STERKER DAN DE WET
De nicht van den vermoorde (Manja Behreng) wordt
door angstige droomen gekweld, omdat zij zeker meent
te weten, dat haar verloofde de misdaad heeft begaan,
en zij dat vreeselijke vermoeden uit liefde voor hem
had verzwegen.
om zich er aan te houden. Daarom zal ook ieder, die
deze, overigens goed gebouwde film ziet, den advocaat
gelijk geven, die liever zijn toga neerlegt, dan het
misdadige zwijgen van een moordenaar aanleiding
te laten worden tot de veroordeeling van een on
schuldige. Zou hij anders gedaan hebben, dan ware
allicht het vermoeden opgekomen, dat hij een rivaal
uit den weg wilde ruimen, aangezien het voorworp
zijner bewondering toevallig de verloofde is van den
onschuldig verdaclite.Later krijgt hij haar toch en de
betreffende jongeman is zoo blij met zijn vrijheid,
dat hem, voor dat moment, alle meisjes, inclusief
het zijne, gestolen kunnen worden. Deze wending in
het verhaal gebeurt misschien wel wat al te abrupt,
maar aangezien de liefde nu eenmaal als noodzakelijk
kwaad in iedere film thuishoort, is die plotselinge,
ommekeer niet zoo heel erg. De film wordt verder
zeer behoorlijk gespeeld door betrekkelijk onbekende
filmgrootheden en is alles bijeen zeer onderhoudend
en zeer boeiend.
Het gewichtige oogenblik in de rechtszaal, waar de advocaat (Paul Hartmann) zijn toga neerlegt, wijl hij
vast besloten heeft, plicht boven ambtsgeheim te stellen. De dikke man in het grijze pak, op de getuigenbank,
hoort zijn geheim, dat hij de moordenaar is, onthuld, terwijl zijn vrouw in tranen uitbarst. Geheel rechts
de beklaagde en zijn meisje.
Het beroepsgeheim van een advocaat is een aangelegenheid, welke soms nog wel
eens voor de rechtbank ter sprake komt. Het houdt in, dat de advocaat alles wat hij
in zijn functie heeft vernomen verzwegen kan worden. Dat hieruit wel eens eigenaar
dige consequenties kunnen voortvloeien is duidelijk en deze LUMINA-FILM, die voor
een zeer groot aantal leden van de rechterlijke macht werd vertoond en grooten
bijval mocht ondervinden, poogt dat te bewijzen.
Bij den woekeraar is weer
eens ruzie met een cliënt
en oogenblikkelijk zijn de
buren, die dat ah een gratis
voorstelling" beschouwen,
op hun post, om toch maar
vooral niets van dat inte
ressante gesprek te verliezen.
Het is een detail, waaruit
echter de zorgvuldigheid valt
op te, maken, waarmede ge
werkt is.
Voor een leek lijkt de keuze van den advocaat tusschen zijn
beroepsgeheim en het laten veroordeelen van een onschuldige
niet zoo moeilijk. Iedereen
zal waarschijnlijk direct
opmerken Het beroeps
geheim is naar alle waar
schijnlijkheid ingesteld ten
dienste en in het belang
van de menschheid. Zou
dus het gevolg juist ten
verderve strekken van een
onschuldig mensch, dan is
de redelijke grond, waarop
het beroepsgeheim steunt,
weggevallen en is er dus
geen enkeleaanleiding moer,