MISTLETOE IN DEN NIEUWJAARSNACHT Een verhaal van oud-en-nieuw DOOR MORTIMER HEURTER Phyllis Norman kon er zich later' over ver bazen, dat het juist Roger Lennox was ge weest, die de doodgewaande herinnering aan Owen Drummond voor haar had doen herleven, zij het dan ook onwetend. Als gewichtige gebeurtenissen in het leven van den mensoh hun schaduw vooruit werpen, was hij het in ieder geval geweest, die de schaduw voor haar zichtbaar had gemaakt. Tot eigen teleurstelling en verdriet. Het gebeurde op een liefdadigheidsbal in Glasgow. Het was op Tweeden Kerstdag en zij had zich den heelen avond uitstekend met hem geamuseerd. Zij zaten aan een tafeltje uit te rusten en eensklaps zei hij een van die dwaze dingen, die alleen maar kunnen opkomen in liet hoofd van een man, die verliefd is. Haar blik volgde eenigen tijd de dansende paren en plotseling werd zij zich bewust, dat Roger haar onafgebroken gadesloeg. „Wat kijk je me aan, je ziet toch niets vreemds aan me J" vroeg ze, haar gelaat naar hem toewendend. Zij zag dat hij uit zijn gedachten opschrok. „Vol strekt niet," lachte hij. „Ik zat te droomen. Ik geloof, dat ik dat dag en nacht zou kunnen doen. Jou alleen maar aankijken en droomen. Op hetzelfde oogenblik was zij er die herinnering. Opgeroepen uit een verleden, dat zij de laatste jaren dood had gewaand. Een danszaal in Glasgow, maar niet deze. Zij aan een tafeltje. En tegenover haar Owen Drummond, met zijn jongensachtig knap gezicht en overmoedig zoekende oogen. Zij hadden gedanst en toen zij gezeten waren, werd Owen eensklaps ongewoon stil. En zijn droomende blik week geen seconde van haar gelaat. „Wat is er vroeg zij verlegen. „Vraag me niets, Phyl," antwoordde hij glim lachend. „Woorden zijn soms wreeder dan daden. Laat me naar je mogen kijken, 0111 stil te kunnen droomen Dat was de herinnering, die Roger Lennox onbe wust vanonder het stof van zeven jaren voor haar ophaalde. De schaduw, die spoedig zou blijken door gewichtige gebeurtenissen in haar leven vooruit te zijn geworpen. De schaduw ook, die over de stille vreugde van dezen avond viel. Roger Lennox had niets bespeurd van de veran dering, die plotseling over haar kwam. Hij leefde te diep in zijn droomen. Nauwelijks twee minuten geleden was hij tot een besluit gekomen. Over twee maanden was zijn verlof om en keerde hij naar Canada terug. En Phyllis was de vrouw, die hem vergezellen zou. Dat hóópte hij tenminste. Zij was knap en gracieus, en daarbij ernstig en toegewijd van karakter. Juist de vrouw, die een man daarginds noodig had. Die in staat was een man zóódanig te boeien, dat de eenzaamheid haar barre verschrikkingen voor hem verloor. En die daaren boven genoeg moed en idealisme bezat, 0111 zich voor het kleine wereldje, dat rond een afgelegen handels post lag gegroepeerd, nuttig te kunnen maken. Ja, hij zou haar vragen. Niet hier, maar over een paar dagen in de eenzaamheid van Balloch Castle, waar zij allebei door goede vrienden genoodigd waren het Oudejaar te komen vieren. „Ik vind het heerlijk, dat je niet Oudejaar óók op Balloch Castle zult zijn," bracht hij eensklaps zijn blijdschap onder woorden. „Openhartig gesproken, was ik aanvankelijk van plan voor Wren's uitnoodi- ging te bedanken. Het verblijf op zoo'n oud, eenzaam gelegen kasteel staat me niets aan. Maar toen ik hoorde dat jij ook zou komen, veranderde ik natuur lijk van besluit." Nu pas viel het hem op, dat zij er eensklaps ongewoon bleek uitzag. „Wat is er vroeg hij bezorgd. „Je ziet zoo vreemd." Phyllis schrok op uit haar kwellende herinneringen. ,,'k Ben een lieetje moe," zei ze met een mat glim lachje. „Ik geloof dat ik er goed aan zal doen, als ik naar huis ga." „Jammer," zei hij spijtig. „Maar ik zal even een taxi halen. Mag ik je thuis brengen, Phyl Zij wist dat zij hem verdriet deed met te weigeren, maar zij kón niet anders. Zij moest alléén zijn, om die schaduw onder het oog te zien. „Toe, geef je geen moeite, Roger," verzocht zij dringend. ,.lk ben er zóó en het is immers toch goed." Hij schikte zich zuchtend en hielp haar instappen, toen de auto voorkwam. „Tot ziens op Balloch Castle, Phyl," zei hij, ongewoon ernstig. „Tot ziens en dank voor het genoegen," antwoordde zij hartelijk. Toen reed de auto weg en was zij alleen, zooals zij gewenscht had. Alléén met de herinnering aan Owen Drummond, zijn schaduw. Een herinnering kan oppermachtig zijn en heel het gevoelsleven belieersehen. Phyllis moest het onder vinden. De gedachte aan Owen Drummond bleef haar voortdurend bij. Zij had velerlei herinneringen aan die eerste jeugdliefde. Vroolijk en teere, onaan gename en schrijnende. De laatste het meest. Zij kon slechts aan weinige gelukkige uren terugdenken aan zooveel te meer dagen echter, waarop zij zich diep ellendig had gevoeld. Het was een bewogen tijd geweest. Owen Drum mond had alles in het leven meegekregen, om het tot een behoorlijke maatschappelijke positie te bren gen. Een goede opvoeding, een vermogen en den invloed van een aanzienlijken naam. Maar zijn leven werd" beheerscht door één hartstocht zijn liefde voor het spel en de rennen. Een hartstocht, die zijn ongeluk zou worden. Zij had alles van tevoren geweten. Zij was gewaar schuwd toen het gerucht ging, dat zij zich met Owen Drummond verloven zou. Men hail haar zelfs voor speld, dat het mis zou gaan. Doch met alle naïveteit van haar achttien jaren had zij geloofd, dat de liefde een wonder aan hem bewerken zou. Zélfs nog, toen de vrees dat de voorspelling aan hem voltrokken zou worden, als een angel in haar hart begon te steken. Dwaas, die zij was geweest. Véél eerder nog dan dat zij had gevreesd, was het einde gekomen. Owen Drummond had alles verspeeld, wat hij bezat geld, toekomst en een eerlijken naam. Zijn familie had hem verstooten en daarop was ten slotte het stormachtige onderhoud gevolgd, dat óók een eind maakte aan hun verloving. Dat was de meest kwellende herinnering. Zij had geweten hóé diep een zwakkeling zich vernederen kan, die arm en berooid en vervuld van angst voor een onbekende toekomst, zich aan zijn laats ten steun in het leven nog hoopt óp te kunnen trekken. Zij had het geweten dien avond, toen hij op zijn knieën voor haar lag. Maar het besluit, dat zij had genomen, had onwrikbaar gestaan. Het geloof was verdwenen, haar vertrouwen in hem vernietigd. Alleen een kans had zij hein nog gelaten. „Bewijs me, dat het je ernst is met je beloften en voornemens. Tóón dat je een man bent, die zich belieersehen kan en respect verdient. Zoek je eigen weg door liet leven en kom terug, als ik mijn geluk veilig bij je kan achten. Geen inensch ter wereld had ooit geweten, hoeveel tranen haar dit afscheid had gekost. Zelfs Jess niet, haar meest vertrouwde vriendin. Het was zeven jaar geleden en de herinnering aan dien vree- selijken avond bewoog haar weer opnieuw, nu zij eraan terugdacht. Zij had gewacht na dien avond, langen tijd. Het geloof mocht gestorven zijn de hoop was blijven leven. Jarenlang. Maar niemand, die Owen Drummond kende, had hem ooit weer teruggezien. „Ondérgegaan," werd er gefluisterd. Zij had het niet gehoord. Maar ook zónder die noodlottige uitspraak was de hoop langzamerhand verdwenen. Het verdriet sleet en over de schrijnendste herinne ring spreidde het leven den sluier der vergetelheid. Zij leerde hem vergeten zij wist ten slotte niet meer, dat zij op iemand wachtte. Maar een herinne ring kan nooit zóó diep in het verleden begraven liggen, of zij kan op de meest onverwachte oogen- blikken weer tot leven worden gewekt. Het waren slechts een paar verliefde woorden geweest, die dit schijnbare wonder hadden bewerkt. Maar toevallig woorden, die door hun overeenkomst met die andere woorden de gevoeligste plek in haar hart hadden geraakt Phyllis prentte zich in, dat zij niet meer aan Owen Drummond denken moest, toen zij dien middag in den trein naar Balloch stapte. Het verleden was dood. Owen Drummond- waarschijnlijk ook. En in ieder geval was het een dwaasheid, zich thans nog gebonden te voelen door een belofte, die zij zeven jaar geleden had afgelegd en (lie Owen geen oogenblik ernstig scheen te hebben genomen. Met die gedachte verliet zij in Balloch den trein. Jess, die sinds een jaar lady Clifford heette, was er om haar af te halen. Onderweg naar Balloch Castle wees zij Phyllis op den grauwen hemel, die het Loch Lomond overkoepelde. Hij zat dichtgesta- peld met laaghangende, loodgrijze wolkengevaarten. „Allemaal sneeuw, Phil. Dat wordt een wit oud-en-nieuw." Eensklaps viel haar iets vreemds op in het gelaat van haar vriendin. „Je ziet er 011- voordeelig uit," zei ze lnet een critischen blik. „Een beetje melancholiek. Je tobt ergens over. Of vergis ik me Ze hadden geen geheimen voor elkaar. „Ik héb getobt. Er was iets dat me hinderde. Neen, niets waarover je zorg hoeft te hebben, hoor. Een herinnering, anders niets." ,,'t Is een dag voor herinneringen," zei Jess wijs. „En voor melancholie. Hoe heet het gewoonlijk Het oude, dat op het punt staat te vergaan en het nieuwe, dat gaat komen. Is het niet zoo f Het gaat wel over, Phyl. Je moet aan het nieuwe denken en niet aan het oude." „Ik zal mijn best doen," lachte Pliil en toen waren zij er. Balloch Castle was een oude róofridderburcht aan het strand van het Lomondmeer. En Wren Clifford de gemoedelijkste roofridder, die ooit als Laird van Balloch door de kleine kijkvensters over den omtrek had uitgezien, 0111 naar argelooze bezoekers of voor bijgangers te speuren. „Kijk, daar gaat de dokter," wees hij zijn vriend Roger in de diepte. „Aardig hé, dat uitzicht Vroe ger wierpen ze hier van boven met kokend pek naar de soldaten van 'n zekeren Jacobus. Het kan ook '11 Karei geweest zijn. Ik ben niet zoo erg sterk in de geschiedenis van in'n voorzaten. Dit hier heet een bastion. Ik was van plan er kippen te gaan houden, beneden pikken ze al liet zaad uit m'n groentelied den. Maar Jess wil het niet hebben. Kijk, daar komen ze. Hij bedoelde Jess en Phyllis. Roger Lennox omvatte Phyllis' hand met een warmen druk. Hij was vastbesloten, den kogel vandaag nog door de kerk te jagen en hun verloving 0111 twaalf uur bij wijze van nieuw jaarsverrassing ter tafel te brengen. Als Phil hem tenminste wilde hebben, waarvan hij niet zoo héél zeker was. Haar geschie denis met Owen Drummond was hem onbekend en hij had er zich de laatste weken al eens over verwonderd, dat. een knap meisje als zij al niet lang een keus had gedaan. Aan aanbidders kon het haar toch niet ontbreken. De gunstige gelegenheid, waarnaar Roger uitzag, deed zich spoedig genoeg voor. Hij had 's middags den vossenfarm van Balloch Castle met Phyllis bezichtigd en terwijl zij naar liet kasteel terug wandelden, viel er een onverwachte pauze in hun levendig gesprek. Het was de vreemde stilte, die die groote verwachtingen wekt tusschen twee men- schen, die weten, dat zij elkander iets te zeggen hebben. Roger zocht een geschikten aanloop en Phyllis wachtte. Zij wist wat er komen zou. Roger's gedrag tegenover haar had het haar reeds lang duidelijk gemaakt. En tot voor een week had de gedachte, dat hij haar vragen zou, haar niet afgeschrikt. Later

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 4