DE GOUDEN KOETS
33
Een duidelijk beeld van de verfijning, waarmee het
lof- en snijwerk der atlnnte.n en de lantaarns zijn
uitgevoerdgeeft dit détail ran de achterzijde.
de bovengroep vormen en die Landbouw, Handel,
Nijverheid en Scheepvaart voorstellen, de vier
hoofdtakken van ons volksbestaan, die de koninklijke
kroon en vua rd ikheid st ee kenen hoog op de handen
heffen. De versiering op de kroonlijst bevat boven
beide portieren de initialen der koningin, op de vier
hoeken de koninklijke wapens, omlauwerd door
cherubijntjes en kinderfiguren, en verder alle wapens
der Xederlandsche provinciën en dat van Amster
dam. Vier af hinten torsen de kroonlijst en houden
tevens de vier lantaarns.
Het svmbolieke schilderwerk op de paneelen van
beide zijden en ook van den achterkant der koets is
van de hand van den Amsterdamsehen schilder
Nicolaas van der Waay. die van 1891 tot 1924 hoog
leeraar was aan de Rijksacademie van Beeldende
Kunsten. Prof. van der Waay heeft het helaas niet
meer mogen beleven, dat zijn fijnzinnige schepping
de tweede Oranjetelg ten huwelijk zou rijden
slechts enkele dagen geleden. Donderdagavond 18
December jl. is hij, 81 jaar oud, te Amsterdam
overleden. Wat de beteekenis is van de zinrijke
voorstellingen der zijpaneelen, vindt u in onze
onderschriften bij de afbeeldingen.
De gouden sprookjeskoets rijdt uit, Nog eens, als
op haar eersten tocht, voert zij een stralende konings
dochter, een fieren bruidegom uiede op het oogen-
blik, dat in ieder menschenleven een sprookje is van
het machtigste geluk, van ongeloofelijke blijdschap.
Er zijn er. die liet sprookje heel een leven door
beschutten en veilig meedragen kunnen. God geve,
dat zoo voor onze koningsdochter het sprookje nooit
een einde neemt. F. d'A.
l)e liulde iler koltruien wordt verheeld. op ile inker pa nee,Ie uin liet midden de Aederlandselu Maagd met dé
wapens van Dost- en West-lndië. Aan hare voeten schatten en producten uit de koloniale gebieden. Ter
rechterzijde een Indisch vorst, rlie niet gérolg eerbiedig hulde kom! betuigen, en zonen des lands, dit: geschenken
aanvoeren. Verder worden hier de Bescherming en Vrijmaking van den inlander voorgesteld in de figuur,
die een uitbuiter terughoudt en op den achtergrond leger en marine. Aan de andere zijde rier figuren, die
liet brengen van beschaving en ontwikkeling aan den inlander symholiseeren en eerder inboorlingen uit
West-lndië. die voortbrengselen run hun land aandragen
Och ja, wel wat al te
versleten raaktoigen-
lijk op den duur die
jaarlijks rondom den der
den Septeniber-Dinsdag
weerkeerende lyriek over
liet „Sprookje van de gou
den koets". Ook al wordt
dan ieder jaar noggrooter
de schaar van toeschouwers
uit heel het land. die naar
de hofstad tijgen om de
ranke, feeërieke karos met
haar weelderige. mat
gouden versiering. met
haar teer en stemmig ge
schilderde paneelen door
de herfstige lanen van
het Voorhout te zien
trekken.
Juist de jongeren onder ons, die ze slechts
kennen van den prinsjesdag, van die imposante,
maar tenslotte toch zoo volkomen onromantische
ceremonie der Kamer-opening door het voorlezen
van de troonrede, vermogen het ..Sprookje" allicht
niet, meer na te voelen met die volle, verteederde
instemming van hen, die de gouden koets reeds
eenmaal eerder zagen als bruidskaros. Misschien
moet men behoord hebben tot die bevoorrechte ou
deren. die op een wazigen Februaridag van het eerste
jaar onzer eeuw een slanke, toere, twintigjarige
Oranjebruid ter kerke zagen rijden, om te gelooven,
om te weten, dat sprookjes werkelijkheid kunnen
worden midden in het wintertij van een nevelingen-
land.
Maar ook wij zullen dat wonder weldra voor onze
eritische. nuchtere, ongeloovige oogen zien. Voor
de tweede maal rijdt de gouden droomkoets een
jonge, stille, blijde vorstenbruid hef leven en de
toekomst tegemoet..... Een lachende, bloeiende
prinses, het eenig koningskind van haar land
dat is reeds een sprookjesfiguur op zichzelf. Een
prinses, die ten huwelijk gaat, niet om den dwang
van koele berekening en om nuchter polit iek belang,
maar omdat haar eigen jonge hart voor ieder van
ons duidelijk en onweerstaanbaar gesproken heeft
dat is als een liefelijke legende uit oude tijden, her
leefd in de grauwe twintigste-eeuwsche realiteit.
In haar stem hebben we het gehoord, in liaarstra-
lenden lach hebben we het gezien op de eerste
verlovingsdagen, dat zij liet eigenlijk zoo eenvoudige
en daarom zoo diepe menschengeluk gevonden heeft,
dat alle eeuwen door aan de bewoonsters van
De gobe.lin -bekleeding der
gouden koets, in zijden
petit point uitgeroerd, is
vervaa rdigd door de A mster
dam sche Kunst/naaldwerk-
school, het Burger-Weeshuis,
het Maagdenhuis, lessel-
sehaile. Arbeid Adelt en
verschillende particuliere
dames. Vijftien millioen
steken zijn daarvoor noodig
geweest.
vorsten paleizen zoo dik
wijls meedoogenloos bleef
ontzegd.
Het spreekt toch vanzelf,
dat zulk een sprookjes-
prinses voorbij zal rijden
als een visioen van wit en
goud, wazig gesluierd achter kristallijnen ruit in
een omlijsting van gulden lofwerk.
Wat is de geschiedenis van dat stukje oude
koningspoëzic, dat straks weer in zijn ontroerende
onwezenlijkheid zal voorbijglijden voor de bewonde
rende oogen van honderdduizenden juichende toe
schouwers, door liet kleurig opgesierde, maar anders
toch zoo troostclooze moderne stadsbeeld De
trotsche burgerij van 's lands hoofdstad bood de
gouden koets haar achttienjarig koninginnetje aan
bij haar plechtige inhuldiging in 1898. En voor
't eerst pas heeft ze haar dienst gedaan, twee-
en-een half jaar later, bij het huwelijk dei-
jonge Willielmina met hertog Hendrik van Meck
lenburg.
Hoè de gouden staatsiekaros er precies uitziet,
tot in alle détails, dat zal wel niemand beschrijven
kunnen, hoe vaak hij haar ook mocht zien langs
rijden. Al te snel is het „gouden sprookje"' voorbij-
gegleden. En richtte zich niet bovendien de aan
dacht veel meer op de vorstelijke inzittenden, wier
waardige omlijsting haar sierlijk lofwerk vormt
Maar wij zullen u de gouden koets laten zien in haar
volle, pracht, zooals zij nu voor (le tweede maal een
Oranjebruid naar kerk en stadhuis zal voeren.
Onze kleurenreproductie geeft u de koets in haar
geheid weer. De carrosserie en haar geheide orna
mentatie zijn in zuiveren Hollandschen Renaissance
stijl gehouden. En ieder kleinste détail is ontworpen
en uitgewerkt met een fijnen zin voor symboliek.
Wij wijzen bijvoorbeeld op de vier beelden, welke