HET KASTEEL DE SYPESTEYN TE NIEUW-LOOSDRECHT De groote zaal. Rechts aan den wand enkele familieportretten, geschilderd door Troost en Cornelias Maes. De prachtige klok, links, is met haar inlagen van schildpad en koper een waar unicum. Er zijn in totaal maar drie soortgelijke klokken. De aanleg is geheel in overeenstemming met de oorspronkelijke terreinverdeeling, die in alle op zichten had rekening te houden met de grachten en wijken, die het water van de hoogte van het Gooi naar de lager gelegen velden brachten en er de Drecht vormden. Achter het kasteel was de boomgaard, die, zooals dit trouwens bij alle middeleeuwsche kasteelen het geval was, in het meer beschutte gedeelte van 't terrein was gelegen en dien men gemakkelijk moest kunnen bereiken vanuit het kasteel. Aan den eenen kant van het huis lagen de rozentuin en 't park met zijn ruim tweehonderd-en-vijftig verschillende boom soorten, w.o. zeer zeldzame speciminaaan den anderen kant vond men het voorplein, beplant met tamme kastanjes, zoodat het heele gebouwencom plex als het ware omsloten was door een gordel van hoornen. Dit complex bestond in den regel uit twee zeer uiteenloopende gedeelten. Een versterkt gebouw en een bepaald aantal bijgebouwen, die soms los van en soms aangebouwd aan het versterkt gedeelte waren. In 't eerste geval diende een toren of een Onder de vele kasteelen, die op een rijk en af wisselend verleden kunnen terugzien, neemt het kasteel de Sypesteyn een niet onbelang rijke plaats in. Na tweemaal te zijn verwoest (een keer in 1400 en den tweeden keer in 1598 gedurende de Reformatie), werd de oude ruïne in 1666 weer bewoonbaar gemaakt, dank zij de goede zorgen van den toenmaligen eigenaar, jhr. C. A. van Sypesteyn. Jammer genoeg beleefde hij niet veel plezier van dit herstel, want toen in 1672 de hertog van Luxem burg zijn kwartier opsloeg te Hilversum en de ge- heele omliggende streek wilde zuiveren, werd door zijn soldaten een zoo grondige „schoonmaak" ge houden, dat er van het oude kasteel weinig of niets overbleef. Maar het oude spreekwoord „driemaal is scheepsrecht" liet zich ook hier weer gelden. In 1898 kocht jhr. C. A. C. A. van Sypesteyn alle woningen en terreinen, die sinds 1815 van de familie waren vervreemd, weer op, liet de fundamenten van 't kasteel zeer zorgvuldig blootleggen en herbouwde in 1911 het kasteel, zooals het nu is. Bij dezen nieuwbouw heeft men zich laten leiden door het streven om het middeleeuwsche karakter zoo goed mogelijk te behouden en tevens te beant woorden aan alle eischen, die een hedendaagsch mu seum eventueel zou kunnen stellen. De hoofdingang, met uitzicht op het zg. Fransche Pad, dat dwars over het voorplein toegang verleent tot den grooten weg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1937 | | pagina 40