Van heel dit voornemen kwam niets. Er was iets, dat hem er van weerhield. Phyllis was maar geen luchthartig meisje, dat je speelsch een kus gaf. Zij was ernstig en bezat een zekere waardigheid, die hem deed vreezen dat zoo'n jongensachtige manier cnn zijn liefde te verklaren haar af zou schrikken. En dus sprak hij. Eenvoudig en oprecht en zonder mooie of sentimenteels overdrijvingen. Reeds bij zijn eerste woorden verbleekte Phyllis. Daar was zij weer de herinnering. Ze liep op een zomeravond met Owen Drummond. Zooals nn met. Roger - dicht naast elkaar. Zij spraken niet en zij had zich beurtelings koud en warm gevoeld. Zij was nauwelijks achttien jaar. Toen had hij eensklaps een arm om haar hals gelegd en haai' belet voort te gaan. „Laat me je kussen, Phyl lieveling.-..." Het was haar in dit oogenblik, alsof zij die woorden opnieuw hoorde. En toen stopte zij angstig haar ooren dicht. „Houd op, Roger je overvalt me," viel zij eensklaps uit. 11 ij had reeds aan haar zenuwachtig gelaat be speurd, dat zij aangegrepen was door een sterke emotie. En op hetzelfde moment had hij geweten, dat er moeilijkheden waren. Maar van welken aard vermoedde hij niet. „Ik dacht dat je 't wel begrepen had," zei hij, van zijn stuk gebracht. Phyllis wist zich terstond te beheerschen. „Dat heb ik," antwoordde ze met een stem, die zij nog niet beelemaal in bedwang had. „Maar toch.... nu...." zij wist plotseling niet meer, wat zij nu moest antwoorden. Zij waren dicht bij* den ingang van het kasteel een uitkomst, die zij met een zucht van verlichting begroette. Maar zij kon hem zóó niet laten gaan. ..Ik weet wat je wilt, Roger," hernam ze, terwijl zij bleef staan. „En ik kan je geen antwoord geven, mi niet tenminste. Toe, geef me even tijd laat me eens nadenken." Hij keek haar aan en ried dat zij heelemaal van streek was. „Zoo lang je wilt," zei hij geroerd. Toen begon hij te stotteren. „Maar. maar. moet ik vreezen. Zij begreep wat hij wilde weten. En zij aarZelde niet. Zij ver afschuwde een leugen en Roger Lennox was geen kwajongen. Zij was verplicht oprecht tegenover hem te zijn. „Neen, nu niet meer. Vroeger. Maar mis schien ben ik (lat nog niet zoo gehéél te boven, als ik had ge dacht. Laat me na denken. Ik wil in het reine komen met me zelf. „Ik zal wachten," onderbrak hij haar, 0111 een eind te maken aan dit pijnlijke oogenblik. „Geef me slechts het antwoord, dat je hart ie ingeeft Hij liep wat gebogen, toen hij liet bordes opging en de deur voor haar opende. Juist be gon de eerste sneeuw te vallen blanke, dwarrelende vlokken. Hij keek er even naar en begaf zich vervol gens regelrecht naar de bibliotheek. echter wel Owen's schaduw had zich tusschen hen geplaatst. Sindsdien was zij een speelbal ge weest van haai' gevoel. Maar 11a haar besluit van dien middag, .dat het verleden dood en begraven móest blijven, was zij opnieuw bereid hem aan te hooren. Zij was voldoende zeker van zich zelf en Roger Lennox had haar een kalm, veilig geluk te bieden. Maar wie was er óóit zeker van zichzelf Van de sterkte van zijn gevoel en van de diepte, waarin het geworteld lag De herinnering aan Owen Drummond was op dat oogenblik verdwenen, verdoezeld onder de indrukken en gewaarwordingen, die zij de laatste uren had ondergaan en die nieuw voor haar waren. De schaduw was niet zichtbaar de forsche ge stalte van Roger Lennox had haar volkomen be dekt. En tóch wist zij bij de eerste woorden die hij sprak, dat zij zic.li vergist had in de overtuiging, dat zij zeker was van zichzelf. Zij gaf hem het aanloopje, dat hij zocht, zelf in den mond. „Je hebt natuurlijk wel eeils meer vossen in je leven gezien begon zij met een gedwongen lachje, toen het zwijgen haar te drukkend werd. „O ja, in het Noorden komen ze in menigte in het wild voor," antwoordde hij verstrooid. „We vangen ze daar zelf, met klemmen of strikken - - het meest met klemmen." „Het moet een wonderlijke gewaarwording zijn, wolven en vossen zoo in vrijheid om je heen te zien leven. Een beetje angstig ook wel, vind ik. Is het er erg eenzaam t" Toen wós liij er. „Ja, heel eenzaam. Voor een man, die in de beschaafde wereld is groot gebracht, bijna al te eenzaam. Toen ik met verlof kwam, heli ik er de eerste dagen werkelijk tegenop gezien weer terug te gaan. Maar sindsdien...." Ilij begon vlugger te spreken. Een paar dagen geleden nog had hij zich voorgesteld, dgt hij heele maal niets te zeggen zou hebben. Hij zou eenvoudig een arm om haar heen leggen en haar kussen. Wat hij dan later zeggen zou was dit„Je bent een schat, Phyl. E11 dat heb ik je bij onze eerste ont moeting al gevonden. Wren zat. heel in zijn eentje voor het haard vuur. „Hallo, wat 'n gezicht," spotte hij, toen Roger binnentrad. „Heb je soms een van m'n voorzaten op de Een vliegtuig in nood de inzittenden be dreigd met een rnmp- zaligen dood. trap ontmoet Het spookt hier ook, moet je weten. Dat willen ze tenminste in hgt dorp hebben. En ik ben te vredelievend, om het tegen te spreken." Roger ging tegenover hem zitten. „Ik heb Phyl gevraagd," zei hi^> Wren kwam overeind. „Net wat Jess en ik ver wachtten. Ik heb een heele mand mistletoe laten aanrukken voor het heuglijk gebeuren. Maar - bij den hemel je ziet er niet naar uit, dat je zoo bijster gelukkig bent. Ze heeft je toch niet?...," Zijn oogen werden groot van verbazing. „Voorloopig nog wel," zei Roger somber. „Ze kan echter nog van gedachten veranderen. Zij wil iets met zichzelf uitvechten. Weet jij iets van een geschiedenis van vroeger?" Wren werd ernstig. Zeven jaar geleden hij had het nooit kunnen denken, dat Phyl 1111 nog. Dij sloeg met de hand van zich af, alsof hij een spookbeeld verjoeg. Hij had Owen Drummond goed gekend „Nu drong Roger aan. „We zijn vrienden, Wren. „Bij den hemel ja antwoordde Wren met diepen ernst. „Maar dat zou me niet beletten te zwijgen, als het een geheim van Phyl betrof. Dat is het echter niet. Bij wijze van spreken zou zelfs een kind in Glasgow je kunnen inlichten...." Hij verzette zich in zijn fauteuil. „Nu ja, er was wat. Een eerste liefde kan je 't noemen. Zij hield dolveel van hem en hij was haar niet waard. Dat is alles. Wat zal ik je er echter nog meer van vertellen „Alles wat je weetIk wil mijn kansen wegen. Anders ga ik pakken en neem den eersten trein naar Glasgow." „Tut-tut, kalmpjes aan. Ik bedoeler is niet veel meer van te vertellen. Een knaap van aanzienlijke familie met een zwak karakter. Paarden en wedden schappen dat was de hartstocht waaraan hij onderging. Niets bijzonders, wel Gebeurt dagelijks nóg. Dringende waarschuwingen van zijn vrienden, tranen van zijn meisje en heftige twisten met zijn familie. Je begrijpt hoe dat gaat. Een ezel als zoo- velen - rotsvast overtuigd, dat ze Fortuna's gunst op den duur zullen afdwingen, als ze haar eerst door het brengen van groote en dure offers hun blinde verknochtheid bewezen hebben. En eindelijk de catastrophe. „Gevangenis stiet Roger schor uit. „Neen, die schande werd ons allemaal gelukkig gespaard. Ilij had zich doodarm gewed, dat was alles, ilij stak ook wel tot over zijn ooren in de schuld, maar dat betaalde zijn familie. Met de boodschap er bij, dat het het laatste was wat ze voor hem deden en dat hij óp kon hoepelen." „En Phyl t" „Ja," zei Wren, „die zei ook zooiets. Zij hield erg veel van hem, zeg ik nog eens, en ze had het telkens weer opnieuw met hem geprobeerd. Maar men kan véél van iemand houden en hem toch niet vertrouwen. Vrouwenharten zijn maar klein en bros en als eén man niet uitkijkt waar hij loopt, nietwaar Enfin, ze zei zoo ongeveer, dat ze geen vertrouwen meer in hem kon hebben. En dat hij eerst eens moest laten zien, dat hij hernieuwd vertrouwen verdiende." „Dat was een belofte, die zij hem meegaf. En toen t" „Wel en toen niets meer, beste jongen. Wij dachten dat zij hem allang vergeten had. Want niemand heeft Owen Drummond ooit meer terug gezien Roger sprong plotseling op. „Owen Drummond, zeg je Hij zag krijtwit. „Dien ontmoette ik 'n jaar of zeven geleden, dus omstreeks den tijd waarvan je spreekt, in Parijs. Ilij liep te bedelen langs de ter rassen, waar de Engelsclie toeristen neerstrijken Hij begon' vreemd te lachen en greep zijn vriend eensklaps bij den schouder. „Als zij soms nog hoop heeft, <lat er iets van hem terechtgekomen is, kan zij die wel opgeven. Maar ik zal nooit den moed heb ben om het haar te zeggen, Wren „Ik ook niet," zei Wren verschrikt. „Zélfs niet, als ze me af mocht wijzen voor hém," besloot Roger. Toen liep hij naar de deur. „Ik ga me kleeden voor het diner, Wren. Je kunt die mand mistletoe wel in een hoek zetten ik zal er althans niets aan hebben voor den Nieuwjaars nacht De deur van de bibliotheek viel dicht en op hetzelfde oogenblik viel er in den anderen vleugel van het kasteel nóg een deur dicht. Die van Jess' Vervolg op pag. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 5