Een Watoessi-athleel bij zijn sprong hoog over de hooiden De eerste danser van het Watoessi-hof vangt den z.g. Leeuwendaas aan. Achter hem staan de
der rechtopstaande 'gasten. muzikanten, die den dans rhythmueh begeleiden.
werkte voor de manjoca-rultuuizoodat na drie
jaren het gevaar voor hongersnood wel voorgoed als
geweken kon worden beschouwd. De aanleg van
wegen, het in cultuur brengen van nieuwe terreinen,
is iets wat men alleen in het land der W'atoessi met
succes kan ondernemen.
(leen ander contrast evenwel spreekt sterker dan
dat der bevolking van Rwanda zelfverdeeld als deze
is in een ras van reuzen en in een ras van dwergen,
de Batwa-pygmeeën, niet meer dan vier en een halven
voet (1.35 meter) hoog. Dit dwergvolk leeft totaal
afgezonderd in de oerbossehen in een staat van totale
verwildering en op den laagsten trap van mensche-
lijke beschaving.
Tijdens ons verblijf onder den stam der W'atoessi
woonden wij nog een zeer bijzondere plechtigheid bij.
Een hoffeest,, waarbij de inyambo, de heilige run
deren, werden voorgesteld. In groote, schilderachtige
groepen bijeen gezeten, ernstig en zwijgend, harmo
nieus van samenstelling, alsof een kunsteuaar van
naam ze aldus had opgesteld, keken de Watoessi-
prinsen en de genoodigde opperhoofden uit de
omgeving naar het voorleiden der koebeesten.
Prachtige runderen, met glanzende huid en een paar
enorm breed uitstaande hoorns, zooals men op onze
foto's wel zeer duidelijk kan bespeuren. Alsof het
ei reusdieren gold, zoo statig en zich bewust van hun
rol stapten de heilige koeien, omhangen met veel
kleurige versieringen, langs het afgepaalde gedeelte
voorbij, en lieten zich bewonderen en prijzen, stipt
gehoorzamend aan de wenken en bevelen der be
wakers.
Een verrassing van zeer
eigenaardige soort wachtte
ons tegen het einde dezer
plechtigheid, toen ik, als
terloops en zonder eenige
bedoeling, tegen het opper
hoofd de opmerking maak
te, dat de lange krijgers
van zijn stam wel athle-
ten met bijzonderen aanleg
moesten zijn. In een oog
wenk was een springcon
cours georganiseerd, waar
aan kleinen en grooten
deelnamen, en waarbij blijk
baar zonder eenige in
spanning tot over Onze
eigen hoofden werd heen-
gewipt, terwijl ik, zooals
ik zei, toch de fatsoenlijke
lengte heb van één meter
tachtig. Ja, zoo getraind en
op alles voorbereid bleken
deze negers, dat, toen op
vriendschap we ons intussclien hadden verworven.
De rustige, bevallige neger, die zich enkele oogenblik-
ken tevoren nog kalm met ons had onderhouden,
veranderde als bij tooverslagin een woest dansenden
krijger op het oorlogspad, toen de eerste schrille
tonen der gesyncopeerde hoornmuziek en het ge
dreun der trommels ons in de ooren klonken. I)e
lange, witte toga werd afgeworpen, en verdwenen
was de Oostersehe onverschillige kalmte. .Met heel
zijn ziel gaf hij zich over aan de hartstochtelijke
bewegingen van den krijgsdans. Alen vergat hierbij,
zoo suggestief waren zijn gebaren, dat de tegenstan
der slechts denkbeeldig was. Aanval en afweer
wisselden eikaar met groote snelheid af, en bij som
mige sprongen leek het, alsof de danser zich in de
lucht zwevende hield. En dan, na den zegekreet over
den overwonnen vijand, in de plotseling ingevallen
stilte, een hooge kreet van den danser, gevolgd door
de beteekenisvolle woorden: „Ik, voor mijn koning,
ben bereid te sterven
Dat Afrika een land is van tegenstellingen, is een
afgezaagd gezegde. Maar toch wordt dit nergens
beter bewaarheid dan in Rwanda. Daar is alles
grootsch en reusachtig tot het uiterste, en de tegen
stelling ervan is zoo mogelijk nog meer tot in het
uiterste doorgedreven. Een vreeselijke hongersnood
teisterde voor enkele jaren Rwanda, en eischte
honderdduizenden slachtoffers. Maar even sterk was
de reactie hierop door de negerbevolking, welke,
op aanraden van gouverneur Voisinin één enkel
seizoen alle maar eenigszins geschikte terreinen be-
Commandant Attilio tiatti.
de schrijver van ons artikel,
biedt een [,'emingtongeweer
aan Rudahigwa aan, die,
als de meeste negers, een
hartstochtelijk jager is. Met
den rug naar de camera
staat mr. Lenaerts, de Bel
gische administrateur, die
de opvoeder, beschermer en
raadsman is van den neger-
prins.
een gegeven oogenblik een onzer, meeuend dat het
opperhoofd hem wenkte, wilde wegloopen, de neger
die toen juist boven zijn hoofd zweefde, met een
bewonderenswaardige lenigheid zijn lichaam nog
verder wierp, en zijn sprong nog met eenige voeten
vergrootte, 0111 zich dan onmiddellijk na het neer
komen om te wenden met de verontschuldigende
vraag, of hij hem misschien per ongeluk niet had ge
raakt.
Wij reproduceeren op deze bladzijden een aantal
interessante fotografische opnamen uit het land der
Watoessi-negers, waaruit de waarheid van het in
bovenstaande regelen verhaalde duidelijk blijkt.
Commandant Attüio Oatti tusschen den koning van
Rwanda flinks) en een Watoessi-prins van acht roet
(2.40 meter) lengte.