der volken. Elke huls wordt zorgvuldig ge
nummerd en gecatalogiseerd.
Een wasrol, waarop een dans uit Vuurland is op
genomen, wordt op het apparaat gezet om te worden
afgedraaid.
den aardbodem. Onderzoekingsrei
zigers hebben ze op hun tochten
opgenomen op phonograaf-walsen,
missionarissen hebben ze meege
bracht uit verre gewesten. En zoo
heeft men van de vier windstreken
der aarde een aantal „sprekende" documenten
verzameld, die den bezoeker, den muziek- of den
taalvorscher nauwkeurig weergeven hoe een bepaald
volk spreekt of zingt.
Een blik in den cataloog, een greep in de genum
merde rollen-rijen, en men hoort de rauwe keel
klanken van den Duala-neger, de bezweringsformule
van den Indiaanschen medicijnman met zijn
eentonigen zing-zang, de neusklanken en neus
stemmen van de Arabieren met hun plotselinge
toonsprongen, het zonderlinge hooge geluid van voor
onze Europeesche ooren valsch zingende Chineezen
en Japanners, of het melancholieke, eentonige
De gecatalogiseerde, in Europeesch notenschrift ge
drukte muziek, waarvan de gramofoon-róllen elders
zijn ondergebracht. Hoe groot deze collectie zijn moet,
blijkt wel uit het feit, dat we hier alleen de letter A
bijeengebracht zien.